9 juli 2007

Cultural History

.
In de Standaard der Letteren verschijnen vaak recensies waar ik de redactie dankbaar voor ben. Al bij het zien van hun koppen weet ik dat bepaalde boeken niet voor mij bestemd zijn.
Vorige week besprak Marijke Arijs onder de kop “Parijs is een oude hoer” een soort stadsgids, geschreven door een assistent-professor in cultural history, zekere Andrew Hussey, afkomstig van Liverpool. Dat laatste zal nu velen doen denken aan voetbal en hooligans, en ook het begeleidend portret van Hussey helpt niet, maar de man leeft meestentijds in Parijs en geeft er les aan een afdeling van de University of London. Ze hebben daar Engelse lessen voor Fransen, en lessen Frans voor Engelsen.
Zopas verscheen bij de Arbeiderspers de vertaling van zijn boek: .Paris. The Secret History –– Parijs. De verborgen geschiedenis.
Hussey’s belangstelling gaat opvallend vaak uit naar prostitutie en pornografie, zegt Marijke Arijs, en ik zou dat geen bezwaar vinden, ware het niet dat Hussey meent dat hij ook over serieuze onderwerpen zijn licht mag laten schijnen. Bijvoorbeeld over de Franse (hij zegt Parijse) rellen van november 2005 – die zoals wij weten tot een eind in 2006 aanhielden.
Tegenwoordig wordt de burgeroorlog uitgevochten tussen de politie en de jongeren uit de banlieue, vertelt ons Hussey, en hij weet ook hoe dat komt: [...] eigenlijk maken die rellen deel uit van de aloude Parijse traditie van rebellie en contestatie.
Dit is een interessante visie. Die rellen duidden dus op een vorm van integratie, ik zou willen zeggen, zelfs op een bijna verwerpelijk traditionalisme bij de relschoppers!
Parijs heeft nooit bekendgestaan om zijn tolerantie, maar de verhouding met de islam is nog nooit zo gespannen geweest, pikt Arijs in, en de assistent-professor antwoordt:
Historisch gezien valt die slechte reputatie te verklaren vanuit de achttiende eeuw. Toen kwamen massa's mensen uit het Nabije Oosten naar Parijs, de hoofdstad van de vrijheid, maar paradoxaal genoeg kwamen ze in de hoofdstad van het absolutisme terecht [tiens? ...kleine mensenmassa's wellicht]. Tegenwoordig komen mensen uit de Maghreb en van elders naar Parijs in de naam van waarden als vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar ze worden geconfronteerd met racisme en werkloosheid. Die mensen zijn natuurlijk verbitterd.
Alweer een verrassend inzicht, want ik wist helemaal niet dat vrijheid, gelijkheid en broederschap de grote motor waren achter de massale immigratie. Velen onzer medeburgers denken wellicht nog dat de modale mohammedaan verondersteld wordt het Westen te verachten, vanwege de valse waarden die hier gemeengoed zijn.
Nog verrassender is echter dat onze gasten zich collectief vergissen, want zoals Hussey wél weet en zij niet: juist in het Westen zijn die waarden niet voorradig. Wij doen daar niet aan. "Wij-en-volge-me dienen artikel nie", zeiden vroeger Gentse winkeljuffers als je hen vroeg naar iets dat ze niet in huis hadden.
In de oude tijden hadden immigranten veel platvloerser redenen om een streek in te palmen.
In The Fall of Rome, and the End of Civilization, van Bryan Ward-Perkins (Oxford University Press 2005) lezen wij bijvoorbeeld:
Fortunately for the Romans, invading Germanic peoples did not despize them, and had entered the empire in the hope of enjoying the fruits of Roman material comfort – but, equally, the invaders were not angels who have simply been badly maligned (or 'problematized', to use modern jargon) by prejudiced Roman observers. (alles wordt onderaan vertaald)
Bryan Ward-Perkins, een Oxford-archeoloog die in Rome geboren werd en er ook woont (zijn vader was al archeoloog), heeft een merkwaardig boek geschreven dat nogal tegen de gangbare opvattingen indruist, omdat het weinig politiek-correcte ideologie bevat maar des te meer feiten (de man is een autoriteit wat potscherven betreft).
Het heeft eeuwen geduurd zegt hij, voor de beschaafde wereld deze catastrofe te boven kwam: [...] the long-term effects of the dissolution of the empire were dramatic [...]. Weinigen van zijn collega's durven dat op die manier nog neer te schrijven, en zij gebruiken liever neutrale termen zoals "overgangsfaze", "transformatie", "evolutie" en dergelijke. Die correcte collega's moeten zichzelf dan soms enig geweld aandoen. Zo bijvoorbeeld de Yale-professor Walter Goffart: ‘what we call the Fall of the Western Roman empire was an imaginative experiment that got a little out of hand’. {W. Goffart, Barbarians and Romans AD 418-584: The Techniques of Accommodation (Princeton, 1980). Ik lees dat bij Ward-Perkins, maar Goffart verdient deze accolade.}
Ward-Perkins maakt zich graag vrolijk over dit soort inspanningen van zijn collegæ, en in zijn onderkoelde Engels schrijft hij voornamelijk over waterleidingen en riolen, over dakpannen en bruggen en wegen, grafitti en munten en vazen. Dat levert zinnetjes op als: [het leven van de heilige Severinus] makes it clear that the process of invasion was highly unpleasant for the people who had to live through it, although it is difficult to specify quite how unpleasant – partly because intervening periods of peace are not recorded, and partly because it is always impossible to quantify horror, however vividly described.
Hij besluit zijn boek met: I also think there is a real danger for the present day in a vision of the end [of Rome] that explicitly sets out to eliminate all crisis and decline. The end of the Roman West witnessed horrors and dislocation of a kind I sincerely hope never to have to live through; and it destroyed a complex civilization, throwing the inhabitants of the West back to a standard of living typical of prehistoric times. Romans before the fall were as certain as we are today that their world would continue for ever substantially unchanged. They were wrong. We would be wise not to repeat their complacency.

