28 maart 2007

Het zal Tegenbos worst wezen

.
Veel redacteurs van De Standaard mochten hier al passeren, maar Guy Tegenbos nog nooit. Deze discriminatie wordt goedgemaakt.
Op p.12 vandaag had hij een artikel met een militaire, of toch sportief aandoende titel: “Vlaams Belang pakt vakbonden op zwakke flank”. De ondertitel was wat langer, en onderstreepte: “Vlaams Belang heeft de oorlog verklaard aan de vakbonden en pakt ze met een dossier waarvan ze nagelaten hebben om het uit te zuiveren.”
Goed, koppen en ondertitels komen vaak niet van de redacteur zelf, en daarom wil ik ook niet vitten op die twee slordige ze’s — wie heeft wat niet uitgezuiverd? — noch op dat onhandige waarvan. Laf is het alvast om iemand op een zwakke flank te treffen. In de flank zou ik liever zeggen, maar kom, laten wij deze kleine uitschuivers aan anderen aanrekenen en meteen ter zake komen want tenslotte schrijft Tegenbos niet slechter dan zijn collega's en is zijn tekst verder uitstekend te volgen ...voor iemand die beslagen ten ijs komt.
Daarom stel ik toch voor, om ons eerst de ijzers te laten aanbinden door de Weense journalist Karl Kraus (1874 - 1936), een kerel die buitengewoon goed kon lezen.
Die Verzerrung der Realität im Bericht ist der wahrheitsgetreue Bericht über die Realität, schreef hij. Juist de vervorming van de realiteit in een relaas, de kromspraak, geeft ons een betrouwbaar beeld van wat er aan de hand moet zijn. We kunnen hier denken, om een eenvoudig voorbeeld te geven, aan de rellen gisteren in het station Paris-Nord, waar jongeren aan de slag gingen met de politie. Iedereen begrijpt die taal.
Maar nu Tegenbos zijn tekst, en daarna mijn lezing, naar ik hoop in het spoor van het Weense voorbeeld. [Enkele woorden in het citaat van Tegenbos zet ikzelf cursief, omdat zij naar mijn smaak zijn grote inspanningen verraden — want Kraus zei ook nog: Der Kritik der Zeitungen gelingt es immerhin, auszudrücken, wie der Kritisierte zum Kritiker steht: wat bij krantencommentaren steevast lukt, is om te laten zien wat de verhoudingen tussen de journalist en zijn onderwerp zijn]

Het dossier dat Vlaams Belang gisteren aanpakte, lag voor de hand. Al jaren laten de vakbonden en werkgeversorganisaties van een beperkt aantal bedrijfstakken na om voor volledige klaarheid en wettelijkheid te zorgen in sommige fondsen voor bestaanszekerheid. Gisteren viel de partij hen aan op die zwakke flank. […]
Tot nu toe waren er weinig klachten over die afhoudingen, omdat het per individu over erg kleine bedragen gaat.


Natuurlijk hadden ook de democratische partijen die praktijken kunnen aanklagen, maar zij verkozen dat niet te doen omdat zij manieren hebben. Bizarre tradities, zeker die van héél kleine minderheden, verdienen onze bescherming. Daarop inbeuken, en om uiterste klaarheid schreeuwen is goedkoop, zeker als de wet niet noemenswaardig overschreden wordt. Je dient ook in aanmerking te nemen dat juist schemerzones het leven aangenaam maken voor sommigen. Plezierbedervers zijn er natuurlijk overal. […]
Bij een correct aangewende salamitechniek ondervinden zelfs de meest weerlozen zo goed als geen hinder.

..

