14 juni 2007

Rebelsheid of ecclesiastische bonhomie?


.
Dat hij een goed entertainer is op de televisie weet iedereen, maar oordelen over bijvoorbeeld  Rik Torfs zijn canonieke capaciteiten kunnen weinigen onder ons denk ik. Evenmin lezer, zullen u en ik ooit weten of Torfs zondag een kans had gemaakt als hij zich op een willekeurige lijst had aangemeld.
Misschien net niét moet hijzelf overwogen hebben, want tenslotte had hij ervaring, weze het enkel met academische verkiezingen.
Als columnist anderzijds kan ik Torfs van tijd tot tijd wel smaken in De Standaard. Ja! in het land der blinden hoor ik roepen maar ik zou toch willen opmerken dat binnen de cirkel van het politiekcorrecte hij zich al eens in de nabijheid van de krijtlijnen durft te wagen. Het ontbreekt mij aan de tijd om voorbeelden te geven, maar minstens een stoute collegejongen is die Rik toch.
Elkeen zal zijn eigen afwegingen maken, en elk schrijft wat hem goeddunkt, maar feiten mogen altijd kloppen. In zijn laatste column had Rik enige moeite. Zijn bedoeling was begrijpelijk: hij moest op een relativerend toontje Jean-Marie Dedecker even op zijn plaats zetten als populist.

Maar stemmen voor Jean-Marie? Nooit. 'Ik zeg wat de mensen denken', meldt hij. Dat vind ik jammer. Want waarom denkt hij niet gewoon zelf na? Hij zou het kunnen. En het is zijn plicht. Een politicus moet naar de mensen luisteren, maar heeft niet het recht hen naar de mond praten. Dat laatste is trouwens een vorm van minachting. Een politicus mag niet zomaar nazeggen wat de mensen denken. Als er niet overal politici waren geweest die zich ondanks de volkswil tegen de doodstraf hadden verzet, bestond ze nu in de meeste Europese landen nog. Dat heb je nu eenmaal met gezond verstand. Het is niet genuanceerd. Het is wreed. Het is niet gezond. Gezond verstand is de ultieme vlucht voor de complexiteit van het leven. Misschien zijn normen en waarden wel de iets beschaafdere versie ervan. Gezond verstand in een zondags kostuum. Dit terzijde.

Wel, dit eveneens terzijde:. in Zwitserland, het enige land waar bovenstaande stelling getest kan worden, is juist de vraag om de doodstraf weer in te voeren de laatste jaren al twee of drie keer in referenda aan de bevolking voorgelegd, en telkens werd zij afgewezen. Torfs weet dit wellicht niet niemand weet alles maar meer ten gronde: als het er echt om spant, dan gelooft Torfs niet in de democratie is mijn vrees.
Laat ik hem nu volgende schrikwekkende mededeling doen: de Zwitserse burgers kunnen morgen die vraag opnieuw stellen! Zij kunnen die aan zichzelf stellen alstublieft ...want het volstaat daar dat enkele Eidgenossen genoeg handtekeningen bij hun andere samenzweerders weten te ronselen, om een beslissend referendum af te dwingen.
Niet zo'n plezierige gedachte, hé Rik? En het wordt nog ongezelliger: zelfs al zou het Zwitserse Parlement morgen de doodstraf invoeren, of wat voor wet ook invoeren of afschaffen, dan nog zou de bevolking die wetten weer ongedaan kunnen maken, of alsnog weer invoeren. Wat die volksvertegenwoordigers eerder beslisten wordt dan nul et non avenu.
Het initiatief daartoe ligt in Zwitserland bij de burger, professor!
Goed, misschien speelt een term als initiatiefrecht niet echt een rol in uw ecclesiastisch vak, maar professor Torfs, u bent toch doctor in beide Rechten, niet?
.

