29 oktober 2009

Een geval van twijfel

.
Le hasard fait bien les choses. zeggen de Fransen, en ik ben niet geneigd om hen tegen te spreken.
Wat wil het geval? Eergisteren vertelt een oude vriend mij dat hij een interessante ontdekking heeft gedaan in Parijs, enkele weken geleden. Petrus Prunus heet die vriend, en hij zit vaak in Frankrijk –zo vaak zelfs dat ik hem soms Pierre noem– en bij een bouquiniste aan de Seine had hij een oud document zien liggen, zwaar gehavend en in het Latijn geschreven. Gewoon een blad papier dacht hij eerst, maar zoals later zou blijken was het velijn.

Zulke dingen zie je meer. Misschien komt dat blad uit een oud missaal of zo, maar om de een of andere reden had het toch zijn aandacht getrokken. Hij probeerde het te lezen, en begreep min of meer waar de tekst over ging, maar een goed deel van de letters was half uitgewist of ontbrak. Er waren veel scheuren en gaten. Enfin, het stuk toch maar gekocht, want veel vroegen ze er niet voor.

En nu bleek die tekst, na voorlegging aan een college van filologen, een fragment te zijn uit een veel groter, jammerlijk verloren gegaan werk –misschien van de hand van zekere Carolus Vossius emendeerden de geleerden– waarin vermanend werd gewezen op de kwalijke rol die de Media in het Rome van het late Keizerrijk moeten gespeeld hebben.
Het ontdekte fragment zelf is een bevlogen, bijna pathetische oproep tot matiging in de bewoordingen. Een luide schreeuw om stilte wordt hier uitgestoten. Zachtmoedigheid, medemenselijkheid en redelijkheid, kortom begrip en respect was nodig in turbulente en onzekere tijden.

Waarom val ik u met deze anekdote lastig, lezer?
Wel, omdat die dingen blijkbaar van alle tijden zijn! en de Media ook in onze dagen hun kwalijke en luidruchtige rol verder spelen.

Nemen we één voorbeeld. Vandaag had Patrik Vankrunkelsven (de afscheidnemende VLD-senator) in De Standaard een gesprekje met hun reporter Frans De Smet, die aan het slot een zogezegd guitige opmerking plaatst:
'Knack'-columnist Koen Meulenaere verliest een geliefkoosd doelwit. Hij beschreef u graag als 'kabouter drift'.
'Kijk, ook dat speelde mee om te stoppen. Want Meulenaere ging er altijd vér over. Ik kan niet ontkennen dat ik en mijn omgeving daardoor werden geraakt. Te vaak wordt door de media vergeten dat politici ook mensen zijn, die met enig respect moeten worden behandeld.'
Het is nogal evident dat Meulenaere –met zijn insinuaties altijd– hier vooruitloopt op twee onderzoeken die nog volop gaande zijn in Leuven!

Deugddoend is het dan, om te zien dat er vandaag ook wel gematigder stemmen opgaan. Deze van Carl Devos bijvoorbeeld, die als een roepende in de woestijn journalisten, en zeker bloggers tot rede probeert te brengen. Met graagte herhaal ik hier Devos zijn woorden, bis repetita placet, ook al komen zij, met wat ik nu weet, in het licht van wat vriend Prunus in Parijs pas ontdekte, helaas in een wat verdacht perspectief te staan.
Zoals het er namelijk uitziet heeft Devos (en vraag me niet hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen) vroegtijdig de hand kunnen leggen op het genoemde fragment van Carolus Vossius ...en heeft hij diens woorden meteen schaamteloos tot de zijne gemaakt (een praktijk die meer en meer ingang vindt aan universiteiten lees je).
Ik laat het oordeel aan u lezer, maar mijn vermoeden is dat hier onoorbare zaken zijn gebeurd:

EST PERICULUM NE MEDIARUM RERUM CENSURA IN ACERBAS INCURSIONES AD HOMINEM PRÆCIPITETUR.
ID ETIAM EIS ACCIDIT QUI MENTIS APERTI, PACEM AMANTES, ANIMÆ INCORRUPTÆ, ERUDITI AUT PROGREDIENTIS HUMANITATIS STUDIOSI DICI MALUNT.
ILLIS QUOQUE SENTENTIÆ AD REM PERTINENTES SÆPE, QUASI PELLE DETRACTA, IN SORDIDAS VINDICATIONES AURA QUASI DOCTA PERFUSAS MUTANT.
OLEO EX SULFURE IMBUENDA SIT CENSURA ET IN REPREHENSIONEM AD HOMINEM MUTANDA.
SINT CAPITA GLADIO TRADENDA.
EO SPECTACULO CARENTE PARUM VENTI ARGUMENTA NANCISCUNTUR.
SINT CYNICÆ SATURÆ CONTUMELIÆQUE!
LÆSIONES VIDEAMUS!
INIMICITIÆ PATENTIS CAUSA DISSENSIONES DELABUNTUR IN VINDICATIONES.
ALIQUANDO SUPER AQUAM, SÆPIUS SUB AQUA.
VEHEMENTER SE MUTUI TELORUM NUBE INFESTANT.
CENSURA RERUM MEDIARUM COMMUNITER IN SCÆNA RERUM MEDIARUM OBVENIT.
RARO OBVENIT PER LIBRUM TAMQUAM HUNC.
SCRIPTORES SE SÆPIUS MUTUI IN LIBELLO AGGREDIUNTUR μίκρῳ ῥηματι θανατηφορῳ BENE DIRECTO.
[…]
RARO FIT UT ALTER TANTUMMODO IN PROFESSIONIBUS QUÆ AD REM PERTINENT ERRET.
IN MALEDICTA DISPUTATIONIS SUBSTANTIA EVANESCIT.


Herlezen wij nu de tekst die Carl Devos afleverde:

Mediakritiek dreigt snel te vervallen in zurige, persoonlijke aanvallen. Ook bij diegenen die zich als open, tolerant, objectief, erudiet of progressief laten omschrijven. Ook bij hen vervellen inhoudelijke beoordelingen vaak tot platte afrekeningen, overgoten met een intellectualistisch sausje.
Kritiek moet in vitriool gedrenkt en gepersonaliseerd worden. Er moeten koppen zijn om op te schieten,zonder dat spektakel vangen de argumenten anders te weinig wind. Er moet cynisme en sarcasme zijn. Kwetsuren.
Meningsverschillen verloederen tot afrekeningen, omwille van openstaande vetes. Soms boven, vaker onder de waterlijn. Er wordt duchtig op elkaar geschoten.
Mediakritiek verloopt doorgaans via de media. Zelden via een boek als dit. Vaker valt de ene editorialist in zijn stukje de andere aan, met een welgemikte petit phrase qui tue. […]
Zelden gaat het erom dat de ander zich alleen maar inhoudelijk vergist. De inhoudelijke discussie verdwijnt onder de schimpscheuten.

In gemoede, lezer, kan zoiets toeval zijn?
.

22 oktober 2009

Een goede les !

.
Lezer! ik zal in dit blog zo voorzichtig mogelijk blijven in mijn bewoordingen, schroomvallig welhaast. Elk sarcasme, cynisme of zelfs intellectualisme zal ik uit de weg gaan, laat staan dat ik mij tot platte persoonlijke afrekeningen zou laten verleiden.

Dat komt omdat ik het voorwoord heb gelezen dat professor doctor scientiæ politicologicæ Carl Devos* schreef bij het pas verschenen boek “Media & Journalistiek in Vlaanderen, kritisch doorgelicht”.**

