22 december 2015

Gelukkig Nieuwjaar!


Raymond Oliver en Cathérine Langeais maken voor ons een lekker Nieuwjaarsdessert

Oranges en Surprise

CPF86602558_oranges-surprises
(ook natuurkundigen of scheikundigen konden toen nog iets opsteken van kookprogramma's)

18 december 2015

Amnesie als journalistiek wapen


In 1997 schreef Pierre Bourdieu de inleiding bij het boekje “Les nouveaux chiens de garde” van de journalist Serge Halimi, dat hier vorige keer ter sprake kwam. Ik was vergeten dat Bourdieu de inleiding had geschreven, maar vond het boekje terug bij de – weinig succesvolle – herordening van mijn bibliotheek. 
En wat Bourdieu schrijft is interessant. Halimi had namelijk methodisch geregistreerd wat er, bijvoorbeeld op radio en tv, zoal verteld werd in nieuwsuitzendingen en dergelijke. Zulke mededelingen zijn heel vluchtig en verdwijnen makkelijk in het niets. Tegenwoordig is dat niet meer zo – alhoewel – omdat we nu veel kunnen herbekijken of beluisteren op het web, maar in 1997 moest er nog iemand gevonden worden die alles in een boekje bijeenbracht.
Dat zorgvuldige opschrijfwerk van Halimi, zegt Bourdieu, had als effect dat de journalistieke praktijk een van zijn onzichtbare steunpilaren was kwijtgeraakt: de amnesie namelijk, die bij journalisten niet minder groot is dan bij hun publiek. Door dit geheugenverlies valt het niet op dat er in hun vertellingen voortdurend inconsequenties en onsamenhangendheden voorkomen, en zo komen journalisten moeiteloos weg met elke ommezwaai of kazakdraaierij: « Ce travail d'archiviste a pour effet de ruiner un des supports invisibles de la pratique journalistique, l'amnésie qui n'est pas moins grande chez les journalistes que chez leurs lecteurs et qui autorise en permanence les inconséquences et les incohérences, voire les virevoltes et les volte-face. »
Maar waarom, vraagt Bourdieu, zouden ook journalisten niet eens ter verantwoording geroepen mogen worden voor wat ze allemaal vertellen en verteld hebben? Zij die zelf zo graag en zo vaak met morele veroordelingen klaar staan?
De tekst van Halimi zelf doorbladerde ik weer even, en hij is inderdaad bijzonder sterk, nog altijd, en vele oude affaires herinner ik me nu weer, maar wie weet nog wie Chazal, Ockrent, Elkabbach, Drucker, Poivre d’Arvor of Sinclair waren?


4 december 2015

Als imbecielen de krijgskunst beoefenen


In Le Monde Diplomatique staat elke maand weer iets interessants. Het is betreurenswaardig dat onze journalisten dit blad nauwelijks lijken te kennen, of er in ieder geval nooit uit citeren. Zouden ze toch moeten doen, zoals Mark Grammens het hen vaak voordeed.
Iemand als Serge Halimi bijvoorbeeld, hun redactiedirecteur, schrijft geregeld dingen waar ik het niet noodzakelijk eens mee ben, maar die wel het geheugen opfrissen. Het blad gebruikt dan ook voetnoten, altijd een bewijs van verstand en intellectuele eerlijkheid. De noten hieronder zijn dus van de auteur zelf  behalve als ze in het zwart staan: dan zijn ze van mij.

Om Halimi even voor te stellen: in 1997 leerde het Franse publiek hem kennen met zijn succesboek –het werd zelfs verfilmd– : «Les Nouveaux Chiens de garde», de nieuwe waakhonden. Daarin bekeek hij nauwgezet de banden tussen journalisten en politici. Hij toonde aan hoe een klein kliekje, hij noemt ze ‘de permanente woordvoerders’, de publieke opinie bepaalt. Halimi beschrijft de serviele, gedweeë, constructieve journalistiek, de journalistiek van de verstandhouding, de journalistiek die uit de hand van de politiek eet, de journalistiek die behaagt en verkoopt. Hij heeft het ook over de wet van de stilte, de censuur die des te efficiënter werkt omdat zij onbenoemd blijft, want: «...soms vallen de belangen van de geldschieters op miraculeuze manier samen met die van de ‘informatie’.»*
En hij gaat het gevecht niet uit de weg. Onder meer met mensen die achter een figuur als Bernard-Henri Lévy aanhollen, zoals bij ons onder meer een Yves Desmet dat deed toen die om bombardementen op Belgrado smeekte, en later op Libië.
Maar ook een brave mens als Tom Naegels zal van hem iets kunnen leren. Meegesleept wellicht door de poëtische benaming, schreef die luttele dagen na het uitbreken van de ‘Arabische Lente’:
‘Waar zijn ze nu? Al die intellectuelen die ons normaal iedere dag minstens één keer donderend voorhouden dat ‘de islam’ nooit democratie zal aanvaarden. Omdat de ‘psychoculturele software van de islamiet’ dat nu eenmaal afwijst. En dat het daarom normaal is dat al die Arabische landen dictaturen zijn. De Profeet zélf was immers een dictator!’
En we mogen hier vanzelfsprekend ook denken aan een Guy Verhofstadt die toen overal in Noord-Afrika spontane democratieën zag ontstaan. Even later zag hij er alweer een in Oekraïne.