8 opmerkingen:

Anoniem zei

Torfs negeert bewust een andere, en meer waarschijnlijke, interpretatie van Dedeckers uitspraak.
"Maar stemmen voor Jean-Marie? Nooit. 'Ik zeg wat de mensen denken', meldt hij. Dat vind ik jammer. Want waarom denkt hij niet gewoon zelf na? Hij zou het kunnen. En het is zijn plicht. Een politicus moet naar de mensen luisteren, maar heeft niet het recht hen naar de mond praten."
De volgende interpretatie had Torfs eerlijkheidshalve ook moeten vermelden: Dedecker zegt hardop wat hij zelf vindt en wat anderen alleen maar denken en niet uitspreken, uit angst voor politiek-correcte neerblikseming. Als ik hetzelfde zeg wat Rik denkt, praat ik hem dan naar de mond? Mag een pretentieuze maître de pensée mij dan snelletjes een torfspopulist noemen? Hoe slim en olijk ons Torfsje misschien ook is, hier laat hij zich van een behoorlijk onzuivere kant kennen, met zijn preekstoelvingertje van moeten-en-niet-mogen.
Dat voortredeneren op een halfslachtige interpretatie of bewuste misinterpretatie heeft een naam in de retoriek, maar welke ook alweer?

Anoniem zei

O.k., ik zal er zelf een gooi naar doen. Het gaat dus over de door Marc aangehaalde tekst van Rik Torfs en de drogredeneringen die ik er in ontwaar.
1. Equivocatio
Van mogelijke interpretaties van een woord(groep) ingaan op slechts één en daarop een argumentatie opbouwen. De uitspraak 'ik zeg wat de mensen denken' interpreteren als
- ik zeg alleen maar wat de mensen denken (Torfs' interpretatie)
en bijvoorbeeld niet
- ik zeg hardop wat de mensen denken maar niet uitspreken (een waarschijnlijker interpretatie omdat je kunt aannemen dat de Dedecker zich gunstig wil voorstellen en niet als de hersenloze oen van Torfs' versie)
2. Exclusio
Een belangrijke informatie niet in aanmerking nemen. Zoals boven, als je verschillende interpretaties als informatie beschouwt.
3. Ad hominem
De geviseerde persoon aanvallen op persoonlijke eigenschappen i.p.v. in te gaan op de inhoud van de geciteerde uitspraak van Dedecker. M.a.w. afwijken van het onderwerp.
- Want waarom denkt hij niet gewoon zelf na? Hij zou het kunnen. (Torfs)
Dedecker wordt dus voorgesteld als een hersenloze oen en gekleineerd door de schoolmeesterachtige commentaar.
Dit is ook een duidelijk voorbeeld van foutieve deductie, een non-sequiturconclusie uit de uitspraak 'ik zeg wat de mensen denken'. Hierin vind je niets gezegd over Dedeckers eigen denkactiviteit, dus de conclusie 'dat hij niet zelf denkt' is wat de angelsaksen innuendo noemen.
4. Ad verecundiam (autoriteitsargument, in dit geval anoniem, tenzij je vindt dat Torfs zichzelf als de autoriteit beschouwd.)
- En het is zijn plicht. Een politicus moet naar de mensen luisteren, maar heeft niet het recht hen naar de mond praten. (-) Een politicus mag niet zomaar nazeggen wat de mensen denken. (Torfs)
De autoriteit wordt hier opgevoerd in de vorm van werkwoorden van modaliteit (moeten, niet mogen) en en ge-/verbodsuitdrukkingen (het is zijn plicht, heeft niet het recht). Dit zouden geldige argumenten kunnen worden als de autoriteit genoemd wordt (die een algemeen aanvaard gezag heeft) én er een degelijke argumentatie aan vasthangt. Nu is het stemmingmakerij.
5. Ignoratio elenchi
De argumentatie op een zijspoor parkeren, over een ander onderwerp verder gaan dan waar men mee begonnen was. In dit geval stelt dat Dedecker en zijn 'mensen' subtiel in een ongunstig daglicht.
- 'zeggen' (Dedecker) wordt 'nazeggen' (Torfs)
