28 oktober 2019

Macronisme en moderne kunst


Bij een wandeling door Gent sta je vaak voor verrassingen. Je dacht bijvoorbeeld dat je wel wist wat 'Macronisme' betekende – manifestanten laten verminken en vervolgen namelijk – en dan zie je op de Sint-Kwintensberg deze etalage:


Vanzelfsprekend is het mooi als mensen meer dan één taal beheersen – en even abstractie gemaakt van die leeghoofdige Engelse slogan: het valt toch op dat deze brave winkeliers de Griekse stammen micro en macro mooi laten contrasteren.
Hun Frans kon nog iets beter aangezien vernissage en finissage gewoonlijk, en god weet waarom een dubbele S krijgen. Misschien iets om te contempleren, rustig te beschouwen dus.

Maar over moderne kunst gesproken: deze, misschien artistiek bedoelde nachtelijke ingreep op de mooie postbus op het Veerlepleintje beviel me al veel minder:


15 oktober 2019

Een oude volkstribuun


De journalisten Elisabeth Lévy en Daoud Boughezala ontvingen gisteren bij RNR-tv. de stichter van het Front national, Jean-Marie Le Pen. Van hem is net Tribun du peuple verschenen,* deel twee van zijn memoires. Anders dan tot voor kort wordt Le Pen vandaag wel meer uitgenodigd, zelfs door de gevestigde Franse media – hijzelf vermoedt dat ze dat graag doen om de onenigheid met zijn dochter in de verf te zetten.

De transcriptie begint na tweeënvijftig minuten in het gesprek.

Jean-Marie Le Pen: De opmerking die de president maakte is correct. Hij zei: “Bourgeois zien geen probleem in migratie.” Dat is waar, en het is geen slechte wil: dat komt omdat hun leefwerelden geen raakpunten hebben met die aanwezigheid. Zij nemen geen metro, nemen geen voorstadstreinen en zodoende hebben ze zelden de gelegenheid zich als enige Europeaan in een metrostel te bevinden.**  Bon, in het weekend gaan ze naar Normandië naar hun buitenhuizen, en nemen dan de snelweg. Bon, als ze naar het zuiden trekken is dat ook over de snelweg. Ze komen nooit iemand tegen, ze ontmoeten enkel vrienden. Maar in werkelijkheid blijft het peil van de immigratie voortdurend stijgen. Een deel van deze vreemde inwijking, dat moet niet verwaarloosd worden, is van Europese origine maar het grote deel komt uit de derde wereld. Met bijkomend de bezwarende karakteristiek dat ze heel vaak islamitisch zijn. Islam.
Élisabeth Lévy: Maar zelfs dan, en u zult het ermee eens zijn, zijn er bij de vorige generaties heel wat die Fransen zijn geworden!
Le Pen: Juist …maar het ligt toch enigszins anders. Velen zijn Fransen geworden zonder dat men zekerheid had over hun goede trouw. Ziet u, neem nu die communicatieman die …die doof was meen ik, misschien doofstom. Voor een communicatieman is dat…
Lévy: De prefectuur, Mickaël Harpon…
Le Pen: Die de politieagenten heeft neergestoken.
Lévy: Een Antilliaan overigens.
Le Pen: Oh, maar hij was …weet u, een moordenaar één minuut voor zijn misdaad is een nette man.
Lévy: Akkoord, maar u zo te horen vormt welbeschouwd elke muzelman dan een loyaliteitsprobleem. Denkt u daar zo over vandaag?
Le Pen: Dat is een vraagstelling waar de Franse samenleving mee te maken zal krijgen. Zeker is dat na de oproep van de president van de Republiek tot …hoe zei hij dat alweer…
Lévy: Waakzaamheid.
Le Pen: …tot waakzaamheid, wat toch neerkomt op verklikking van feiten die een of ander iemand abnormaal zouden lijken. Die oproep zal op de moslimgemeenschap een verdenking doen wegen die dodelijk is voor de eenheid van ons land, dat is zeker.
________
  * Élisabeth Lévy heeft er niet op gewezen, al was dat grappig geweest, maar Le Tribun du peuple was de titel van een blad (1794-1796) uitgegeven door Gracchus Babeuf, voorloper van het communisme en geguillotineerd onder het Directoire.
** De snelle RER-treinen (Réseau express régional) verbinden de voorsteden met het centrum van Parijs, maar op sommige lijnen voelen sommige reizigers zich op sommige uren niet altijd even veilig. 



