21 december 2016

Een bokser die 'zochte stoat' *


De weg naar een minder door terreurangst beheerste samenleving, waar ook weer echt ‘samen’ geleefd wordt, is lang, schrijft Bart Eeckhout in De Morgen. Maar wanneer dat echt samenleven er dan wel was, vernemen we niet. En minder terreurangst, ter vervanging van gewoon terreurangst klinkt nogal defaitistisch, niet?

Vroeger, in een onbenoemd verleden was alles beter lijkt Bart te denken, maar die incorrecte, blasfemische gedachte wist hij nog op tijd te onderdrukken.
Wel brengt hij respect op voor Merkels morele en pragmatische keuze om bloedvergieten aan de Europese grenzen te vermijden. Het pragmatische bloed vloeit dan maar in eigen land, want dat “moreel” zal wel op bloedvergieten aan de grenzen slaan.
Die twee begrippen, moreel en pragmatisch, zijn filosofisch slecht verenigbaar, maar dat zou ons en Bart te ver voeren.

We lezen ook over een moslimgemeenschap die volwaardig opgenomen moet worden in de Europese seculiere samenleving. Een mooie zin, maar toch had Bart beter eerst een paar van die elf woordjes opgezocht, te beginnen misschien bij “seculier”, “moslim” en “Europa”. Wat hij met “volwaardig” bedoelt mag hij dan verder proberen in te passen in zijn complexe gedachte.

Ach, wat schrijft een journalist allemaal niet als zijn argumenten versleten zijn, en dat besef misschien ook in zijn vermoeide brein langzaam doordringt?
Om te beginnen wordt zijn geschrijf dan stilistisch een boeltje. Feitelijke inefficiëntie, lees ik. Kan iets ook inefficiënt zijn buiten de feiten om? Enig etymologisch inzicht had hem hier alweer kunnen helpen.
En wat te denken van zijn spreekwoordelijke dolgedraaide fanaticus? Bart blijkbaar wel, maar ik ken geen spreekwoord waarin een fanaticus voorkomt.
Die stilistische dingetjes, het zijn maar details, wijzen op radeloosheid, vertwijfeling, op uitgebabbeld zijn, op niet meer weten van welk hout pijlen gemaakt, en op half verdoofd snakken naar de verlossende bel.
_____________

* Gents voor een bokser die niet meer goed reageert na een slag of een reeks slagen. Hij heeft dan flanellen benen.

15 december 2016

Een sterk interview!


De Associated Press-journalist Matthew Lee, die voor AP Washington verslaat, gaf destijds een eerlijk interview aan de Russische zender RT. Interviewster daar was Gayane Chichakyan. Het is drie jaar oud maar ik had het nog nooit gezien.
Het hele gesprek was interessant en u kunt het hier bekijken, maar zeker deze passage beviel me:



I think that they owe the people that they govern an explanation of what they’re doing in our name. And oftentimes it’s really, really difficult to drag that out because, one, the policy is inconsistent, or two, they don’t know, they don’t really know what they’re doing. You know, I think the Arab spring caught a lot of people by surprise, and there was a lot of confusion, no one really knew what exactly what to do and I think that continues to this day, I mean…

14 december 2016

Onze Saskia is al een flinke meid


Soms lees ik bij mijn avondeten een ochtendkrant. Dat zal u niet verwonderen want avondkranten hebben we niet meer. “Le Soir! Le Soir pour demain!”, dat is al lang geleden. Nochtans heeft het zeker voordelen om pas ’s avonds een krant te lezen: ook dan erger je je wellicht aan het niveau van de schrijfsels, maar je kruipt toch al spoedig onder de lakens, met een goed boek bijvoorbeeld, en dan maakt het niet meer uit.
Nu las ik daarnet in De Morgen een artikeltje – niet helemaal van a tot z natuurlijk want je moet je eten niet laten bederven – en dat bleek geschreven door een zekere Saskia De Coster. Ik dacht die naam al eens gehoord te hebben maar kon hem niet thuisbrengen. Voor de zekerheid knipte ik een klein stukje uit de krant, het was al tegen sluitingsuur en dan mogen die dingen. Nu had de krant me dat knipwerk wel gemakkelijk gemaakt, want ze hadden zelf een zinnetje uitgekozen en het in een apart vakje gezet. Wellicht beseffen zij dat niet al hun lezers graag het hele verhaal lezen. Ik neem zonder meer aan dat zij vakkundig het beste zinnetje eruit gepikt hebben. Als bijkomende zekerheid schreef ik haar naam erop want onderweg naar huis, al is het maar vijftig meter ver zoals in mijn geval, kan een mens iets vergeten. Maar dan is er Wikipedia, en ik zag dat deze jongedame een echte auteur is, met al enkele boeken op haar naam die echt gepubliceerd zijn! Of ik ze echter ooit zal lezen kan ik haar niet beloven want het zinnetje dat De Morgenredactie een kadertje waard achtte, vond ik literair gesproken weer niet zo geweldig:

“Als politieke maagd en antipoliticus is Trump een nog grotere hoer 
dan alle traditionele politici bij elkaar.”