- 'wat de mensen denken' (Dedecker) wordt 'wat het volk wil' (Torfs). De volkswil, de blinde massa, volkswoede, lynchen, brrr.
En als zijspoor van het zijspoor-'de volkswil'
- 'het gezond verstand' (Torfs). Dit heeft deductief geen enkele connectie met de zin die het uitgangspunt was, tenzij je heel de onuitgesproken context van Dedeckers politieke actie erbij betrekt, in dit geval een weinig subtiele beïnvloeding van de lezer, want volledig in een ongunstig licht geplaatst, maar zonder enige argumentatie.
6. Ad consequentiam
Over de consequenties. Bangmakerij, eigenlijk ook een soort ignoratio elenchi.
- Als er niet overal politici waren geweest die zich ondanks de volkswil tegen de doodstraf hadden verzet, bestond ze nu in de meeste Europese landen nog.(Torfs)
'Mensen, denk aan de gevolgen!' Het lijkt een groot kanon (de doodstraf) maar het is volledig naast de kwestie en overtrokken naast de uitspraak 'ik zeg wat de mensen denken'.
7. Bedrieglijke generalisatie en ongeldige deductie
- Als er niet overal politici waren geweest die zich ondanks de volkswil tegen de doodstraf hadden verzet, bestond ze nu in de meeste Europese landen nog.(Torfs)
Het staal dat deze bewering moet staven, 'er (-) overal politici', is totaal onbetrouwbaar, want de plaats is vaag en de politici zijn niet met aantal/percentage of naam vernoemd. Het woord 'meeste' in de conclusio maakt de vaagheid compleet. Het is helemaal niet bewezen dat de actie van deze politici de enige oorzaak is van het afschaffen van de doodstraf, er kunnen nog tientallen andere factoren hebben meegespeeld. Eerst dat bewijs, en dan beschouw ik de deductie als geldig. Zie trouwens Marcs pertinente commentaar bij deze bewering (In Zwitserland...)
8. Gebruik van emotionele, moralistische, waardebepalende, geladen terminologie ('Prejudicial Language' bij de angelsaksen, ik ken de juiste Nederlandse of Latijnse benaming niet)
- Dat heb je nu eenmaal met gezond verstand. Het is niet genuanceerd. Het is wreed. Het is niet gezond. Gezond verstand is de ultieme vlucht voor de complexiteit van het leven. Misschien zijn normen en waarden wel de iets beschaafdere versie ervan. Gezond verstand in een zondags kostuum. (Torfs)
Als de lezer Torfs volgt in zijn betoog schaart hij zich bij de 'goeden'. (Dit stuk staat vol gratuite opmerkingen, waarvan de waarheid gecontesteerd kan worden. Je zou bijvoorbeeld evengoed kunnen beweren: Gezond verstand is de ultieme aanpak van de complexiteit van het leven.) Met het gebruik van het woord 'misschien' ontduikt Torfs dan weer de aansprakelijkheid voor de bewering die volgt.
In een logische redenering moet deze terminologie achterwege blijven, zodat de lezer, zonder troebelheid, een eerlijke kijk gegeven wordt op het redeneringsproces.
Overigens, en dit terzijde (om met Torfs te spreken), valt de term 'gezond' verstand ook in deze categorie. Een partij met deze griezel in haar naam gaat heel wat commentaar tegemoet. 'Open' VLD valt onder dezelfde noemer. En ik zou zover gaan om ook Groen! hierin te betrekken, want hoe beladen is dat woord niet?

***Wat niet tersprake gekomen is, is het onderliggende motief van de auteur van dit artikel. Er zijn suggesties in de tekst dat hij het algemeen belang op het oog heeft. Maar de hardnekkigheid waarmee in dit korte stukje met al de bovengenoemde retorische schijnbewegingen een negatieve toon wordt gevoerd ten opzichte van de uitspraak van Dedecker doet vermoeden dat er een persoonlijke motivatie aan ten grondslag ligt. Mijn ideeën hierover laat ik achterwege, want zij zijn ad hominem.

