18 december 2007

De dood van al onze handelsreizigers

.
Vandaag, net als gisteren en eergisteren, en trouwens de voorbije weken en maanden, stond in het blaadje van marketeer Vandermeersch alweer dat bepaalde zinnetje dat mijn bijzondere wrevel opwekt. Deze keer zette Sturtewagen zijn handtekening als commis-voyageur van dienst, maar dat is niet meer dan een detail, want de koopwaar is bij alle kranten dezelfde.

Aangezien hun kiezers al lang niet meer kunnen volgen waarover het politieke debat de jongste weken nog ging, durven de christendemocraten de risico's aan.

Waar Sturtewagen het precies over had doet er even niet toe, laat mij vertalen: van stemrecht stellen wij oudgediende handelsreizigers van de firma Paars ons niet veel voor. Een goed werkende democratie is eenmaal de vrucht van publieke amnesie en wijdverbreide dwaasheid. Politieke beloften zijn kraaltjes en zilverpapier. Volwassen journalisten gooien die de dag na de verkiezingen meteen weer weg.
Dat geen enkele journalist vóór de verkiezingen heeft gezien wat het belangrijkste thema zou worden ...dat is het publiek helaas nog niet vergeten. De publieke amnesie is selectiever dan onze Desmetten&Vandermeerschen wellicht hadden gehoopt.

Arthur Miller, maar die man is alweer twee jaar dood, dacht nog anders over de taak van een deftige krant: “A good newspaper, I suppose, is a nation talking to itself.
En onze journalisten beseffen geeneens waar de natie over denkt! Bij ons praten kwaliteitskranten dus niet met, maar denigrerend over de natie.
Spijtig trouwens dat ze zoveel stukken moeten leveren, want wat onze koelies nog het liefste doen is werken aan hun verstandhouding onderling én met de machthebbers. Zo mogen zij bijwijlen iets oplikken van de kruimkens die van deze laatsten hun tafelen vallen.

Een mens moet elke dag eten inderdaad, en ik begrijp Sturtewagen zijn collega’s Verschelden en Samyn dan ook als zij in het flutrubriekje “Kreten&Gefluister” hun beklag doen over, in bedekte termen, Leterme natuurlijk.
Want er viel niet genoeg te rapen toentertijd in Hertoginnedal. Maar nu is Verhofstadt er weer!


Bij een van de laatste oranje-blauwe stuiptrekkingen in november was de chauffeur van minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (Open VLD) nog zo vriendelijk een thermos koffie te halen voor de half bevroren journalisten op de stoep van de Wetstraat. Het was een zeldzaam moment van oranje-blauwe gastvrijheid. Toen premier Guy Verhofstadt twee weken geleden door de koning in de ring werd gestuurd, gaf hij prompt te kennen dat de journalisten niet langer onbeschut, onverwarmd en dorstig zouden moeten wachten.
En kijk. Terwijl Verhofstadt zondagavond in zijn ambtswoning aan de Lambermontstraat vergaderde met CD&V/N-VA, Open VLD, MR en PS en buiten het kwik tot -3° daalde, hield de premier woord. De wachtende journalisten konden om de hoek in een lokaaltje van het kabinet van staatssecretaris Gisèle Mandaila terecht om even op te warmen. Er stonden koffie, soep en frisdrank voor de dorstigen en wafeltjes voor de hongerigen. 'Want ik had honger en gij hebt mij te eten gegeven, ik had dorst en gij hebt mij te drinken gegeven, ik was vreemdeling en gij hebt mij opgenomen', klinkt het in het evangelie naar Mattheus. Verhofstadt is misschien geen christendemocraat, maar hij kent duidelijk zijn klassiekers.

Wat ik wilde zeggen, Wouter of Steven, is dat er verderop in de evangeliën nog interessante zaken staan. Bij Lukas lezen wij over zekere Lazarus (niet de Lazarus die uit de doden is opgewekt, een andere, misschien wel een journalist in volle doen?).

Lukas 16; En er was een zeker rijk mens, en was gekleed met purper [toen al] en zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. En er was een zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag voor zijn poort vol zweren; en begeerde verzadigd te worden van de kruimkens, die van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden kwamen en lekten zijn zweren.

Laat de kruimels, voor de tijd dat het nog duurt, jullie goed smaken jongens! En verder maar hopen op het hiernamaals?


.

7 opmerkingen:

Anoniem zei

Marc, een fijn stukje. Verhofstadt treedt hiermee in de voetsporen van de grote Belgische politici. Tijdens lange onderhandelingen was het de gewoonte van ene Paul Vanden Boeynants om even de zaal te verlaten en naar de journalisten aan de poort te trekken. Die werden getrakteerd op een pot Boerenpaté van het huis en een dozijn platte moppen. Vervolgens verdween Polle Pansj opnieuw in de achterkamers van de Wetstraat. Of wat een mens moet doen om de journaille gunstig te stemmen.
( Mijn betrouwbare bron : Jan Ceuleers)

Marc Vanfraechem zei

@rikkert bal: ja sinds die met pensioen is heb ik hem al meer interessante dingen weten vertellen.

Anoniem zei

Grandioos. To the point.

Anoniem zei

Hoe was het weer? Wiens brood men eet...
Tja, en Leterme moest het in het slechtste geval uit eigen zak betalen of anders bedelen bij de penningmeester van de CD&V. Guy beheerde de lopende zaken en wie kijkt er dan op van een rekening meer of minder?
Zoals steeds weer een stukje om de vingers van af te likken, Marc.

Anoniem zei

De denigrerende houding van die journalisten tegenover de natie en het kiezersvee hebben ze van niet ver. Het is hier ook een 'wiens brood men eet diens woord men spreekt', in dit geval van marktkramer Vandermeersch. Ik geef u de uitspraak van deze nitwit over zijn eigen krantenlezers: Wij, journalisten, moeten strenger recenseren. Om te vermijden dat lezers hun tijd verliezen. (SDL 28/12, p.14)
***
Die Statenvertaling is echt een juweel, ook al kraakt het oud-Nederlands ervan in al zijn voegen. Dat geeft haar vreemd genoeg een frisheid en pregnantie die ik ook bij het Zuid-Afrikaans vind.

Marc Vanfraechem zei

@hel decker: De Statenvertaling is altijd een genot, ook al moet ik soms de St.James of de Lutherbijbel er naast leggen om te begrijpen wat precies wordt verteld. Met het geweldige programma E-sword gaat dat gelukkig moeiteloos.
Dit is bijvoorbeeld de Afrikaans Ou Vertaling: Luk 16:19 En daar was ‘n ryk man, en hy het purper en fyn linne gedra en elke dag vrolik en weelderig gelewe. En daar was ‘n bedelaar met die naam van Lasarus wat vol swere voor sy poort gelê het. En hy het verlang om hom te versadig met die krummels wat van die ryk man se tafel val. Ja, selfs die honde het gekom en sy swere gelek. En toe die bedelaar sterf, is hy deur die engele weggedra na die boesem van Abraham.

Anoniem zei

Inderdaad prachtig, dat Ou Afrikaans (hoop dat ik dit Afrikaans correct schrijf :-). Naar die bijbel wil ik eens meer gaan kijken.
Hel Decker

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html