30 maart 2019

Journalisten werken met ...verhoopte feiten


Vroeger keek ik wel eens naar het nieuws op TV als ik wilde weten wat er in de wereld aan de hand was. Die tijd is allang voorbij. Het web is betrouwbaarder lijkt me. En natuurlijk moet je daar goed uit je doppen kijken, want er wordt veel vals nieuws aangeboden. Maar ook veel ander nieuws, dat alle richtingen uitgaat én journalistiek ongefilterd blijft: een stevig pluspunt. Het lezen, beluisteren of bekijken van journalistieke berichten vraagt tenslotte een gelijkaardige inspanning, aangezien veel in een codetaal is gesteld – het vocabularium wordt verdraaid waardoor meer en meer woorden niet langer in hun dagelijkse betekenis te begrijpen vallen, en talloze feiten worden met de mantel der liefde bedekt.

Natuurlijk is niet alles te wantrouwen wat de grote media vertellen, dat zou psychotisch zijn. Als ik bijvoorbeeld een tv-correspondent zie (op de PC dan, en vaak de dag daarop als iets me op het web werd gesignaleerd), en die zegt dat het stormt en stortregent in Washington, en ik zie hem staan, kletsnat en verwaaid: dan geloof ik hem en zou ik voor hem mijn hand in het vuur steken. Maar verder gaat het geloof niet.

Daarvoor zijn er teveel dingen gebeurd. Ik wil het niet hebben over de Varkensbaai, de Golf van Tonkin, over Timisoara, over de couveuse van Bush sr. of de massavernietigingswapens van Bush jr. Allemaal oude zaken die de reguliere journalistiek klakkeloos geloofde en doorgaf. Ik wil het ook niet hebben over Relotius van Der Spiegel, die zijn ware verhalen zelf verzon en er prijzen voor kreeg. Er zijn nog wel meer dingen die ik hier oversla, want de praeteritio is een mooie stijlfiguur.

De jongste massieve leugen van de reguliere media is natuurlijk de Russische inmenging in …ongeveer elke verkiezing in het Westen. Misschien hebben ze zelfs onze jongste gemeenteraadsverkiezingen gemanipuleerd, of het succes van Baudet?
Dat de media hier een NAVO-agenda dienen, beseffen ze niet maar die NAVO heeft vanzelfsprekend wel een vijand nodig.

Nur eines will ich in diesen Zusammenhang unterstreichen: Alle Fernseh-Gesellschaften sind anfällig für Psychosen, aber die Deutschen besonders,“ zei Helmut Schmidt in 2002 in een interview. Die toevoeging na de komma was natuurlijk overbodig.

De laatste tijd hadden ze weer die collusie van Trump met de Russen, die ook bij ons zonder enig voorbehoud werd verslagen. Akkoord, de Vlaamse, Franse, Duitse &c. journalisten hebben deze kwestie vanzelfsprekend niet zelf beoordeeld voor ze die rondstrooiden. Ze namen gewoon over wat de Amerikaanse media schreven en zegden. Afschrijven mag niet in de klas, maar in de krant wel. Echter, wat is dan nog het specifieke gevaar van de alternatieve media op het web, die men nu aan banden wil leggen?

Maar kijk, na de mededeling van Attorney General William Barr over het rapport van die Special Prosecutor Mueller, publiceert de Washington Post dan toch onderstaand artikel, waaruit ik een en ander vertaal. Dat zie ik de media hier nog niet meteen doen: de NRC bijvoorbeeld zegt, naar aanleiding van het Mueller-rapport, dat alleen "rechts" zich in een "filterbubbel" bevindt.

De conclusie uit het onderzoek van Mueller
roept alweer vragen op
over de journalistieke aanpak
Paul Farhi
The Washington Post 24 maart 2019

And now comes the reckoning for the mainstream news media and the pundits.
En nu volgt de afrekening met de grote nieuwsmedia
en de experten


De aankondiging kwam als een donderslag voor de mainstream nieuwsmedia en de grotendeels progressief-gezinde commentatoren, die maandenlang zoet zijn geweest met hun verhalen in kranten en tv-panels waarin ze de nadruk legden op mogelijke collusie.