Marc Vanfraechem zei

Dat is wel een héél degelijk stuk, Decker.
Het mag onwaarschijnlijk lijken, en je bent niet verplicht mij te geloven, maar de meeste dingen die jij expliciet en mooi onderbouwd zegt, had ik vaag ook in mijn achterhoofd toen ik mijn badinerend en gemakkelijk stukje schreef.
Bedankt voor de reactie!

Anoniem zei

moet professor Torfs dan gewoon zeggen : ik hou niet van Dedecker.
Of is dat ook een stijlfiguur?

Anoniem zei

@Marc Vanfraechem
Toen ik een handboek Retorica opendeed was het enkel om de juiste term te vinden voor het voortredeneren op een halfslachtige interpretatie of bewuste misinterpretatie. Maar verder lezend dook Torfs steeds weer op in een of ander voorbeeld, zodat het wat uit de hand gelopen is.
Sta me toe het oneens te zijn met je bewering dat je badinerende stukjes gemakkelijk zouden zijn. Het trefzeker suggereren zonder uit te spreken, de lezer nieuwsgierig houden en op het juiste moment de pointe leveren, met interessante culturele zijsprongen én met onvervalst plezier, dat doen heel weinigen je na.
@Anoniem
Dan zou Torfs meteen uitgesproken zijn en dat brengt geen zaad in het bakje.
Maar ja, ik houd niet van Dedecker is volgens mij een ad hominem, omdat hier gesuggereerd wordt dat Dedecker een onprettige persoon is. Dit valt natuurlijk niet onder de drogredeneringen, want het is een uitspraak zonder meer. Maar wel een vernietigende, want er is geen verhaal tegen. Als men zou zeggen waarom men niet van Dedecker houdt, dan kan daarop ingegaan worden om alsnog een verandering in de gezindheid te verkrijgen. Nu lijkt het onherroepelijk. Dat heeft de satiricus Martialis haarscherp ontleed waar hij dicht:
Ik houd niet van je, Sabidius,
en ik kan niet zeggen waarom;
ik kan alleen maar dit zeggen:
ik houd niet van je.

Marc Vanfraechem zei

@hel decker: je doet mij te veel eer aan, maar ik hoor het niettemin graag, zo ijdel ben ik wel. En om nu nog eens een mooie culturele zijsprong te maken die ook onze anonieme lezer zal bevallen: Robert Graves maakte als leerling van Charterhouse (fameuze public school) een parafraserende vertaling van Martialis' epigram. Het sloeg op een leraar daar, die niet in zijn smaak viel... ik meen dat zijn vertaling voorkomt in een kortverhaal van hem, maar ik vind ze niet meer terug en reconstrueer maar uit het hoofd:

[Non amo te, Sabidi, nec possum dicere quare:
Hoc tantum possum dicere, non amo te.
Martialis.
Epigrammata, I,XXXII
]

I do not love thee Doctor Fell.
The reason why, I cannot tell,
But this I know, and know full well:
I do not love thee Doctor Fell.

Anoniem zei

Volgens Wikipedia(John Fell (June 23, 1625 – July 10, 1686), was an English churchman): http://en.wikipedia.org/wiki/John_Fell_(clergyman)
zou een zekere Tom Brown, mij onbekend, de auteur van de vertaling zijn. Het zou mij niet verbazen dat Robert Graves dit voor zijn eigen satirische doeleinden gebruikt heeft.

Marc Vanfraechem zei

Het raadsel is hier opgelost:
http://eclipse.rutgers.edu/goose/rhymes/fell/6.aspx
Graves geeft inderdaad het Dr.Fell-rijmpje in een verzameling Mother Goose-versjes, maar hij beweert niet dat het van hemzelf afkomstig is. Dat herinnerde ik mij verkeerd...

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html