25 januari 2015

Abdullah, Christine, Theo en Jean-Baptiste


Die oude koning van Saoedi Arabië die net in het zand gebeten heeft, Abdallah – slaaf van Allah als ik het goed heb – was volgens Christine Lagarde een felle voorstander van vrouwenrechten. Lagarde is baas van het IMF, waar zij die andere vrouwenliefhebber Dominique Strauss-Kahn opvolgde, en zij deed deze verklaring in de wat ijle lucht van Davos:

Hij was een grote leider, voerde veel hervormingen door in zijn land, en op een heel discrete manier was hij een felle verdediger van de vrouwen. Dat ging heel geleidelijk, zoals allicht aangewezen in dit land, maar ik sprak hem verschillende keren over dit onderwerp en hij geloofde er sterk in. Want vaak wordt Saoedi Arabië voorgesteld als een plek waar vrouwen niet helemaal een gelijke rol spelen, maar zijne majesteit was vast van plan om geleidelijk verandering in deze toestand te brengen.




He was a great leader, implemented lots of reforms at home, and in a very discreet way he was a strong advocate of women. It was very gradual, appropriately so probably for the country, but I discussed that issue with him several times and he was a strong believer. Because very often Saudi Arabia is portrayed as a place where women do not play quite the same role, but his majesty was determined to actually change gradually the situation.

Nu moest ik denken aan twee boeken die zij bij gelegenheid eens zou moeten lezen, tijdens een lange vlucht misschien. Een ervan zal ze al gelezen hebben, meen ik te begrijpen uit haar luchthartige verklaring, maar ik signaleer het toch maar, namelijk: «Landru, précurseur du féminisme: correspondance inédite 1919-1922». Het verscheen bij Éditions Mille et une Nuits, een sprookjesachtige naam voor een uitgeverij, en Christine houdt wel van sprookjes. Auteur-bezorger is de filosoof Jean-Baptiste Botul die hier eerder al ter sprake kwam.

Het andere boek is helaas in het Nederlands geschreven: "Sla ik mijn vrouw wel hard genoeg?" van Theo van Gogh (uitgeverij L.J.Veen, 1996). Theo was in 1996 nog niet ritueel geslacht door Mohammed Bouyeri, en bijgevolg nog een stuk minder bekend toen bij ons.
Ik las dat boek toch maar, een bundeling van stukjes die deels in HP/De Tijd waren verschenen, en wel tot op het moment dat hem werd gemeld: "De kloof tussen Van Gogh en HP/De Tijd is te groot geworden."

Nu is het waar dat van Gogh soms inging op kwesties die bij werkelijk álle redacties slecht zouden zijn gevallen, zoals bijvoorbeeld dat slaan van vrouwen in de islam. Nochtans is dit een goed gedocumenteerd voorschrift, en zelfs wordt beschreven hoe je bij dat slaan te werk moet gaan (bij voorkeur niet in het aangezicht, en ook niet in een eerste opwelling van woede, maar in alle kalmte, met een frisse kop).
De islam is tenslotte weinig meer dan een geheel van nauwkeurige gedragsregels, en een goede mohammedaan kan inderdaad met die vraag van de hoehardheid worstelen. In geval van twijfel zal hij dan een imam raadplegen. Ook Theo probeerde op die legitieme vraag een antwoord te vinden, maar dat werd hem kwalijk genomen door de latere jesuischarlie-journalisten.

Misschien waren het wel die modaliteiten van het afranselen die Christine Lagarde ter sprake heeft gebracht bij Abdallah, koning van Saoedi Arabië ...very often portrayed as a place where women do not play quite the same role.

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html