28 februari 2016

Vaak heb je toch een goede commentator nodig


SFCDT is een Franse afkorting die weliswaar al heel lang bestaat – wellicht werd ze in maart 1835 voor het eerst gebruikt – maar populair is ze nooit geworden. Stendhal gebruikte ze toen. Hij was in die tijd consul in Civita Vecchia, en had net een schriftelijke reprimande gekregen van admiraal graaf de Rigny, minister van Buitenlandse Zaken van Louis-Philippe.
Consul Henri Beyle was te vaak en te lang afwezig op zijn post, en hij zat dan in Rome dat zeven uur daarvandaan ligt – met de diligence. Als keffertje van de koning schreef graaf de Rigny aan Beyle dat hij  “...voor deze formele en langdurige veronachtzaming van koninklijke bevelen de ogen deze keer nog zou sluiten, enkel in de hoop dat dergelijke zaken zich niet meer zouden voordoen. Ik geef u die raad, Mijnheer, indien u de post die Zijne Majesteit u heeft toevertrouwd verder wilt behartigen.”

Stendhal was diep beledigd  hij die als soldaat de terugtocht uit Rusland nog had meegemaakt  en niet van plan zijn gedrag te veranderen want in Civita Vecchia verveelde hij zich stierlijk.
In zijn dagboek had hij eerder al genoteerd: «Je crève d’ennui… C’est un trou abominable. La fièvre y règne.» Zijn vriend Prosper Mérimée verwoordde dezelfde gedachte later lichtjes anders: bij hem was Civita Vecchia «un trou puant».
In zijn dagboek schrijft Stendhal nu: «...heureusement je commence à être ferme sur SFCDT ...je vais à Rome quand je veux.»

Op zulke momenten is een goed notenapparaat onmisbaar, en bij redacteur Anne-Marie Meininger lees ik, in haar Postface van 60 bladzijden bij Lucien Leuwen (Folio Classique) het verklarende en verlossende: Se Foutre Carrément De Tout.

24 februari 2016

Stilte heerst alom


De mooiste zin ...van het jaar 1933

Quand on observe des poissons à travers une couche d’eau qui interdit entre eux et nous tout contact, on les voit rester longtemps immobiles, sans raison, puis d’un frémissement de nageoires aller un peu plus loin pour n’y rien faire qu’attendre à nouveau.
C’est dans le même calme, comme sans raison aussi, que le tramway 13, le dernier « Bastille-Créteil », traîna ses lumières jaunâtres tout le long du quai des Carrières. Au coin d’une rue, près d’un bec de gaz vert, il fit mine de s’arrêter, mais le receveur agita sa sonnette et le convoi fonça vers Charenton.
Derrière lui, le quai restait vide et stagnant comme un paysage du fond de l’eau. À droite, des péniches flottaient sur le canal, avec de la lune tout autour. Un filet d’eau se faufilait par une vanne mal fermée de l’écluse, et c’était le seul bruit sous le ciel encore plus quiet et plus profond qu’un lac.

Ik vraag mij af of zonder de foto erbij iemand deze prachtige aanhef van een roman had kunnen thuisbrengen.
L’Écluse n°1, een Maigret van 1933 die ik nog niet gelezen had en die nu nieuw is verschenen bij Livre de Poche, begint zo. Wat een schrijver is Simenon toch! Niet meer dan een paar zinnen en je bent in een andere wereld.

23 februari 2016

Managers wagen zich beter niet aan etymologie


Zekere Philippe Van Troeye, afgevaardigd bestuurder van Electrabel, stuurt belabberde briefjes rond bij zijn klanten. Hij moet een managerscursus gevolgd hebben want hij wil ons op een vlotte, moderne manier meedelen dat
– god mag weten om welke reden – zijn winkel voortaan ENGIE wil heten.

Eerst dacht ik nog dat Philippe van die “bel” verlost wilde raken –  in navolging van de kabelmaatschappij die nu Proximus heet en niet langer Belgacom, want daar had Dominique Leroy ingezien dat Vlamingen een hekel hebben aan namen met “bel” erin – maar dat is niet het geval, want voluit heet Electrabel nu “ENGIE Electrabel”.

En dat zou allemaal niet zo erg zijn, maar Philippe wil tot slot nog iets verstandigs zeggen, en in zijn onschuld produceert hij volgende nonsens:

“In ENGIE herkent u het woord energie


Hij misschien wel, maar iknie.

8 februari 2016

Alle grote schrijvers zijn komiek


Stendhal is een groot schrijver, dat weet iedereen, maar dat hij ook komiek is zal minder bekend zijn. In Lucien Leuwen beschrijft hij de liefde van zijn hoofdpersonage voor Mme de Chasteller, een jonge en beeldschone weduwe die ons in Hoofdstuk III wordt voorgesteld.
De liefde is wederzijds, maar van een overhaaste consumptie is geen sprake. Wel kunnen we alles dag na dag volgen. Zo hebben de geliefden elkaar na tweehonderd dertig bladzijden al vijf keer ontmoet, zij het min of meer vluchtig. "Je lui ai parlé cinq fois dans ma vie", zucht Mme de Chasteller.
Het boek is door Stendhal nooit persklaar gemaakt, en in de marge had hij genoteerd: "à compter". In werkelijkheid, en réalité, lezen we in de noten van latere uitgevers, hadden de geliefden elkaar op dat moment al acht keer ontmoet.

Maar op pagina tweehonderd negenenveertig begint Chapitre XXVIII aldus:

Nous prendrons la liberté de sauter à pieds joints sur les deux mois qui suivirent. Cela nous sera d’autant plus facile que Leuwen, au bout de ces deux mois, n’était pas plus avancé d’un pas que le premier jour.

Wij zullen de vrijheid nemen om met de voeten bijeen* over de volgende twee maanden te springen. Dat zal ons des te makkelijker vallen omdat Leuwen aan het eind van die twee maanden nog geen stap verder was gekomen dan de eerste dag.

Vanzelfsprekend, het hangt ervan af wat je komiek vindt, maar dit vind ik komiek.
____________

sauter à pieds joints is eigenlijk vanuit stilstand een sprong maken.
____________

Postscriptum: omdat één of twee zinnen wat mager zijn als voorbeeld, geef ik er nog een paar die ik grappig vind. Eerst iets uit dezelfde Lucien Leuwen, dat een bepaalde actualiteitswaarde heeft deze dagen:
«Il pleut, tant pis ! Il fait beau, tant pis encore !»
Iets uit Le Rouge et le Noir dat ik destijds aanstreepte: «Je ne vois que la condamnation à mort qui distingue un homme, pensa Mathilde : c’est la seule chose qui ne s’achète pas.»
En nog een levensles die vader Leuwen aan zijn zoon Lucien meegaf: «Il n’y a que deux choses sur lesquelles on n’ait pas encore trouvé le moyen d’être hypocrite: amuser quelqu’un dans la conversation, et gagner une bataille.»

Een tijdje terug las ik eens in een krant over een Vlaamse zin die zelfs een prijs had gewonnen, maar die amuseerde mij niet zo... misschien kwam dat, omdat ik niet het hele werk heb gelezen waaruit men die zin gelicht had.



http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html