The Fall of Rome is een prachtboek, gericht tot de geïnformeerde leek, en Oxford University Press bewijst hier ten overvloede wat een schitterende uitgever al niet vermag.
Helaas heeft OUP laatst het eigen blazoen ernstig bezoedeld met de uitgave van
"In the Footsteps of the Prophet", van de bekende oplichter Tariq Ramadan. Deze "biografie" van de Profeet – en geprezen zij zijn naam, maar wetenschappelijk gesproken weten wij eigenlijk niets over hem, zelfs niet of de goedheilig man ooit wel bestaan heeft – ontlokte in de Neue Zürcher Zeitung van 12 juni volgende bedenking aan de bekende Arabist Tilman Nagel: "...de tot voor kort als wetenschappelijk bekend staande Oxford University Press."
___________________

Gelukkig voor de Romeinen koesterden de invallende Germaanse volkeren geen verachting voor hen, en waren zij enkel binnengevallen in de hoop de vruchten te plukken van het Romeinse materiële comfort – maar, net zo goed waren die invallers geen engeltjes, die eenvoudigweg zwartgemaakt werden (of ‘geproblematiseerd’ om het modern jargon te gebruiken) door bevooroordeelde Romeinse waarnemers.

[…] op lange termijn waren de effecten van de verdamping (oplossing, verdwijning) van het keizerrijk dramatisch.

{‘wat wij de Val van het West-Romeinse Keizerrijk noemen, was een geïnspireerd experiment dat lichtjes uit de hand liep.’}

[het leven van de heilige Severinus] laat duidelijk zien dat het verloop van de invasie hoogst onplezierig was voor de mensen die het moesten meemaken, al blijft het moeilijk om precies te zeggen hoe onplezierig wel – deels omdat tussenliggende periodes van vrede niet geboekstaafd werden, en deels omdat het altijd moeilijk is om gruwelijkheden te quantificeren, hoe levendig de beschrijving ook mag zijn.

Ook denk ik dat een visie omtrent het einde [van Rome], die er uitdrukkelijk werk van maakt om elk begrip van crisis en verval uit de weg te gaan, een reëel gevaar vormt voor de dag van vandaag. De eindtijd van het Romeinse Westen was getuige van afschuwelijkheden en ontwrichtingen die ik in alle eerlijkheid hoop zelf nooit te hoeven meemaken; en hij vernietigde een complexe samenleving, en sloeg de Westerse inwoners terug naar een levensstandaard die overeenkomt met de prehistorie. De Romeinen van vóór de Val waren net zo overtuigd als wij vandaag, dat hun wereld voor altijd en zonder noemenswaardige veranderingen verder zou gaan. Zij vergistten zich. Wij zouden er verstandig aan doen, hun meegaandheid niet te herhalen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Heel grappig is natuurlijk dat die assistent-professor met z'n hoerenfixatie... Hussey heet. Het zoveelste voorbeeld van wat in New Scientist 'nominative determinism' wordt genoemd ;-)

Groeten van een stille bewonderaar van uw blog!

Marc Vanfraechem zei

Dat van die "hussy" was mij ontgaan, maar het is inderdaad een goede grap!
Bedankt voor de appreciatie, beste anonieme.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html