Ik ben het met de professor namelijk eens, en in het verleden heb ik wellicht zelf tegen de regels gezondigd die Carl Devos hieronder zo eenvoudig en klaar op een rijtje zet.
Ja, op haar tijd kan een kleine codificatie een groot gerief zijn. Zelfs buiten de journalistiek kan zij tot nut strekken, ik denk hier aan de uitgeschreven regels voor emailverkeer, die we nu bij de SP-a mogen verwachten, of, als we even in de tijd teruggaan, aan de Fatsoensregels voor Senatoren, die in het vooruitzicht werden gesteld toen hun voorzitter Lizin het principe van de Scheiding der Machten onvoldoende onder de knie bleek te hebben.
Journalisten in het algemeen, en bloggers in het bijzonder kunnen er enkel bij winnen als zij de woorden van Devos tot de hunne maken:
Mediakritiek dreigt snel te vervallen in zurige, persoonlijke aanvallen. Ook bij diegenen die zich als open, tolerant, objectief, erudiet of progressief laten omschrijven. Ook bij hen vervellen inhoudelijke beoordelingen vaak tot platte afrekeningen, overgoten met een intellectualistisch sausje. Kritiek moet in vitriool gedrenkt en gepersonaliseerd worden. Er moeten koppen zijn om op te schieten,zonder dat spektakel vangen de argumenten anders te weinig wind. Er moet cynisme en sarcasme zijn. Kwetsuren. Meningsverschillen verloederen tot afrekeningen, omwille van openstaande vetes. Soms boven, vaker onder de waterlijn. Er wordt duchtig op elkaar geschoten.
Mediakritiek verloopt doorgaans via de media. Zelden via een boek als dit. Vaker valt de ene editorialist in zijn stukje de andere aan, met een welgemikte petit phrase qui tue. […] Zelden gaat het erom dat de ander zich alleen maar inhoudelijk vergist. De inhoudelijke discussie verdwijnt onder de schimpscheuten.
Laat mij een voorbeeld geven van hoe ik deze tekst vroeger had aangepakt..Ik zou het, vrees ik, niet hebben kunnen nalaten om de professor te wijzen op het zinsdeel …zonder dat spektakel vangen de argumenten anders te weinig wind, en hem hebben gezegd dat zijn woord “anders” lichtjes dubbelop is met “zonder”, en dat hij dat woord dus beter had geschrapt, toch in een tekst die voor een echt boek bedoeld was. Of ik had Devos een alternatieve zin aangeboden, met behoud van zijn anders, maar dan zonder zonder.
Verder had ik misschien nog gezegd dat hij het zinnetje “Soms boven, vaker onder de waterlijn” beter als slot van zijn paragraaf had kunnen bewaren, want vetes zijn nooit boven of onder de waterlijn, maar schoten wel, en onzekerheid moet de lezer bespaard worden, ook al duurt zij maar een kort moment.
Waarschijnlijk had ik de professor ook gezegd dat men bij citaten uit vreemde talen altijd dubbel moet uitkijken –een beestigheid is rap gebeurd– en dat phrase in het Frans feminien is.

Maar u hebt begrepen lezer, dat ik de teneur van Devos zijn stuk goedkeur, en dan zijn zulke zaken niet op hun plaats.


Als bewijs van mijn goede voornemens, zal ik nu een stuk van Standaardjournalist Lieven Sioen bespreken, zonder enige stijlkritiek, ook niet op behaagzieke clichés als zijn “Nog iets.” Ik zal deze journalist –die in een kwaliteitskrant wordt gevraagd om een duidingsartikel te schrijven, in een rubriek die stoutweg "Vlam" heet, over een onderwerp waar hij blijkbaar niet de eerste letter van afweet– ik zal hem er op wijzen dat hij zich alleen maar inhoudelijk vergist.
[...] Nog iets. Wat hoor ik vrijdagavond op ATV? Het neen-kamp heeft de imams in alle moskeeën tijdens het vrijdaggebed laten oproepen om tegen de brug te stemmen. Het was SP.A-gemeenteraadslid Karim Bachar die op ATV kwam vertellen dat er bovendien 50.000 folders met Arabische en Turkse tekst tegen het BAM-tracé werden verspreid in de moskeeën, vzw's en verenigingen. 40.000 moslimstemmen, dat legt gewicht in de schaal.