“Niemand wenst dit te horen, maar het nieuws dat de speciaal aangestelde openbare aanklager Robert Mueller weer naar huis is vertrokken zonder nieuwe aanklachten te formuleren is een doodsteek voor de reputatie van de Amerikaanse nieuwsmedia,” schreef Matt Taibbi in een column in Rolling Stone die zaterdag verscheen, een dag voor Barr het deksel van de collusie-doodkist dichtspijkerde. Hij voegde daaraan toe: “Niets waar Trump door de pers van zal worden beschuldigd zal er vanaf nu bij grote delen van de bevolking nog ingaan.”

In het artikel van The Post lezen we verder over een tweet van commentator Glenn Greenwald, die al lang sceptisch stond tegenover de volgehouden journalistieke beweringen over ‘collusie’:
“Ga maar na bij alle MSNBC-personaliteiten, elke juridische expert van CNN, bij elke progressief-centristische site of artiest van de #Resistance-zwendel, en kijk of je van zelfreflectie, nederigheid of bekentenis van enorme fouten ook maar een jota ziet.”

The Washington Post en The New York Times kregen een gedeelde Pullitzer-prijs voor hun gedegen journalistiek werk.
Russiagate” was een obsederend thema voor de grote media, al sinds de verkiezing van Trump in 2016. Het niet partijgebonden Tyndall Report telde het aantal minuten dat ABC, CBS en NBC aan dit onderwerp spendeerden in hun avondnieuws het voorbije jaar, en enkel de hoorzittingen van opperrechter Kavanaugh in de Senaat kwamen nog hoger uit. Het Republican National Committee publiceerde zondag een telling van de artikelen over dit onderwerp in The Post, de New York Times, CNN.com en MSNBC.com, en dat waren er 8507. Komen daarbij de honderden zenduren van de kabelmaatschappijen CNN en MSNBC.

Nu, de media hebben dat allemaal niet vergeefs gedaan meldt dit artikel van de Post nog:

Het verhaal was ongetwijfeld een belangrijk element om de kijk van de kiezers te sturen bij de tussentijdse verkiezingen van 2018 waar de Democraten de meerderheid haalden in het Huis van Afgevaardigden.

Tim Graham, directeur bij het conservatieve Media Research Center vat het zo samen:
Nu blijkt duidelijk dat de nieuwsmedia enkel aan hun wensgedachten lucht gaven. Er stond hen een grootse finale voor ogen, en die kwam er niet. Ze spotten met Trump als die zei “no collusion”, en aan het eind bleek dat de waarheid… de kiezers moeten zich gekleineerd en bezwendeld voelen.”

29 maart 2019

Manu en classe


Of Macron nog veel krediet heeft bij de Fransen valt te betwijfelen. Hij weet zich geen raad met die gele hesjes en laat dan maar op de eigen bevolking schieten, wat nooit een goede indruk maakt. Wel is er intussen die reeks one-man shows, een tournee die hij Le grand Débat national heeft gedoopt en die op 15 maart had moeten eindigen, maar blijkbaar verlengd is want Macron heeft de smaak te pakken.

Adrien Quarennens, een verkozene van het linkse La France insoumise vindt dat het Macron enkel om tijdwinst te doen is. De oude links-rechts-tegenstelling speelt hier niet want een partijloze rechtse verkozene, Emmanuelle Ménard, vindt ook dat het stilaan welletjes is geweest, zeker na de conférence van Manu waarin hij de gilets jaunes ter sprake bracht in een klasje schoolkinderen.


Quarennens: Le président de la République dit à toute la population, à tous les citoyens français : Parlez, parlez de tout, parlez beaucoup et longtemps. Comme ça moi je gagne du temps, et puis à la fin c’est moi et moi seul qui déciderai. Ça n’est pas possible. On a aujourd’hui le tableaux suivant : vous avez un président de la République qui ne veut pas changer de cap, et vous avez une majorité de Français qui est en accord avec les principales revendications des gilets jaunes.
___
[Sonja Mabrouk: Emmanuelle Ménard, vous faites un sourire?]
– Oui parce que, alors là aujourd’hui, le moins qu’on puisse dire c’est qu’il ne s’est pas mis en danger, hein! Alors on a eu Macron chez les mères, Macron chez les jeunes, Macron chez les enfants. Demain ce sera quoi ? Macron chez les nourrissons dans les crèches ? Je ne sais pas. Enfin non, là il faut …ça a trop duré. Il faut arrêter. Je pense qu’il ne se rend pas compte que son petit numéro de communication à sa gloire personnelle, ça commence, ça commence à agacer sérieusement.
Et après il va nous dire : ah ! mais samedi il y avait des gilets jaunes qui ont manifesté un peu violemment. Je crois qu’il faut peut-être qu’il sache s’arrêter à un moment donné. Et il faut apporter des réponses politiques. Je crois que le temps du débat est terminé, et il est temps qu’on arrive aux réponses politiques, concrètes. C’est ce qu’attendent les Français.