Maar laten we de zaak positief bekijken: is het voor de emancipatie geen winstpunt dat niet enkel oudere heren grofheden en dwaasheden vertellen – op sociale media vaak – maar dat ook een jongedame met een computertje dat nu kan doen, en dan in een echte krant nog wel!


2 december 2016

Is vis eten wel gezond?


Nu de winterzonnewende nadert, en veel mensen tegen de feestelijkheden opzien, is misschien het moment gekomen om hen te waarschuwen voor het overmatig nuttigen van oesters en vis.
Robert Burton kende in de zeventiende eeuw het burn out-syndroom nog niet (daarvoor was het wachten op Graham Greene, A Burnt-Out Case van 1960), maar wat hij beschrijft komt me dunkt op hetzelfde neer:

Rhasis and Magninus raden alle vis af, als ongezond voor ieder die naar melancholie neigt. Anderen maken een onderscheid en verwerpen van de zoetwatervissen enkel de paling, zeelt, lamprei en rivierkreeft (welke laatste Bright goedkeurt, cap. 6), en zulke vissen die in modderig en stilstaand water gekweekt worden en de smaak van modder hebben, zoals Franciscus Bonsuetus het poëtisch omschrijft, Lib. de aquatilibus:

“Nam pisces omnes, qui stagna, lacusque frequentant,
Semper plus succi deterioris habent.”
[Alle vissen immers die zich in poelen en meertjes ophouden, zullen altijd meer kwalijke sappen bevatten.]


Paulus Jovius, c. 34, de piscibus fluvial. slaat de lamprei hoog aan; en, zegt hij: “het zijn enkel inepti et scrupulosi [dwazen en bangbroeken] die er kwaad van spreken”; maar palingen, c. 33, “verafschuwt hij te allen tijde en overal; alle dokters versmaden ze, en vooral rond de tijd van de zonnewende.”

Terwijl anderen deze zozeer belasteren, hemelt Gomesius, lib. 1. c. 22, de sale, zeevis mateloos op, en, nog meer dan de rest, gedroogde, gepekelde, verharde vis, zoals leng, gerookte pelser, pekelharing, sprot, stokvis, ingezouten droge kabeljauw, gedroogde heek en alle schaaldieren. Tim. Bright maakt een uitzondering voor kreeft en krab. Mesarius beveelt zalm aan, daarin tegengesproken door Bruerinus, lib. 22, c. 17. Magninus verwerpt kongeraal, steur, tarbot, makreel, rog.


Karper is een vis waarvan ik niet weet wat ik ervan moet vinden. Franciscus Bonsuetus beschouwt hem als een moddervis. Hippolitus Salvianus, in zijn boek de Piscium natura et præparatione [over de soorten vis en hun bereiding], dat in Rome in folio werd gedrukt in 1554 en de prachtigste platen bevat, vindt het vlees van de karper enkel water en slijm. Paulus Jovius anderzijds, terwijl hij zeelt afkeurt, vindt hem goed; dat doet ook Dupravius in zijn Boeken over Visvijvers. Frietagius prijst hem hogelijk als een uitstekend en gezond voedsel, en plaatst hem onder de eersterangsvissen; en zo ook de meesten van onze landjonkers, die in hun vijvers bijna geen andere vis uitzetten.


Maar dit meningsverschil wordt naar mijn oordeel makkelijk beslecht door Bruerinus, l. 22, c. 13. Het verschil komt voort uit de ligging en de aard van de vijvers die soms modderig, soms helder kunnen zijn; ze smaken al naargelang de plek waar ze gevangen zijn. Op ongeveer dezelfde manier mogen we wellicht oordelen over andere zoetwatervissen. Voor meer hierover, zie Rondoletius, Bellonius, Oribasius, lib. 7, I. 22, Isaac, l. 1, speciaal ook Hippolitus Salvianus, instar omnium solus, &c. [als een van de velen].


Wat er ook van zij, ze mogen dan gezond en goedgekeurd zijn, groot gebruik ervan is niet goed; P. Forestus in zijn medische observaties deelt ons mee dat de kartuizerbroeders, wier voedsel grotendeels uit vis bestaat, meer dan andere orden aan zwaarmoedigheid lijden, en dat had hij opgemerkt in zijn praktijk – hij was een tijd hun arts in Delft, in Holland. Hij illustreert dit met het voorbeeld van ene Buscodnese, een rossige kartuizer die er goed voorkwam, en die vanwege het solitaire leven en het eten van vis erdoor aangetast werd.

Robert Burton (1577-1650)
The Anatomy of Melancholy,
First Partition, Section 2.
Causes of Melancholy with a Digression of Spirits.
New York Review Books, 2001, pp. 219-220.

Trump en Charles&Diana



In het boekje dat Donald Trump geschreven heeft in 1987, The Art of the Deal, las ik ter ontspanning weer eens een paar bladzijden. Onderhoudend, dat wel, maar tenslotte zijn het verkooppraatjes en de eigenlijke tekst is van een zekere Tony Schwartz. Over de promotie van de Trump Tower, en de verkoop van appartementen vertelt hij ons het volgende, en ik vertaal het niet want die moeite is het niet waard:*

(klik om te vergroten)

* Zoals de Russische schaakgrootmeester Pjotr Svidler opmerkte: The art of the deal is obviously very important reading for any seven year old.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html