Jean-Marie Le Pen : C’est une remarque qu’a fait le président, qui est juste. Qui a dit : ‘Des bourgeois ne perçoivent pas le problème migratoire.’ Il est vrai, ce n’est pas de mauvaise volonté, c’est que leurs circuits de vie ne recoupent pas la présence. Ils ne prennent pas le métro, ne prennent pas les trains de banlieue, comme ils n’ont pas l'occasion quelquefois de se trouver seul européen dans un wagon de métro. Bon, et ils vont en weekend en Normandie, dans leurs maisons de campagne, par l’autoroute, bon. S’ils vont dans le Midi c’est aussi par l’autoroute, ils ne croisent jamais personne, ils croisent que des amis. Mais le vérité c’est que l’étiage de l’immigration étrangère continue de monter. Il y a une part, faut pas le négliger, une part européenne dans cette immigration étrangère, mais il y a une large part venant du tiers monde. Avec cette caractéristique aggravante… c’est que ce sont, ils sont très souvent islamisés. Islam.
Élisabeth Lévy : Mais quand même dans les générations précédentes, vous êtes d’accord, qu’il y en a beaucoup qui sont devenus Français !
Le Pen : C’est …oui, c’était un peu différent quand même. Beaucoup sont devenus Français, sans qu’on soit sûr de leur loyalisme. Voyez-vous, prenez ce, cet attaché de communication qui est, qui était sourd je crois, il était peut-être sourd-muet. Pour un attaché de communication c’est…
Lévy : La préfecture: Mickaël Harpon…
Le Pen : Celui qui a poignardé des policiers.
Lévy : Il est Antillais d'ailleurs.
Le Pen : Oh, mais il était …vous savez, l’assassin, une minute avant son crime, c’est un honnête homme.
Lévy : D’accord mais là finalement, quand on vous écoute toute personne qui est musulman, finalement pose un problème de loyauté. Est-ce que c’est ça que vous pensez aujourd’hui ?
Le Pen : C’est un questionnement qui va se poser à la société française. Et il est certain que l’appel du président de la République à la …comment a-t-il dit…
Lévy : Vigilance.
Le Pen : …à la vigilance, c’est-à-dire tout de même à la dénonciation de faits qui paraîtraient aux uns et aux autres comme anormaux, va faire peser sur la communauté musulmane un soupçon qui est gravissime pour l’unité de notre pays, c’est sûr.

14 oktober 2019

In herberg 'De Struisvogels'

De aanslag in de Prefectuur:
Castaner schuldig verklaren is te gemakkelijk*

[...] Uit alle macht de plegers van aanslagen als psychiatrisch gestoord willen zien,** en weigeren toe te geven dat ze handelen in naam van een religie komt neer op ontkenning, zowel van wat zonneklaar is, als van de uitdrukkelijke beweegredenen die zijzelf inroepen om hun daden te stellen.

Resultaat is dat het gezag van de media bij de bevolking op wantrouwen stuit. Niets is zo bevorderlijk voor complotdenken als het ontkennen van de realiteit door diegenen die geacht worden ons te informeren. Eufemistische berichtgeving over een gevaar geeft daarenboven blijk van een tweevoudige minachting die leeft bij sommige media: niet alleen zou het volk simpel genoeg zijn om geloof te hechten aan hun feitenverslagen – verwrongen in een zin die overeenstemt met de heersende ideologie – maar daarenboven zou het zijn zenuwen onvoldoende meester zijn om een minder rozige versie van die feiten te verdragen.