28 maart 2019

Facebook tegen de publieke ruimten


Le Monde diplomatique van april heeft het over de lokale impact van internetbedrijven, en maakt een vergelijking met klassieke kapitalisten, genre Carnegie, Ford enzovoort. Die zagen soms nog voordelen in sociale coherentie, en bouwden dan bibliotheken of nutsvoorzieningen ten dienste van de gemeenschap. De blik van moderne kapitalisten, genre Zuckerberg, Pichai, Cook en consorten is beperkter. Misschien zou je die vóór-kapitalistisch kunnen noemen, zelfs feodaal. Zij verkopen wel luchtkastelen, maar bouwen autarkische stenen burchten waar je als buitenstaander niet inkomt.


Online-gemeenschappen als zinsbegoocheling
Ondanks hun obsessie met gedematerialiseerde verbanden en met de goede genius van software, kennen ondernemingen als Facebook, Google en Apple wel degelijk de waarde voor de gemeenschap van échte infrastructuur, van ruimten die onze omgang met anderen vormgeven. En dat laten ze blijken: hun weelderige campussen in Californië omvatten groenende tuinen, bars waar men sapjes vindt en gastronomische restaurants, atletiekpistes en sportzalen met de nieuwste snufjes, kapsalons, crèches, theaterzalen, bibliotheken en cafés. Kortom, talrijke reële, niet virtuele plekken waar men samenkomt, zowel binnen als buiten. Let wel, het  betreft hier privé-infrastructuur, bestemd tot vermaak en gemak van de hogere kaderleden die er toegang toe hebben met badges voorzien van kleurcodes. Tijdelijke werkkrachten en onderaannemers die voor de keuken en het onderhoud zorgen, worden uitgesloten net als buurtbewoners en bezoekers. Aangezien deze schitterende inrichting hen ter beschikking staat, hebben de virtuozen van de algoritmes en de marketing geen enkele reden om gebruik te maken van de diensten van de kleine buurthandelaar, die bijgevolg over kop gaat. Er zijn tijden geweest dat steden heel wat meer baat hadden bij de aanwezigheid van een grote werkgever…

Malgré leur obsession pour les liens dématérialisés et le génie des logiciels, les entreprises comme Facebook, Google et Apple connaissent bien la valeur des véritables infrastructures sociales, ces espaces qui façonnent nos relations. Et elles le démontrent : leurs somptueux campus de Californie comportent des jardins verdoyants, des bars à jus et des restaurants gastronomiques, des pistes d’athlétisme et des salles de sport dernier cri, des salons de coiffure, des crèches, des théâtres, des bibliothèques, des cafés. Bref, de nombreux lieux de sociabilité réels, pas virtuels, en intérieur comme en extérieur. Toutefois, il s’agit d’infrastructures privées, destinées à l’agrément et au confort des cadres supérieurs, qui y accèdent grâce à des badges dotés de codes couleur. Les intérimaires et les sous-traitants, chargés de la cuisine et du ménage, en sont exclus, tout comme les habitants du quartier et les visiteurs. Disposant de ces équipements rutilants, les virtuoses des algorithmes et du marketing n’ont aucune raison d’utiliser les services des petits commerces alentour, qui, par conséquent, périclitent. En d’autres temps, les villes profitaient bien davantage de la présence d’un grand employeur...

25 maart 2019

Discriminatie in de schaakwereld


Misschien is het wat laat om erop terug te komen, maar laatst donderdag 21 maart was International Day for the Elimination of Racial Discrimination. Nu is mijn vrees dat velen dat pas hier vernemen, want stilaan zijn alle dagen van het jaar wel aan iéts toegewijd, en je houdt niet alles bij. Vroeger had elke dag zijn patroonheilige – en meestal meer dan één, want er zijn natuurlijk meer dan 365 heiligen – maar ook toen behoorden niet alle namen tot ieders parate kennis, en wisten weinigen wie of wat er op welke dag herdacht moest worden of in ere gehouden. Maar op 21 maart is voortaan het racisme aan de beurt.