Onvoorstelbaar! Dat uitgerekend de socialistische partij de klok honderd jaar terugdraait, naar de tijd toen de pastoors van op de preekstoel opriepen om tegen de goddeloze socialisten te stemmen, dat kan er bij mij niet in. Politici mogen uiteraard hun achterban mobiliseren. Dat hoort bij het politieke spel. Maar pastoors, imams en rabbijnen horen geen stemadvies te geven. Dat is nu net een van de essentiële aspecten van de scheiding tussen kerk en staat. [...]
Beste kwaliteitsjournalist Sioen: een pastoor mag op zijn kansel, en een imam mag op zijn matje gelijk wat verkondigen (we begrijpen elkaar: binnen bepaalde grenzen, bijvoorbeeld die van het Strafrecht), en dat is juist een toepassing van de Scheiding van Kerk en Staat.

Dixi.


___________________

* Het zou een impertinentie van mij zijn om deze man hier nog uitgebreider voor te stellen, aangezien hij genoegzaam bekend is van radio en tv, en ook van zijn showproducties in de Universiteit, waar hij geregeld bevriende politici een plekje gunt op de politicologisch-wetenschappelijke bühne.
** bezorgd door Johan Sanctorum en Frank Thevissen (Van Halewyck, 2009).
____________________________

P.S. (24 oktober)
Al kan ik er geen apart blog aan wijden, bang als ik ben om mijn lezers te vervelen, en hoe spijtig het ook is om pas afgelegde beloften te verbreken, maar vandaag heeft alweer een Standaardcolumnist (weliswaar een minderbegaafde, dus respect graag) een artikel gewijd aan de “Scheiding van Kerk en Staat”.
Paul Goossens heet de knaap, en hij weet niet het verschil tussen een privébezoek aan de Paus, zoals het echtpaar Coburg er een aflegde, en een Staatsbezoek.
Ik weet wel lezer, misschien had ik dit beter niet kunnen vermelden. Tenslotte schrijft deze jongen ook dingen als "fine fleure", en wat kun je dan verwachten?
Maar als ik de Marketeer een suggestie zou mogen doen, dan deze: nodig op een rustige dag een jurist uit, die aan de voltallige redactie enkele basisbegrippen bijbrengt van Kerk&Staat, Scheiding der Machten &c.
Geweldig veel kan dat niet kosten, en de return zou enorm zijn Peter, we vertrekken immers van NUL. En vergeet ook niet de gastcolumnisten mee uit te nodigen, en vanzelfsprekend ook een drankje te voorzien dan.

16 oktober 2009

Malika Sorel valt Luckas Vander Taelen bij

.
Mignonne, allons voir si la rose

A Cassandre

Mignonne, allons voir si la rose
Qui ce matin avoit desclose
Sa robe de pourpre au Soleil,
A point perdu ceste vesprée
Les plis de sa robe pourprée,
Et son teint au vostre pareil.

Las ! voyez comme en peu d'espace,
Mignonne, elle a dessus la place
Las ! las ses beautez laissé cheoir !
Ô vrayment marastre Nature,
Puis qu'une telle fleur ne dure
Que du matin jusques au soir !

Donc, si vous me croyez, mignonne,
Tandis que vostre âge fleuronne
En sa plus verte nouveauté,
Cueillez, cueillez vostre jeunesse :
Comme à ceste fleur la vieillesse
Fera ternir vostre beauté.

Pierre de Ronsard
1524-1585


Wie geen hoofdtelefoon of oortjes bezit, zal verderop aan de mp3-s op dit blog weinig vreugde beleven, en daarom zijn we maar met een klassiek gedrukt gedicht begonnen.
Alle Franse schoolkindjes moeten dit gedicht van buiten leren, en vroeger moesten zelfs Vlaamse kindjes dat. De Vlaamse kindjes moeten dat al een poos niet meer, meen ik, en als het van de HALDE afhangt –de Franse tegenhanger van het CGKR, de zedenbrigade van onze Jozef De Witte– zullen binnenkort ook de Franse kindjes ervan verlost worden ...want het is een discriminerend gedicht! Minstens moet er een bijsluiter komen.
Auteur Malika Sorel, française van Algerijnse komaf, legt dat straks uit maar eerst nodigt Alain Finkielkraut haar uit om zich voor te stellen aan de luisteraars van zijn Répliques op France Culture:
(een transcriptie plus vertaling van de klankfragmenten vindt u hier)