26 maart 2007

Der kinderen tanden zijn stomp geworden

.
O
nrechtvaardig, maar kinderen dragen al van oudsher de zonden van hun ouders mee... en dus kan Wouter Van Bellingen gerust een zwartzak genoemd worden, wellicht voor zaken die zijn adoptiefgrootouders nog hebben verricht, of ook niet verricht. Onder omstandigheden kan hem dan volgend Bijbels verbod van pas komen:

Ezechiël 18:1 Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
18:2 Wat is ulieden, dat gij dit spreekwoord gebruikt van het land Israels, zeggende: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden?
18:3 Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo het ulieden meer gebeuren zal, dit spreekwoord in Israel te gebruiken!

In de King James is die Heere HEERE natuurlijk the Lord God, en over het algemeen bewijst de KJ-vertaling haar nut als er in de Statenvertaling dingen staan waar een moderne mens kop noch staart aan krijgt. Maar de Staten blijft de schitterende stichtingsoorkonde van ons Nederlands — net zoals Luther het Duits heeft geschapen* uit een warboel van dialecten.

Eze 18:1 The word of the LORD came unto me again, saying,
18:2 What mean ye, that ye use this proverb concerning the land of Israel, saying, The fathers have eaten sour grapes, and the children's teeth are set on edge?
18:3 As I live, saith the Lord GOD, ye shall not have occasion any more to use this proverb in Israel.


Ik wil dit citaat aan Wouter Van Bellingen aanraden, want het maakt vandaag indruk als je met de bijbel aankomt! Men denkt dan al vlug dat je wel meer achter de hand hebt ...al zijn zulke zaken tegenwoordig makkelijk te vinden, bijvoorbeeld met het geweldige programma E-sword, waar je, vers voor vers, alle mogelijke bijbelvertalingen naast elkaar kunt leggen. Véél meer dan de zesvoudige vergelijking, de Hexapla van de Griekse heilige Origenes (Ὠριγένης, 185–ca.254).
Geen boek werd beter geanalyseerd dan de Bijbel, en filologie is de echte basis van de democratie —natuurlijk niet politicologie of aanverwante, en ik zwijg over de journalistiek, die enkel zelfgefabriceerde pseudo-evenementen en enquêtes verslaat ...maar dat zei ik allemaal eerder al— want zij laat toe om te bewijzen dat teksten, inzonderheid ook Heilige Teksten, altijd louter mensenwerk zijn.

Ja, ik val in herhaling, maar omdat ook in de Bijbel alles twee, drie, of zeven keren gezegd wordt, is er nog:
Jeremía 31:29 In die dagen zullen zij niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en der kinderen tanden zijn stomp geworden.

______________________

* Er schuf die deutsche Sprache. Dieses geschah, indem er die Bibel übersetzte.
In der Tat, der göttliche Verfasser dieses Buches scheint es ebensogut wie wir andere gewußt zu haben, daß es gar nicht gleichgültig ist, durch wen man übersetzt wird, und er wählte selber seinen Übersetzer und verlieh ihm die wundersame Kraft, aus einer toten Sprache, die gleichsam schon begraben war [Hebreeuws], in eine andere Sprache zu übersetzen, die noch gar nicht lebte.

Heinrich Heine
Zur Geschichte der Religion und Philosophie in Deutschland (1834)
Sämtliche Werke, Meyers Klassiker-Ausgaben
Ernst Elster, 1893, vierter Band, S.196-7


Hij schiep de Duitse taal. Dit geschiedde doordat hij de Bijbel vertaalde.
Inderdaad, de goddelijke Steller van dit Boek schijnt evengoed als wij allemaal geweten te hebben dat het een heel verschil maakt door wie je vertaald wordt, en hij zocht zich zelf een vertaler uit, en verleende hem de wonderbaarlijke kracht om uit een dode taal, die als het ware al begraven was, te vertalen naar een andere taal, die nog niet in leven was.
.

