Al wie het onderwijsdebat van de vorige dagen en weken met vrucht wilde volgen, kon niet om een aantal natuurkundige termen heen. Meestal waren deze afkomstig uit de hydraulica. Doorstroming, instroom en uitstroom moest je vlot kunnen gebruiken, onverschillig of je in je jeugd nu Grieks en Latijn had gedaan of A3.
Ook watervallen (deiectus aquae) kwamen ter sprake. Dit is een wat complexer begrip dan de eerste drie, die tenslotte ook in de loodgieterij niet onbekend zijn. Wat we ons moeten voorstellen, is dat een hooggelegen hoeveelheid water op een catastrofale manier naar beneden komt.
Als er nu bovenaan voldoende instroom is, zal zo’n waterval blijven werken, en anders valt ze stil. Van beide fenomenen zijn er in de natuur voorbeelden te vinden.
In het onderwijsdebat echter, worden de natuurkundige termen in overdrachtelijke zin gebruikt, figuurlijk, metaforisch.
Met de natuur, hoe interessant ook, zullen wij ons verderop dus niet meer bezighouden. Onthouden we vooral dat een waterval niet altijd naar behoren functioneert.
De degoutante uitspraak van Yves Desmet, over de “scholen voor de elite, waar dan de kinderen van Bart De Wever naartoe zullen gaan” werd hem door vriend en vijand kwalijk genomen. Het getuigt van weinig stijl om zoiets te zeggen, vinden ze. Een gebrek van de persoonlijkheid zelf, en bijgevolg ongeneeslijk.
Ik ben eerder geneigd om samen met Aristoteles die uitspraak aan een apaideusia toe te schrijven, een onopgevoedheid. Als er in de tijd van Yves Desmet een goed werkende waterval was geweest, dan hadden we aan hem nu misschien een uitmuntende kok, en had hij zijn broek niet moeten verslijten in de Latijnse, en later in de afdeling der “communicatie-wetenschap”, zoals bekend een vergaarbak aan de buitenmuur van vele universiteiten.
Dat zijn Latijnse studiën hem grotendeels zijn voorbijgegaan, en de jonge Yves wellicht beter kok was geworden, moet ik vanzelfsprekend toelichten.
Hij mocht, als oud-leerling van de historica Els Witte, bij haar emeritaat een toespraak houden en haar het “liber amicorum” overhandigen. Het is een hele eer om zoiets te mogen doen en je vertelt dan niet om het even wat.
Nu was er een kleine complicatie: het boek heette in dit geval niet gewoon liber amicorum, maar god weet waarom liber alumnorum.
De dag na die feestelijke uitreiking werd Yves gevraagd om voor de radio de rol en betekenis van Els Witte toe te lichten in een interviewtje. Het gesprek ging niet rechtstreeks maar werd vooraf opgenomen –toevallig door uw dienaar– en halverwege vroeg de journalist: “Wat betekent dat eigenlijk: alumnorum?” Zulke dingen worden er achteraf uitgeknipt.
En je zou inderdaad denken dat iemand die de dag daarvoor een boek overhandigd heeft gewoon weet wat de titel ervan betekent, of het minstens zou hebben opgezocht om zijn speech te kunnen schrijven.
"Ja ...dat weet ik niet", antwoordde Yves.
Zo snel als de bliksem duwde ik op de intercom-knop, en zei in één adem: “genitief mannelijk meervoud van alumnus hij die gevoed is”.
Yves zijn gezicht betrok.
Toen ze de studio uitkwamen, voelde ik mij zedelijk verplicht om kennis te maken: "Mijn naam zal u niets zeggen, maar u kent me misschien van de blog victacausa?"
"Oh, zo hebben we elkaar dan eens ontmoet", zei Yves en verdween, ook als de bliksem.