Laten we niet verder zoeken naar oorzaken voor het geringe vertrouwen van de bevolking in politieke en mediatieke machthebbers.
Mensen vergeven aan elites makkelijk hun fouten: ze weten dat in hun plaats zijzelf het er niet beter zouden afbrengen. Wat ze echter moeilijker slikken is dat bij het gevaar door de ongunstige omstandigheden zij ook nog eens geminacht worden.
__________________
  * zie hier wat Christophe Castaner (Frans minister van Binnenlandse Zaken) uitgevreten had.
** dat is al decennia aan de gang, zoals u hier ziet.

10 oktober 2019

Régis de Castelnau


Régis de Castelnau (1950) is een Franse advocaat, geboren in Rabat. Hij nam eertijds de verdediging op van de Communistische Partij (als partijlid), en van de vakbond CGT.
Ik zou iedereen willen aanraden te luisteren naar wat hij te vertellen heeft over onder meer Macron, die met zijn société de vigilance de burgerlijke vrijheden wil inperken (faut pas rêver, hein!), en over de moslimmoordenaar die in Parijs niet enkel vier agenten de keel doorsneed maar thuis op zijn PC ook de coördinaten had opgeslagen van zijn collega’s bij de veiligheidsdienst.
Je kunt natuurlijk ook luisteren naar de dorpsdiscussies die de media hier bezighouden, maar de Castelnau is interessanter meen ik. Hij heeft geen autocue nodig: il parle comme un livre.

Krantenlezers, de EU en Juvenalis


Onze kranten zouden 15% meer lezers hebben lees ik op de site van het Vlaams Journalistiek Fonds. Nu had het Centrum voor Informatie over de Media deze keer een nieuwe meetmethode gebruikt, en dat maakt vergelijken met vorige metingen moeilijk. Overigens spreekt het CIM niet over zijn ‘methode’ maar gebruiken zij de term ‘methodologie’, methodeléér dus. Een woord dat hier niet te pas komt (zoal ergens) maar wel indrukwekkend in de oren klinkt. Karel van het Reve zei al dat je niet met een ernstige tekst te maken hebt als die term erin voorkomt.

Het artikel zelf van het Journalistiek Fonds is niet kwaad maar leest moeizaam. Zo ontgaat de betekenis van ‘quasi’ onze man of vrouw: ‘Je kan de resultaten ervan echter quasi onmogelijk vergelijken met de cijfers van vorig jaar, terwijl de meeste berichtgeving nochtans daarop focuste.’ Uit welk soort brein komt zo’n miserabel zinnetje? Niet uit een brein dat op taal is ‘gefocust’.

Verderop lezen we  een weinig geruststellend bericht. De Europese Commissie wil een European Digital Media Observatory lanceren. Dat observatorium ‘moet als een hub fungeren voor factcheckers, academici, mediaorganisaties en experts in mediageletterdheid’ en het moet ‘de EU-markt van factchecking services voorzien’. Mooi dat ze aan dienstverlening willen doen, en nog mooier is dat de EU, ongeacht haar democratisch deficit, een nieuwe naam heeft bedacht voor ‘gedachtepolitie’. Politiewerk begint natuurlijk bij observatie, en zoiets mag gerust een paar miljoen kosten. Ze kunnen als vingeroefening misschien die beweerde 15% eens checken.

Het Fonds heeft nog een mooi weetje:
‘En er was nog factcheck-nieuws deze week. Gisteren raakte bekend dat Knack als eerste Belgische nieuwsmedium het certificaat van het International Fact-Checking Network (IFCN) krijgt. Dat is hét internationale keurmerk voor factcheckers, en wordt bijvoorbeeld ook gebruikt door Facebook en Google om hun algoritmes bij te sturen.’
Dat laatste mag wel tot aanbeveling strekken.

