8 mei 2014

Neokoloniaal superioriteitsgevoel


Evita Neefs heeft vandaag bladzijde zestien van De Standaard halfvol gekribbeld (de andere helft was, zoals gewoonlijk in deze bildzeitung, een nietszeggende foto). Ze zal het met pijn hebben gedaan, maar kon er niet omheen en moest in haar artikel dat over Boko Haram ging, en over de ontvoering van de meisjes in Nigeria, toch één keer het woord “islamitisch” gebruiken.
Volgens haar gaat het om terroristen, slechte mensen dus. Maar de slechtheid van de mens is al lang bekend en verklaart weinig.

Waarschijnlijk heeft Evita nooit het boek “De Islam, kritische essays over een politieke religie(2010, Academic & Scientific Publishers) ingekeken. Ik kan daar begrip voor hebben want het is een dik boek, zowat een kilogram zwaar schat ik, en een gewoon huisvrouwtje leest dan liever andere dingen. Maar hier hebben we het over een “kwaliteitsjournaliste”, niet over een gewoon huisvrouwtje.
Nu ben ik bereid om haar te helpen: Evita hoeft dat boek helemaal niet te lezen! Enkel de lectuur van de pagina’s 661 tot 683 zal Evita al helpen om nog een vol jaar en meer in De Standaard te schrijven. Daar zal zij namelijk een essay vinden dat “Islam en Slavernij” heet en dat, laat ik het meteen zeggen van mijn hand is.
In dat essay zal Evita lezen dat er een verband bestaat tussen die twee begrippen. En om een moeilijk woord te gebruiken: dat verband is causaal.
Tenminste, dat beweer ik, samen met de tientallen academische auteurs waar ik naar verwijs. Evita vindt de ontvoering van honderden meisjes –ontvoerd omdát zij naar school gaan– “hartverscheurend”. Dat is mooi, en in de magazines bij haar kapper zal zij ongetwijfeld gelijkaardige kwalificaties aantreffen.
En Evita mag ook vragen stellen. Zoals bijvoorbeeld: “Waarom bieden de VS hulp?”, “Reageerde Nigeria te laks?”, “Welke hulp bieden de VS?”, of “Past de hulp dan niet in de strijd tegen de terreur?” Allemaal dingen die zij in de kwaliteitskrant zich afvraagt, en vragen staat vrij.

Maar de vraag of er misschien een oorzakelijk verband bestaat tussen de islam en slavernij, niet nu en in Nigeria, maar al vijftien eeuwen lang en overal in het Huis van de Islam, die vraag wordt niet door haar gesteld maar wel in mijn essay behandeld en zij is, met alweer een moeilijk woord preliminair, voorafgaand aan Evita’s eigen vraagjes.
Misschien kan Evita wel vinden dat de beweringen van de door mij geciteerde tientallen auteurs onzin zijn, want die kunnen verklaren wat er nu omgaat in Nigeria, en dat is onaangenaam.

En natuurlijk is die ontvoering “hartverscheurend”, maar ze heeft ook een logische grondslag: het is geen verrassing voor wie de islamleer ernstig neemt, en niet zoals Evita een superieur, vals moreel en ten gronde neokoloniaal standpunt inneemt.



Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html