De tegenspeler van Malika Sorel in dit debat is de filosoof Alain Renaut, maar ik geef hem in de uittreksels hieronder nauwelijks het woord, want de man was gewoon geen partij. Sorel veegde met groot gezag zijn politiek-correcte standpunten van tafel. Wie dit liever zelf beoordeelt, verwijs ik naar de volledige uitzending, waarin natuurlijk ook de schitterende radioman Finkielkraut te horen is. Maar eerst lopen we wat vooruit en laten Sorel verklaren waarom Ronsard zo’n verwerpelijke dichter is. Als aanloop daartoe, heeft ze het over positieve discriminatie en over de nefaste invloed van de officiële racismebestrijding, in Frankrijk dus toevertrouwd aan de genoemde HALDE:


Renaut in zijn boek, was volgens Sorel wat licht omgesprongen met bepaalde onderwerpen, zoals bijvoorbeeld het lapje stof:


Alle onheil, als er van onheil sprake mag zijn, is tenslotte terug te voeren zegt Renaut op het verschrikkelijke koloniale verleden van Europa en van Frankrijk in het bijzonder (Renaut verwijst naar een uitspraak van de socialistische premier Léon Blum «Nous avons le devoir des peuples supérieurs sur les peuples inférieurs.»:


Ze legt nu aan de filosoof Alain Renaut nogmaals uit wat diversiteit betekent, een uitleg die Malika Sorel ook bij ons eens mocht komen geven:


Er is een onwil om te integreren constateert Sorel, en als politici dit feit liever ontkennen, dan bewijzen zij in de eerste plaats een slechte dienst aan de kinderen van de immigratie:


Hoe zit het met het ingebakken racisme van Fransen en Europeanen? Is er voor het wantrouwen van de inheemse bevolking misschien een verklaring mogelijk die niet op inherente slechtheid terug te voeren is?


Die raadgeving van haar aan de verzamelde journalisten, over hun onophoudelijke, goedbedoelde, maar natuurlijk valse gebruik van de term "jongeren", zal ik te hunnen behoeve in voetnoot vertalen.*
Maar wat vindt men in Algerije zoal van uw opvattingen? vroeg Finkielkraut nog aan Sorel, en haar antwoord zal Luckas Vander Taelen plezier doen, en Paul Goossens wellicht minder plezier doen, want zij wil waarden aan de schoolkinderen opdringen. Of hoe moet je anders des valeurs non negociables verstaan? En in Algerije is men verbijsterd om Europa plat op de buik te zien gaan voor dreigementen. Ook vindt men dat immigrantenouders hun kinderen verwaarlozen.
Nog iets dat Vander Taelen liet verstaan, en dat hem evengoed kwalijk werd genomen door lichtgewicht Goossens en enkele anderen, was ...dat je geen waarden kunt opdringen als je er zelf geen hebt. Zoiets vraagt zelfs geen uitleg vindt Sorel, c'est quand-même le béaba de la psychologie! ["b.a-ba" = "aap-noot-mies"] Ook wijst Sorel op het determinerend belang van taalbeheersing bij immigranten: bij ons heeft Laurette Onkelinx het liever over seulement une des conditions...



Wat we zeker kunnen overwegen, en wat de politici wellicht ook het liefst van al zouden doen, is de kat uit de boom kijken. Maar zoals Sorel bij het begin van het gesprek opmerkte tikt de tijdbom, en politicologenpraatjes of bakerpraatjes à la Renaut houden niet langer stand. De kans bestaat dat een bevolking die haar vertrouwen in de politici totaal is kwijtgeraakt, het lot in eigen hand neemt:


_________________

*
En ik wil nog even zeggen, een aanbeveling doen: laten de media ermee stoppen, om blindelings het woord “jongeren” te gebruiken. Want ook dat op zich is een ernstig probleem. Het is de oorzaak van vooroordelen tegen onze jongeren, tegen onze jeugd die zich daarna in het economische leven wenst opgenomen te zien. Telkens als er delinquenten en schoften in het spel zijn, zegt men “Jongeren hebben agressie gepleegd”, en men geeft zich er geen rekenschap van, in wat voor mate het slechte gebruik van het woord “jongere” problemen stelt voor de "goede jeugd" tussen aanhalingstekens, die eenvoudig haar plaats in onze samenleving wenst in te nemen.