Dus daar in dat IFCN kan men factcheckers factchecken!
Helaas komt hier een bezwaar van Juvenalis voor de geest: Quis custodiet ipsos custodes? Wie zal de bewakers zelf in de gaten houden?
Wel had de dichter het specifiek over het bewaken van de slaapvertrekken van lichtzinnige echtgenotes – in Rome,  niet in Straatsburg of Brussel – en bestaat er ook enige twijfel over de authenticiteit van de tekst (hij komt uit een 12de-eeuws handschrift, en bij Loeb zijn die verzen gemarkeerd met O, voor Oxonian, naar dat handschrift), maar dat doet niets af aan zijn bedenking.


7 oktober 2019

Stukje Rioufol vertaald

Ivan Rioufol

De Grote Leugen brengt Frankrijk in gevaar. Zij is het die het land kwetsbaar heeft gemaakt door het blind te maken voor zijn binnenlandse vijanden. Zij is het die de machthebbers zover heeft gebracht dat deze de controle over de nationale veiligheid zijn kwijtgeraakt.
Dat een islamist, bekeerd in 2008, gerechtigd werd veiligheidsgeheimen te beheren in het hart van de prefectuur van de Parijse politie, tart elke verbeelding. We weten nu dat Michael Harpon, die donderdag in het heilige der heiligen van het antiterrorisme vier politieagenten met een mes ombracht, helemaal geen geheim maakte van zijn religieuze overtuiging noch van zijn radicalisme.

Misschien was minister van Binnenlandse Zaken Christophe Castaner te goeder trouw toen hij meteen na de moorden verklaarde dat het personeelslid ‘nooit gedragsproblemen had vertoond’, en dat er ‘niet het minste alarmerend teken’ was geweest. Dat neemt niet weg dat de overhaasting van de regering om een mogelijke jihadistische ontsporing te miskennen duidelijk de versuftheid aantoont van een staatsapparaat dat niet de minste luciditeit vertoont zodra het over de islam gaat en over beschermde minderheden.

Een eendere kwaal heeft ook een groot deel van de journalisten aangestoken, die altijd klaarstaan om extreemrechts of de islamofoben als het ware gevaar aan te wijzen. De vier slachtoffers van Harpon zijn ook slachtoffer van die ‘humanisten’ die de zaak van de diversiteit zijn toegedaan. Voorgewende verdrukten, vervuld van haat tegen Frankrijk, hebben zij onschendbaar gemaakt om redenen van non-discriminatie.

We lezen, in Les Échos van 4 oktober, de mening van Jacques Attali over ‘De dodelijke thesis van de invasie van Frankrijk’. Hier leggen we de vinger op de Grote Leugen en haar adelbrieven. Voor Attali is er niet alleen ‘geen sprake van een overrompeling van Frankrijk noch van Europa door de islam of Afrika’, maar integreren ‘99% (van de niet-Europese immigranten) perfect in de Franse natie.

Zover durft zelfs Castaner niet te gaan: maandag op France Inter heeft hij toegegeven dat Frankrijk de integratie van de immigranten ‘de laatste jaren heeft verknoeid.’ In werkelijkheid is het bankroet een stuk ouder. Het komt voort, al dertig jaar en meer, uit het onvermogen van de opeenvolgende machthebbers zich te ontdoen van de antiracistische ideologie die ten dienste staat van de massa-immigratie, van de islamisering van de steden, en die de natie verafschuwt.

De weldenkendheid – of wat daar nog van rest – vraagt eensgezind de kop van Éric Zemmour, schuldig aan islamofobie en racisme. Maar diezelfde koppensnellers blijven stom als het gaat om de eis van een verbod van het salafisme en de Moslimbroeders in Frankrijk. Dat zijn nochtans de totalitaire organisaties die de moordenaar van de prefectuur zijn wapen in de hand speelden, terwijl de inlichtingendienst onverschillig bleef.

Bij de Bevrijding hebben de collaborateurs van het nazisme zich moeten verantwoorden voor de rechter. De collaborateurs van het islamisme, die landverraders verdienen hetzelfde lot.