12 maart 2007

Een genadeloos lucide romanticus

.
Toen ik daarstraks zag hoe Vande Lanotte en di Rupo in Terzake een forum kregen, en hoe zij probeerden zich te positioneren, terwijl zij op hun stoelen vastgelijmd zaten en enkel een paar mantra's wisten uit te brengen, kreeg ik bijna medelijden. Bijna, want meer op zijn plaats is natuurlijk verachting voor politici die geen ernstig woord lossen, en die zelfs op bevriend terrein geen centimeter vooruit kunnen of willen of durven kijken. Kunnen en durven in één geval en willen in het andere.
Eén zin van Vande Lanotte beviel mij anders wel, want in zijn zenuwen zei de man: dat er geen wetenschap van de politiek bestaanbaar was – anders waren er geen politici meer, enkel nog wetenschappers. Mij goed, maar wat zullen zijn politicologische confraters daarvan denken? Verder kwam er niets uit, behalve dat hij misschien, en misschien van de tewerkstellingspolitiek een puntje wilde maken, eventueel. (Dit alles gesteld natuurlijk, dat hij straks mee aan tafel zal mogen zitten? maar daar leek niemand aan te twijfelen.)
Ontroerend nog in deze uitzending, was de grote blijdschap die op alle gezichten stond na de schitterende resultaten van de enquête in de Libre Belgique.
Ach, ik wilde over iets anders spreken. De ons nu ontvallen Jean Baudrillard beweerde vijfentwintig jaar geleden dingen die ik soms op het scherp van de snee vond. Hij schreef wél heel mooi altijd, en grappig. Daarom vooral las ik hem, want zijn uitspraken klonken mij al eens gewild provocerend in de oren, dandy-achtig of goeroe-achtig zelfs. En diezelfde uitspraken ...als ik ze nu herlees, klinken mij soms wat achterhaald ...in de zin van bewaarheid en vanzelfsprekend geworden.
Baudrillard vond de "media" – hun manier om boodschappen uit te sturen – compleet ongeloofwaardig. Niet soms ongeloofwaardig, of in één of ander opzicht: .altijd en noodzakelijk.
Hij drukte dat ongeloof voortdurend uit in een onfilosofische stijl, scherp zoals ik al zei, maar met een flou artistique. Soms viel in zijn zinnen het werkwoord weg, soms het onderwerp, zolang zijn lezer maar kon invoelen wat er aan de hand was. Meer kon hij niet doen want Baudrillard was een romanticus (vertaalde eerst nog Duitse dichters) en hij vond zijn eigen boodschap al even problematisch als die van anderen.

Verdict d’incrédulité, de mécréance, qui s’étend aujourd’hui à tout ce qui nous est livré par le canal des média et de l’information, voire par celui de la science. Nous enregistrons tout, mais nous n’y croyons pas [...]. Il y a des gens aujourd’hui (ce sont les sondages qui le disent!) qui ne croient même pas à la navette spatiale! Il ne s’agit plus ici de doute philosophique quant à l’être et aux apparences, il s’agit de l’indifférence profonde au principe de réalité sous le coup de la perte de toute illusion. [...]
C’est ce qui fait que le bon vieux jugement critique et ironique n’est plus possible. On pouvait dire, pour en dénoncer la rhétorique: «Ça, c’est de la littérature!» On pouvait dire, pour en dénoncer l’artifice: «Ça, c’est du théâtre!» On pouvait dire, pour en dénoncer la mystification: «Ça, c’est du cinéma!» On ne peut pas dire, pour en dénoncer quoi que ce soit: «Ça, c’est de la télé!» Parce qu’il n’y a plus d’univers de référence. Parce que l’illusion est morte, ou parce qu’elle est totale. Le jour où nous pourrons dire de la même façon: «Ça, c’est de la télé! Ça, c’est de l’information!» c’est que tout aura changé.

Jean Baudrillard.
Les Stratégies fatales.
Éditions Grasset & Fasquelle, 1983.