Of dat veel zoden aan de dijk zet weet ik niet, want om een voorbeeld te geven: het is nog altijd zo dat schaakspelers witte en zwarte stukken blijven gebruiken (bij voorkeur van palmhout en ebbenhout), en ook nog eens op een bord met witte en zwarte velden spelen. Die gewoonte lijkt wel onuitroeibaar.

Samen met de XIXde eeuwse Engelse meester Howard Staunton (naar wie de mooie stukken zijn vernoemd) gaan de meeste spelers ervan uit dat de kleur op zich er niet toe doet, al waren er wel uitzonderingen: The colour of the Men is not a subject of much importance, but it is necessary to appoint a certain course respecting it, especially as many players still cultivate the foolish habit of playing exclusively with one colour. We horen dus dat sommigen altijd de witte stukken opeisten, en anderen enkel met zwart wilden spelen. (Bijgeloof komt bij schakers wel meer voor, en zo zullen veel spelers na een gewonnen partij de dag daarop met dezelfde pen hun zetten noteren, of ze zullen hetzelfde bezwete hemd dragen, liever dan een vers hemd uit de kast te nemen.)

Onhoudbare toestanden vanzelfsprekend, maar enkele eeuwen geleden heeft men een oplossing bedacht. Eén speler neemt een witte pion in de ene hand en een zwarte in de andere, hij steekt beide goed gesloten vuisten vooruit en de tegenstander kiest.

Is de zaak daarmee tot een oplossing gekomen, en hebben we 'equality' bereikt? Neen! van oudsher doet immers wit de eerste zet, en dat geldt als een klein voordeel. Wit neemt het initiatief, ‘he has the attack’ zoals men in de tijd van Staunton zei.
Daar hebben nu de Noor Magnus Carlsen, wereldkampioen, en de Nederlandse Rus Anish Giri iets aan gedaan. Ze speelden een partijtje waarin Carlsen met zwart de eerste zet mocht doen! Het was een blitzpartijtje zonder inzet, en wie het gewonnen heeft weten we niet.

En nochtans zit daar de echte discriminatie: zwart, blank, geel of bruin, het is bijna altijd de sterkste speler die wint! En een even onrustwekkend feit: de wereldkampioenen zijn tot nog toe altijd mannen geweest. Dat valt overigens wel te verklaren: vrouwen hebben geloof ik niet dat killer-instinct dat eenmaal bij het spel hoort.
Laten we Bobby Fischer dit even verduidelijken, in een gesprek met Dick Cavett in 1972:



Dick Cavett: And what’s the pleasure, what’s the moment of pleasure for you? Is it when you see the guy in trouble? When is the greatest pleasure, corresponding to hitting the home run in baseball?
Ah, the greatest pleasure… when you break his ego, that’s where it’s at you know.
Yeah… really?
–Yeah (laughs)
And when does that occur? When he sees that he’s finished?
–Yeah, yeah. I mean he sees it coming and, uh, breaks a lot inside.
Yeah (laughs) And you like that moment of just crushing the guy.
–Right, yeah.

17 maart 2019

Hoe dacht Helmut Schmidt over de Russen?


Naar een oud gesprek uit 2007 gekeken, tussen Helmut Schmidt en Richard von Weizsäcker, in het programma van Sandra Maischberger, en ik leerde daaruit dat Schmidt heel anders naar Rusland keek dan het huidige 'EU-parlement' dat doet. Die vergadering kondigde eerder al sancties af, en verscherpt deze nu omdat Washington dat wil. Tot zover de onafhankelijkheid van dat 'parlement'.

Maischberger: Het boezemt de Russen angst in dat de raketten van de Amerikanen hun grondgebied te dicht zijn genaderd?
Schmidt: Ja, dat is geen territoriale kwestie, maar een vraag over de expansie van de Amerikaanse basissen tot aan de grenzen van de Sovjet-Unie. Dat zal elke Russische stafofficier zorgen baren. De Amerikanen hebben vandaag militaire steunpunten in ongeveer zestig landen ter wereld. Enkele daarvan liggen heel dicht bij de Sovjetgrens in Centraal-Azië, en naar men zegt eerstdaags ook op Pools grondgebied, op Tsjechisch grondgebied. Estland, Letland, Litouwen, Polen, die zijn allemaal lid van de NAVO geworden. Dat moet onrust losmaken, en of het verstandig was… kan men zich afvragen.