5 oktober 2019

Tortellino e Zucchetto


Gisteren 4 oktober vierden we het feest van de heilige Petronius, bisschop van Bologna, gestorven rond 450 en beroemd om zijn deugden – en dus vooral niet te verwarren met Gaius Petronius Arbiter (27-66) die beroemd was om zijn ondeugden, wellicht ook de Satyricon schreef en in zijn tijd beschouwd werd als een soort stijlicoon (arbiter), zoals later Beau Brummel (1778-1840).

In de kathedraal van Bologna is een fresco te zien dat de profeet Mohammed toont, brandend in het hellevuur. Bijgevolg planden enige moslims voor enkele jaren een aanslag in die kathedraal, een plan dat verijdeld werd. Dat fresco met de voorstelling van Mohammed was geïnspireerd door Dante.

Laat dit geen teken van hun bereidheid tot integratie zijn geweest, maar nu las ik in Causeur dat de huidige bisschop van Bologna, zekere Mateo Maria Zuppi, toch met een bijzonder voorstel voor de dag is gekomen, geheel passend bij de vergevensgezinde opwellingen van de Argentijn Franciscus, bisschop van Rome. Het zal de goede Mateo vandaag zaterdag de zucchetto rosso cardinale, de rode kardinaalspompoen opleveren.

Onze bisschop wilde vrijdag namelijk, bij de viering van zijn heilige voorganger op de Piazza Maggiore, naast de klassieke tortellino ook een versie zonder enig spoor van varkensvlees laten serveren. Met kippenvlees dan maar, ‘om de integratie te bevorderen’. Of die lekkernij al dente moest opgediend worden vertelde hij niet (niet helemaal gaar, maar toch meer dan halfgaar, dat spreekt). Wel had hij een naam bedacht voor zijn gerecht: il tortellino dell'accoglienza, ‘de welkomsttortellino’.

De verdedigers van de traditionele Bolognese keuken stonden op hun achterste poten: een culinaire godslastering, de sacrale tortellino gevuld met kip in plaats van varkensvlees! Maar Mateo had zijn uitleg klaar: ‘Zo zal iedereen kunnen meegenieten, zowel diegenen die om religieuze redenen geen varkensvlees mogen eten, als de ouderen die lichtere kost willen’.

Causeur voegt daaraan toe dat de goede herder ook iets over gluten had mogen zeggen …en vooral dat de Joden, die in 1593 in een getto gedreven waren, nooit op een dergelijke gunst hebben moeten rekenen.

4 oktober 2019

De cholerafobie was terecht


“De politie en justitie gaan niet uit van terreur, omdat de man niet in het vizier was van de inlichtingendiensten,” las ik bij Elsevier over de moslim die in een Parijs politiekantoor vier agenten de keel doorsneed met een binnengesmokkeld mes.

Een merkwaardig ‘omdat’. Je zou een nevenschikking kunnen verwachten maar geen causaal voegwoord, en het deed me denken aan een passage bij Heinrich Heine, in zijn Französische Zustände – een reeks verslagen voor de Duitse lezer over wat er omging in Parijs.
In 1832 had Heine veel te melden: in de stad heerste een ware cholerafobie. Lukraak en bij bosjes stierven er mensen – het meest nog arme mensen want de rijken hadden en masse de stad verlaten toen de ziekte zich aankondigde. Heine bleef ter plekke om verslag te doen, al had hij het zich makkelijk kunnen permitteren om de stad te ontvluchten. En hij had commentaar bij het werk van de inlichtingendiensten.
Het gerucht deed namelijk de ronde dat het helemaal niet de cholera was waaraan de mensen stierven. Ze waren vergiftigd. Er was een wit poeder gestrooid bij bakkers en slagers, op de groentemarkten en bij de wijnhandelaren.