Het was, om kort te gaan, een pracht van een radioprogramma. Eén woord, vond ik, ontbrak opvallend, al had dat ene woord wellicht veel zaken kunnen verklaren. Het had misschien zelfs kunnen verklaren waarom ik op het web nergens een foto van Malika Sorel heb gevonden. En ook voor Finkielkraut leek het wel een soort vijfletterig tetragrammaton ...dat woord islam.
Bon, laten we maar eindigen met een vers dat vroeg of laat misschien ook in het vizier zal komen, een van Pierre Corneille. Tristan Bernard voegde er nog een strofe aan toe, en Georges Brassens .zette het op muziek: . Marquise.



9 oktober 2009

Eindelijk spreekt de Wetenschap!

.
Het plezierigste aan een krant is altijd, om erin te lezen wat je zelf al lang wist. Natuurlijk, er zullen ook mensen bestaan die met plezier hun eigen overtuigingen onderuit zien halen, maar dat aantal moet gering zijn.
Zo vermoed ik dat gisteren minstens twee Standaardlezers, namelijk Marc Reynebeau en Dave Sinardet, danig in hun nopjes zullen geweest zijn met de wetenschappelijke studie van de professoren Deschouwer, Hooghe, Walgrave e.a.
Deze geleerden hebben zopas staalhard –zij het politicologisch– bewezen dat de Burger bij de laatste verkiezingen helemaal niet aan de staatshervorming heeft gedacht! en dat, als die burger in het hokje er toch even aan gedacht zou hebben, zijn gedachten hoogstens zijdelings waren en pas op de vijfde-zesde plaats kwamen.
Argeloze leken zoals u en ik zullen misschien de partijprogramma's bekeken hebben, en tot de bevinding zijn gekomen dat die burger eventueel wel een beetje nationalistisch had gestemd, maar de stem van de burger moet natuurlijk convenabel geïnterpreteerd worden. Cijfers op zich zeggen niets.
Min of meer spijtig is het, dat wij de vraagstellingen niet kennen die onze wetenschappers gebezigd hebben bij hun vorsingswerk. We mogen echter aannemen dat zij de grootst mogelijke objectiviteit hebben nagestreefd, en tenslotte werden zij alles bijeen goed betaald mogen we hopen.
Want –het mag ook eens meezitten– het toeval wil nu dat hun bevindingen meer dan gelegen komen voor onze Federale Regering die dezer dagen volop, of toch al bijna met de begroting bezig is. Zo zien we dat een regering er altijd belang bij heeft om degelijk wetenschappelijk onderzoek met gulle hand te steunen.
Een Reynebeau of een Sinardet mogen dan al direct na de verkiezingen net hetzelfde geschreven hebben, en nog een paar andere belgicistische herauten ook, maar anders dan bij de kiesuitslag zelf, hebben we nu echte en goed geduide cijfers!

.

2 oktober 2009

Komaan Ierland!

.
Met vandaag het referendum in Ierland voor ogen, hadden ze bij deBuren gisteravond een panelgesprek over Europa, in het mooie Flageygebouw in Brussel. Tenminste, op de aankondigingen heette het Europa, maar het debat ging enkel over de EU.

Deelnemers waren Bart Staes van Groen!, Saïd El Khadraouï van de Sp.a, Derk-Jan Eppink van LDD, en Hendrik Vos als stem van de Wetenschap. Moderator was Rob Heirbaut, maar die speelde verder geen rol in het stuk, aangezien er in de persoon van Vos in het panel zelf al een soort redelijkheid was ingebouwd. Op Eppink na dus vier mensen die het au fond met elkaar eens waren.