Maischberger: Die Russen haben Angst die Raketen der Amerikaner sind zu nahe am ihrem Gebiet gekommen?
Ja, das ist keine territoriale Frage sondern das ist eine Frage der Ausdehnung amerikanischer militärischer Stützpunkte bis an die Grenzen der Sowjetunion. Das muss bei jedem russischen Generalstabsoffizier Besorgnisse auflösen. Die Amerikaner haben heute militärische Stützpunkte in ungefähr sechzig Staaten der Welt. Davon einige ganz dicht an der sowjetischen Grenze in Zentralasien, und angeblich demnächst auf polnischem Boden, auf tschechischem Boden. Estland, Lettland, Litauen, Polen, das sind alles Mitglieder der NATO geworden. Das muss Unruhe auslösen, und ob es klug war …das darf man sich fragen.

Verder in het gesprek vond Schmidt 'het aantal mensen dat gelijktijdig op deze aardbol leeft' (die Zahl der gleichzeitig lebenden Mensen auf diesem Erdball) ook onrustwekkend, en hij specifieerde even:

Op zijn beurt is een verder gevolg natuurlijk dat deze mensenmassa via televisie en internet opgezweept kan worden. Men reageert als massa. Het valt niet meer uit te sluiten dat de Amerikaan Sam Huntington, die nu twaalf of dertien jaar geleden voor het eerst sprak van een dreigende Clash of Civilisations, het valt niet meer uit te sluiten dat het tot een wereldwijde clash komt tussen enerzijds de één komma twee, één komma drie miljard mensen die moslim zijn, en anderzijds het Westen. De overbevolking men moet zeggen de bevolkingsexplosie en de gevolgen ervan die zal op deze eeuw heel diepgaand haar stempel drukken.



Wiederum eine andere Folge ist, daß diese Menschenmassen natürlich alle über Fernsehen, über Internet hysterisierbar sind. Es gibt Massenreaktionen. Es ist nicht mehr auszuschließen, daß der Amerikaner Sam Huntington, der heute vor zwölf oder dreizehn Jahren zum ersten Mal von der Gefahr eines Clash of Civilisations gesprochen hat  es ist nicht mehr auszuschließen, daß es zu einem weltweiten Clash zwischen eins Komma zwei, eins Komma drei Milliarden Menschen die Muslime sind, einerseits, und andererseits dem Westen kommt. Die Überbevölkerung, man muss sagen die Bevölkerungsexplosion, die wird das – und die Folgen davon – die wird dieses Jahrhundert sehr weitgehend prägen.




15 maart 2019

NAVO-lidmaatschap opzeggen?


Of dat mag weet ik niet, maar ik vertaal toch het slot van een artikel uit Le Monde diplomatique van deze maand. Je leest zulke dingen niet bij ons, en daarom. Een Fransdolle minister van Landsverdediging als Reynders heeft natuurlijk geen vertaling nodig maar hij leest hopelijk wel wat deze Franse ambassadeur te vertellen heeft over het kunstmatige vijandbeeld dat de NAVO (zijnde in de praktijk de VS) in stand houdt. Guy Verhofstadt mag het hier lezen, want die gelooft echt dat Rusland klaarstaat om met ziijn tanks West-Europa binnen te rollen.