Hoe wonderlijker de verhalen klonken, des te gretiger werden ze door het volk aangenomen, en zelfs hoofdschuddende twijfelaars moesten er geloof aan hechten toen de politieprefect een officiële mededeling liet verschijnen. De politie laat er zich hier, zoals overal, minder aan gelegen liggen misdaden te verijdelen dan er integendeel weet van te hebben. En ofwel wilden ze met hun alwetendheid pralen, ofwel wilden ze bij dergelijke geruchten over vergiftiging – die mochten dan waar of vals zijn – minstens elke argwaan van de regering afwentelen. Genoeg: door hun ongelukkige bericht waarin ze uitdrukkelijk zegden dat ze de gifmengers op het spoor waren, werd het gerucht officieel bevestigd en heel Parijs raakte in de meest ijzingwekkende doodsangst.

Ik heb de indruk dat het volk bij een terechte fobie tegenwoordig minder geneigd is om geloof te hechten aan officiële berichten en verklaringen en mededelingen en praatjes, of die nu van de inlichtingendiensten of van wetenschappers, of van politici en hun journalisten afkomstig zijn. Het volk gelooft nu zijn eigen ogen, en meent dat zulke verklaringen afkomstig zijn van verwarde mensen.

Nooit eens een lofzang op Frankrijk bij Stendhal


À Pauline Périer-Lagrange*
Paris, 6 décembre 1811.

Beter een enkel woordje dan niets; ik wou dat jij je dat vaak herinnerde. Stel je een man voor op een zwierig bal, waar alle vrouwen elegant getooid zijn; hun ogen schitteren van vurig plezier, je ziet de blikken die ze op hun aanbidders laten vallen. Die mooie ruimte is opgesmukt in een stijl vervuld van zinnelijkheid en grandeur; duizend kaarsen verspreiden er een hemelse klaarte; de verrukkelijke geuren brengen je nog buiten jezelf. De gevoelige ziel die in dat oord van verrukkingen vertoeft, die gelukkige man is genoodzaakt de balzaal te verlaten; hij komt terecht in een dichte mist, een regennacht vol modder; hij struikelt een keer of drie-vier en valt ten slotte in een mestkuil.
Ziedaar het ingekorte verhaal van mijn terugkeer uit Italië. Om me te troosten bij de fysieke en morele platvloersheden die ik onderweg te slikken kreeg, stelde ik mij die goede kleine Angelina** voor, die me met al haar liefde in mijn appartement opwachtte bij een warm vuur.

Mieux vaut un mot que rien ; je voudrais que tu te rappelasses souvent cela. Figure-toi un homme dans un bal charmant, où toutes les femmes sont mises avec grâce ; le feu du plaisir brille dans leurs yeux, on distingue les regards qu’elles laissent tomber sur leurs amants. Ce beau lieu est orné avec un goût plain de volupté et de grandeur ; mille bougies y répandent une clarté céleste ; une odeur suave achève de mettre hors de soi. L’âme sensible qui se trouve dans ce lieu de délices, l’homme heureux , est obligé de sortir de la salle de bal ; il trouve un brouillard épais, une nuit pluvieuse et de la boue ; il trébuche trois ou quatre fois et enfin tombe dans un trou à fumier.
Voilà l’histoire abrégée de mon retour d’Italie. Pour me consoler des platitudes physiques et morales que j'essuyais en route, je me figurais cette bonne petite Angelina m’attendant avec tout son amour, dans mon appartement, auprès d’un bon feu.
Aux âmes sensibles
Lettres choisies (1800-1842)
Édition de Mariella Di Maio (Folio classique, 2011, p.177)
___________
  * Zijn lievelingszus Pauline (Beyle) was getrouwd in 1809.
** Angéline Bereyter, of Barretter (1786-1841), zangeres aan de Opéra bouffe, zijn maîtresse van 1811 tot 1814. Gevleid en ontroerd had ze niet lang weerstaan aan zijn vurige brieven, die helaas niet tot ons zijn gekomen. Je ne l'ai jamais aimée, zei hij elders.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html