Voorafgaand aan het debat werd er kort iets voorgelezen door twee beduusde, bedeesde, bedremmeld stamelende Vlaamse jongens, David Van Reybrouck en Peter Vermeersch. Zij lazen enkele stukjes voor uit de “Europese Grondwet”, zo begrepen we, maar ze vertelden ons vooraf wel dat we naar Poëzie zouden luisteren. Erg tactvol, want anders denken de toehoorders misschien dat ze onzin horen.

Na een kort inside-grapje tussen de moderator en de wetenschapper, over een boek dat zij samen geschreven hadden, en dat van hoge kwaliteit is begreep ik, begon het debat.
Bart Staes kreeg het woord en na hem, hop, meteen Eppink. Eppink wilde iets kwijt over regelgeving in verband met zelfstandigen, want dat was ’s ochtends nog het onderwerp geweest van een debat in het “Europees Parlement”, maar hij kon zijn zin niet afmaken omdat Staes zei dat het daar enkel over de oostblokvrachtwagenchauffeurs op de EU-wegen ging. Niet over zelfstandigen in het algemeen dus. Goed, een debat over Europa moet ergens beginnen.
El Khadraouï kwam nu aan het woord, en hij was interessanter. Volgens hem was een referendum geen goed instrument voor zo iets ingewikkelds als een Grondwet. De mensen stemmen dan over dingen die ze niet begrijpen. We mogen redelijkerwijs ervan uitgaan dat El Khadraouï zelf die tekst wél goed begrijpt, en ook ...dat de gewone kiezer bij de gewone stembusgang gewoon weet waar hij voor, of tegen stemt. Zo niet wordt het hele stelsel van de vertegenwoordigende democratie op de helling gezet, en voor die consequentie leek Saïd mij nog niet klaar.
De opmerking van El Khadraouï maakte bij het panel geen reacties los. Niemand die bijvoorbeeld opmerkte dat Dehaene destijds vond dat zo’n EU-grondwet liefst zo onverstaanbaar mogelijk moest zijn. Misschien bedoelde Jean-Luc zelfs dat de onverstaanbaarheid ook voor iemand als El Khadraouï intact moest blijven?

Passons!
het werd stilaan tijd voor een wetenschappelijk praatje. Prof.dr.Vos verklapte ons dat hij een boekje, nee zelfs een dik boek had gelezen over Europa, geschreven door een Hollander.
Daaruit was hem gebleken dat het onhaalbaar was om een soort Europees gevoel aan te kweken bij de onwillige massa.
Professor Vos, dat zullen de lezers begrepen hebben, bedoelde natuurlijk dat er bij de onwetenden helaas geen EU-gevoel wil ontbotten, maar in zijn wetenschappelijk jargon heet dat anders, omdat je ook als wetenschapper niet té veel onderscheiden moet maken als je nog ergens wilt raken.
Een Europees voetbalteam bv. zag Vos niet direct zitten, en ook vlaggen en hymnen leek hij met wetenschappelijke skepsis af te wijzen (ja, skepsis met kappa voor mij).

Moest Europa dan misschien, als tweede mogelijkheid om in de volksgunst te komen, maar brood en spelen geven? .Ik dacht eerst nog dat die mogelijkheid al in Vos zijn eerste punt vervat zat, maar blijkbaar behoort voetbal niet meer tot de spelen. Voetbal is oorlog.
Brood, naar onze eigen tijd vertaald, zo verklaarde vorser Vos, kon misschien de gedaante aannemen vanEuropese subsidies voor allerhande projecten?
Alle Europeanen zouden dan, neem via Erasmusprogramma’s, een poosje in een ander stuk van het continent kunnen doorbrengen. Maar ook deze denkoefening, zo was Vos zijn vrees, zou niet werken...

Op dat moment, met mijn excuses beste lezer, maakte zich een hevige vermoeidheid van mij meester. Ik verlangde plots naar de aangename Brusselse buitenlucht ...en wat 'spelen', afgezien van het voetbalspel, voor Vos verder nog konden inhouden heb ik niet meer mogen vernemen, want ik heb de zaal verlaten voor hij zijn periode kon afmaken.

Wat zonde dat dit debat niet rechtstreeks
op de Ierse televisie was!

.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html