Gabriel Robin*

De wereld is veranderd. Tot voor kort waren er overal blokken; nu zijn er geen meer, en in de immense ruimte bevolkt met alle slag van soevereine naties blijft slechts de NAVO nog over die haar burcht uit een voorbije tijd opstelt. De wallen ervan hebben bescherming geboden; vandaag is heerszucht de enige boodschap die er nog van uitgaat. De Alliantie was beperkt en homogeen; ze is propvol en expansief geworden. Ze beoogde de status quo en pariteit; vandaag wil ze haar overmacht doen gelden, en laten voelen dat het haar vrij staat te interveniëren waar dat haar schikt. Ze ontzegde zich zone-vreemde acties; vandaag zijn die haar uitverkoren jachtgebied. Kortom: van oorspronkelijk defensief, is ze nu hegemoniaal geworden. Hegemoniaal naar buiten toe, waar ze haar imperialisme laat voelen; hegemoniaal naar binnen toe, waar de formele gelijkheid van de leden maar gebrekkig de heerschappij van de ene, en de vazallenstatus van de anderen kan verbergen.
De kloof tussen wat de NAVO wás – en waar zij trouwens nog enkele trekken van heeft bewaard – en wat ervan is geworden, kan enkel overbrugd worden met een hoop leugens. […] Drie ervan zijn wat Frankrijk betreft bijzonder noemenswaardig.
De eerste van die leugens: Frankrijk noemt niemand zijn vijand. Dat heeft het verkondigd in een plechtige verklaring in Parijs na de val van de Berlijnse Muur.** Maar zoals elke militaire alliantie heeft de NAVO juist nood aan een vijand. In haar schootslijn heeft Rusland de Sovjetunie eenvoudigweg opgevolgd. En Frankrijk mag daarover denken wat het wil, maar het werd in deze anti-Russische reflexbeweging meegesleept.
Overigens beeldt Frankrijk zich in dat men in de wereld het land als een welwillende en onbaatzuchtige kracht beschouwt. De NAVO geeft een ander beeld van het Westen: dat van een groep die kolonialistisch was en imperialistisch is gebleven, die een onverbeterlijke schoolmeester is die tegelijk handig de schraapzuchtige verdediging van zijn eigen belangen verdoezelt onder de universaliteit van de grote principes en de mensenrechten. De Chinezen doen niet enkel goede zaakjes in Afrika; ze zijn er ook het proces van de westerse hypocrisie beginnen te maken, en Frankrijk heeft daar zijn part van.
Maar erger nog is dat het beeld van een hegemoniale alliantie ook in de geest van de Fransen heeft postgevat. Lange tijd heeft de indruk van een gedeelde dodelijk bedreiging hen de illusie bezorgd dat de geallieerden wapenbroeders waren. Vandaag is er niets meer dat de suprematie van de ene en de afhankelijkheid van de anderen kan verhullen. Vergeefs wil Frankrijk laten geloven – en dat is een derde leugen – dat het een onafhankelijke politiek weet te behouden. Iedereen ziet nochtans goed dat het geen eigen geluid meer laat horen, bij geen enkele grote kwestie, noch over Europa, noch over het Nabije Oosten, noch over al de rest. Dat het bijvoorbeeld niet eens meer durft te zeggen dat het rakettenschild op een valstrik berust, en als resultaat heeft, zo niet als doel, om onze afschrikkingskracht af te zwakken. En als president Trump de gotspe heeft om het nut van de NAVO in twijfel te trekken, hoort men dan één Europeaan, een Fransman eventueel, hem op zijn woord nemen en hem uitdagen om die alliantie op te zeggen?
De Fransen ontdekken, in droefenis of berusting, dat hun land geen inspanning meer levert of niet de moed meer opbrengt voor een eigen politiek. En zeker, het geïntegreerde NAVO-partnerschap is niet de oorzaak van die wegdeemstering, het is er een symptoom en effect van: Frankrijk heeft zich net als de anderen bij de kudde gevoegd.
Die vaststelling kan men helaas nauwelijks in twijfel trekken, want precies diegenen die terugkeer*** van Frankrijk in de geïntegreerde commandostructuur betreurenswaardig of verwerpelijk vinden, zijn het met oud-minister van Buitenlandse Zaken Hubert Védrine (1997-2002) erover eens dat een nieuwe terugtrekking ‘geen optie’ is.**** We weten dat we de deur maar te openen zouden hebben, maar merken dat dat niet meer gaat. De val is dichtgeklapt, en zelfs de vrijheid om eruit te ontsnappen zijn we kwijt.
Terugtrekking uit de NAVO is voor Frankrijk wel noodzaak, maar noch een urgentie noch zelfs prioritair. Vooraf zouden al te veel andere halsbanden eerst ontgrendeld moeten worden.
_______
* Frans ambassadeur, van 1987 tot 1992 permanent vertegenwoordiger bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.
** Bij de top van Parijs in 1990 over veiligheid en samenwerking in Europa.
*** De re-integratie van Frankrijk in het commando van de NAVO werd door de hyperactieve president Sarkozy in 2007 aan het Congres in Washington aangekondigd. In 1966 had Charles de Gaulle beslist uit dat commando te stappen, om redenen van onder meer nationale soevereiniteit; om bijvoorbeeld niet willens nillens meegesleept te worden in oorlogen die wel de Amerikaanse, maar niet de Europese belangen dienden. (nvdv)
**** Men leze Régis Debray, «La France doit quitter l’OTAN», en het antwoord van Hubert Védrine, « L’OTAN, terrain d’influence pour la France », Le Monde diplomatique van respectievelijk maart en april 2013