Serge Halimi lacht dit soort analisten en politici vierkant uit, onder de titel «L'art de la guerre imbécile» (‘als imbecielen de krijgskunst beoefenen’, of ‘krijgskunst voor dummy’s’, of nog ‘de stompzinnige krijgskunst’: je kunt op zeven manieren vertalen).
Halimi lijkt ervan uit te gaan dat journalisten en politici de wereld maar beter konden zien zoals hij is, en niet zoals hij volgens hen zal, of toch zou moeten zijn. Hier bekijkt hij de dramatische toestand in Libië na Khadaffi:
«Nochtans was het probleem drie jaar geleden al van de baan, toen Bernard-Henri Lévy uitlegde: «In tegenstelling met wat de Cassandra’s voorspelden, is Libië niet uiteengevallen tot een federatie in drie stukken. (…) De Wet van de clans heeft het niet gehaald op de geest van nationale eenheid. (…) Het feit is er nu: Libië, vergeleken bij Tunesië en Egypte, mag doorgaan als een geslaagde Lente – en diegenen die het land hebben geholpen mogen fier zijn op wat zij hebben gedaan.»**  Die trots is volkomen gerechtvaardigd: op Bernard Guetta na, die elke ochtend op France Inter het standpunt van de Quai d’Orsay relayeert, is er niemand die met evenveel zwier fabeltjes vertelt.»***
_________
* Met zijn aanhalingstekens rond ‘information’ verwijst Halimi ongetwijfeld naar Jean Baudrillard, en diens «Ça, c’est de la télé! Ça, c’est de l’information!»: 'De dag dat wij het doodnormaal zullen vinden om te zeggen: ‘Dat is TV! Dat is informatie!’, zal alles er anders uitzien.' (Les Stratégies fatales; Éditions Grasset & Fasquelle, 1983)
** Le Point, 6 december 2012. In datzelfde Le Point schonk Bernard-Henri Lévy ons de 16de november 2015 «Guerre, mode d’emploi», een handleiding voor de oorlog in Syrië…
*** «De Franse president heeft pas toenadering tot Rusland gezocht nadat dit land zijn politiek in verband met Syrië van a tot z had herzien», hield zonder lachen Bernard Guetta vol de 19de november 2015. Men leze ook Pierre Rimbert, «Le théorème de Guetta», in Le Monde diplomatique van november 2008: «Zodra de Europese Unie bij een gebeurtenis betrokken is, komt de interpretatie die Bernard Guetta op France Inter eraan geeft, geheid op deze drie uitgangspunten neer: elk succes laat zich verklaren door Europa; elke mislukking is te wijten aan een gebrek aan Europa; elk succes en elke mislukking vragen om nog meer Europa.»
_________

Nu is mijn vermoeden
dat onze Guy Verhofstadt
een aandachtige luisteraar van Guetta is.


1 december 2015

Meeklappe over wereldpoletiek


Op zijn pagina elf heeft De Morgen een piepklein berichtje over het neerhalen van de Russische straaljager door Turkije (onze NAVO-bondgenoot). Dat contrasteert enigszins met hun uitgebreide aandacht voor het al dan niet seksistische karakter van de ingangsproef geneeskunde – en toegegeven, dat is ook een kwestie die iedereen in de ban houdt. Laat ik nochtans niet te negatief zijn: over gendertoiletten hield De Morgen vandaag zijn mond.

Maar nu terug naar de nare wereldpolitiek: “De vete tussen Turkije en Rusland om het neerhalen van een Russische jet afgelopen dinsdag gaat soapgewijs voort.” Dat schrijven de lichten van De Morgen. Eigenlijk waren het de lichten van Belga, maar zij drukken het wel af. En beter is natuurlijk “door” in plaats van “voort”, maar een krantenlezer moet iets kunnen hebben.

Wat een “vete” is, laat ik de Dikke van Dale hiernaast uitleggen want journalisten kennen vandaag ook niet meer het onderscheid tussen een vete en een oorlogsdaad. Overigens ging in het bijzijn van Erdoğan net nog de Moskouse “Kathedraalmoskee” open. Plaats voor tienduizend man. Wat de Dikke ook moge vertellen, het moet hier om een heel jonge vete gaan.

Goed, ze weten dat niet. Wijst dit op een gebrek aan algemene ontwikkeling? Lijkt wel, want ook die vertaling “dwaling” uit het Russisch moet het product zijn van een magere woordenschat. Anderzijds, deze schrijvende jongelui kijken blijkbaar wel graag naar tv-reeksen, aangezien ze het over een “soap” hebben. Het gaat dan wel over wereldpolitiek op hun pagina elf, maar tenslotte haalt ieder zijn beeldspaak uit de culturele sfeer waar hij zich thuis voelt.

Wie zijn toch de lezers die dit soort artikelen ernstig nemen, vraag ik mij soms af.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html