Verdict van stomme verbazing en ongeloof, dat zich vandaag uitstrekt tot alles wat wij door de kanalen van media en informatie geleverd krijgen en, waarom niet, door die van de wetenschap. Van dat alles nota nemen doen we nog wel, er ook geloof aan hechten niet […]. De dag van vandaag zijn er mensen (de peilingen zeggen het!) die niet eens in de space shuttle geloven! Geen sprake hier van een filosofische twijfel over schijn en zijn: de grondige onverschilligheid tegenover het realiteitsprincipe komt voort uit de teloorgang van elke illusie. […]
Zo komt het dat het oude vertrouwde kritische en ironische oordeel niet langer tot de mogelijkheden behoort. Als je iets artificieel vond, kon je zeggen: “Dat is literatuur!” Als je iets bedrieglijk vond, en dat aan de kaak wilde stellen, kon je zeggen: “Dat is cinema!” Wat je niet kunt zeggen, om wat dan ook aan de kaak te stellen is: “Dat is TV!” Omdat er geen allesomvattend referentiekader meer is. Omdat de illusie dood is, of omdat zij totaal is. Alles zal anders zijn, de dag dat wij het doodnormaal zullen vinden om te zeggen: “Dat is TV! Dat is informatie!”


6 maart 2007

Jean Baudrillard a disparu

. 

Jean Baudrillard is dood. Het staat op de site van Le Monde.
Die man analyseerde, lang voor de meesten, op een scherpe, soms genadeloze maar altijd speelse en zelfs liefdevolle manier wat de consequenties zijn van ...niet minder dan de Verlichting, van de Rationaliteit zelve. Hij was bang voor l'utopie réalisée. Grappige filosofen bestaan! En hij was er een. Hier beschrijft hij, het is maar een splintertje van zijn gedachten, twintig jaar geleden de Marathon van New York — waar wij Vlamingen tegenwoordig ook sterk mee meeleven.
Je n’aurais jamais cru que le marathon de New York puisse vous arracher des larmes. C’est un spectacle de fin du monde. [...] Ils sont 17000 à courir, et on pense à la vraie bataille de Marathon, où ils n’étaient même pas 17000 à se battre. Ils sont 17000, et chacun court seul, sans même l’esprit d’une victoire, simplement pour se sentir exister. «Nous avons gagné!» souffle le Grec de Marathon en expirant. «I did it!» soupire le marathonien épuisé en s’écroulant sur la pelouse de Central Park. I did it! [...] J’ai couru le marathon de New York: I did it! J’ai vaincu l’Annapurna: I did it! Le débarquement sur la lune est du même ordre: We did it! Un événement moins surprenant au fond que programmé d’avance dans la trajectoire du progrès et de la science. Il fallait le faire. On l’a fait. Mais cet événement n’a pas relancé le rêve millénaire de l’espace, il l’a en quelque sorte épuisé. Il y a le même effet d’inutilité dans toute exécution d’un programme, comme dans tout ce qu’on fait pour se prouver qu’on est capable de le faire: un enfant, une escalade, un exploit sexuel, un suicide. [...] Faut-il continuellement faire la preuve de sa propre vie? Étrange signe de faiblesse, signe avant-coureur d’un fanatisme nouveau, celui de la performance sans visage, celui d’une évidence sans fin.
Jean Baudrillard. Amérique. Grasset et Fasquelle, 1986.
___________ . 

Misschien is het ongepast om het nu in herinnering te brengen, maar een verschrikkelijk onrechtvaardige zin van Leo Apostel vond ik altijd, toen hij schreef: .Zowel in de Angelsaksische landen als in Frankrijk krijgen deconstructieve geesten als Deleuze, Guattari, Baudrillard, Lyotard en Derrida gezag van spreken. Deze vorm van intellectueel terrorisme is een verschijnsel van een algemeen crisisbewustzijn. [...] de ontoegankelijkheid van de wetenschap en het verdwijnen van ieder wereld- of waardebeeld, dit alles brengt een golf van antirationalisme teweeg en vermengt zich met lusteloosheid en apathie. (Gebroken Orde; de vergeten toekomst van de filosofie, 1992) Op die manier kan alvast ik niet terugdenken aan de grote Baudrillard. . .

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html