6 maart 2019

Reis door de voorgewende waarheid


De stukken van Serge Halimi in Le Monde diplomatique lees ik altijd met plezier, en soms met nog meer plezier dan anders. Dat Halimi Bernard-Henri Lévy niet kan rieken of zien speelt hierbij een rol, dat wil ik niet ontkennen. Als steenrijke erfgenaam (zijn vader deed in tropisch hout) heeft deze BHL de taak op zich genomen de wereld te begiftigen met zijn politiek-filosofische inzichten, en dat was volgens velen niet nodig.
Nu hoef ik die man niet voor te stellen, want als chouchou van alle reguliere journalisten en vele politci is hij van de buis niet weg te slaan. Dat hij een narcistische fantast en fabulator is, valt blijkbaar niet iedereen op maar verstandige lui lachen hem gewoon uit.
Wat Halimi doet is de hypocrisie aanvallen van mensen die graag het begrip fake news in de mond nemen, maar zelf het met de feiten niet zo nauw nemen. Dat zijn er natuurlijk wel meer dan enkel onze BHL. In Duitsland heb je bijvoorbeeld Robert Menasse, en ook de redactie van France Inter gaat niet vrijuit, maar ik vertaal enkel het stukje over BHL:


De voorbije dertig jaar mogen ‘achterstand’, ‘hervorming’ en ‘openheid’ de sleutelbegrippen zijn geweest van de dominante denktrant, ‘fake news’ lijkt de nu heersende obsessie beter te resumeren. Er is trouwens een rode draad die beide perioden met elkaar verbindt: alleen valse berichten die ingaan tegen de partij van de hervorming en de opening stuiten bij beroepsjournalisten en liberale bewindvoerders op verontwaardiging. In de Verenigde Staten en Duitsland, zowel als in Frankrijk hebben deze laatsten de strijd tegen de ‘infox’* verheven tot een politieke prioriteit van eerste rang. ‘De opkomst van valse berichten,’ heeft de heer Emmanuel Macron ter gelegenheid van zijn nieuwjaarswensen aan de pers uitgelegd, ‘is vandaag niet los te zien van de fascinatie voor het illiberalisme.’ Intussen bloeit wel de traditionele desinformatie. De voortdurend weerkaatste echo daarvan bezorgt haar een soort waarachtigheid – zonder evenwel de ‘duiders’ tot enige ijver aan te zetten.

Bernard-Henri Lévy

Als chroniqueur van Point bestempelt Bernard-Henri Lévy al wie hem niet aanstaat – die lijst is oneindig – als nazi’s. In december 2010 was hij zo content over een wapenfeit van hem dat hij het feit zelf niet verifieerde, en hij de journalist Bernard Cassen van Le Monde diplomatique met de extreemrechtse, moslimvijandige pamflettist Pierre Cassen verwarde. Het weekblad weigerde een recht op antwoord te publiceren, en werd door 17de correctionele kamer (vonnis van 23 april 2013) veroordeeld hier gevolg aan te geven. De rechtbank onderstreepte ‘de onvoldoende ernst en het ontbreken van enige grond’ bij Bernard-Henri Lévy, ‘het gewicht en het geweld’ van zijn diffamatie, vond dat ‘voor hem men het vermoeden van goede trouw niet kon laten gelden’ en legde Point ook 3500 euro boete op. Niettemin heeft in hetzelfde blad, op 7 februari laatst, deze vervalser de idee gelanceerd van een ‘wall of shame’ (muur der schaamte), die ‘in real time de fake news-berichten zou oplijsten die wereldwijd het rampzaligst waren.’ BHL nodigt ‘de mensen van het Web’ uit ‘met een tekst, een video of een werk voor de dag te komen dat door zijn kracht van waarheid of grappigheid de meest schadelijke fake news-berichten zou doen verglazen.’
Hier loopt Bernard-Henri Lévy enig risico... Liever dan de lijst van zijn oplichterijen in herinnering te brengen – een volle pagina van dit blad zou daartoe niet volstaan** – kunnen we het bij zijn laatste kuren houden. Zijn werkstuk L’Empire et les cinq rois (Grasset, 2018) [Het Keizerrijk en de vijf koningen] werd in de Verenigde Staten vertaald, net op het moment dat dit land Iran tracht te verstikken. Vorig jaar hebben Patrick Cohen (Europe1, 30 maart), Ali Baddou (France Inter, de 1ste april...) en Laurent Ruquier (France2, de 7de april), die zo op precisie en fact checking gesteld zijnde Franse journalisten, hem een ‘ongelooflijk vertelsel dat maar weinigen bekend is’ laten opdissen. In 1935, vertelde ons de essayist, ‘heeft nazi-Duitsland aan de Perzen de deal van de eeuw voorgesteld. Ze zeiden hen: “We zullen samen (...) een mooi avontuur opzetten, en de wereld domineren.” En de Iraniërs gingen erop in.’ En ziedaar hoe volgens hem Perzië van naam veranderde en Iran werd, het land van de Ariërs.
Bij meerdere Iranspecialisten gingen meteen kreten van verontwaardiging op. In de mate dat enkele dagen daarop BHL er weer andere aanriep, waarvan er op hun beurt enkelen vol afschuw zagen dat ze bij deze gevaarlijke kwakkel betrokken konden raken en de analyses loochenden die de chroniqueur hen toedichtte.*** De Engelstalige uitgave van zijn werk, enkele weken geleden verschenen, voegt bijgevolg een bewijsstuk toe dat de auteur voor onweerlegbaar houdt, ‘een artikel uit de New York Times van 26 juni 1935’. Dat bewuste artikel heeft het evenwel over een ‘suggestie’ van de Duitse ambassade, maar zonder verwijzing naar enige bron ter staving van die – overigens nogal vage – verklaring voor de naamsverandering. In geen geval besluit het artikel, zoals BHL wel volhoudt, dat het gaat om ‘een bevel van Berlijn aan de Iraanse ambassade, dat overgemaakt werd aan de sjah.’
En dat artikel van de New York Times, verschenen in hun rubriek ‘Reizen-Cruises-Excursies’, vermeldt het Iraanse geval tussen vele andere – Santo Domingo was Ciudad Trujillo geworden; Smirna, Izmir; Christiana, Oslo enzovoort. Dit wat betreft de onbestaande bewijskracht van het tekstje van honderdvijftig woorden waar Bernard-Henri Lévy zich aan vastklampt als een mossel aan zijn rots. De auteur ervan is dood, en onze zelfverklaarde Irandeskundige is niet eens in staat zijn bewijsstuk precies te situeren, want het artikel van de New York Times, bestemd voor de liefhebbers van grote trektochten, werd de 26ste januari 1936 gepubliceerd, niet de 26ste juni 1935.****
En welk verband bestaat er dan wel tussen de beslissing van de sjah van 1935 en de huidige Islamitische Republiek Iran, het mikpunt van de Verenigde Staten, Saoedi-Arabië en Israel? Een overduidelijk verband volgens BHL: ayatollah Rouhollah Khomeiny zou in 1979, toen hij de macht greep, geweigerd hebben om weer terug te grijpen naar de naam Perzië omdat er in zijn entourage drie figuren zaten, ‘theoretici die volkomen gefascineerd waren door de Heideggeriaanse denkwereld.’ Hoe weet hij dat? Dankzij ‘een van de cameramannen van [zijn] film, een intellectueel met een solide filosofische cultuur.’
Al sinds 1978, en zonder uitzondering, hebben alle Franse presidenten Bernard-Henri Lévy ontvangen en hem gehoor verleend. Aangezien hij nu met de regelmaat van een metronoom Emmanuel Macron bewierookt, zou deze laatste er goed aan doen hem een onderzoeksopdracht in verband met fake news toe te vertrouwen.
______
* Lees: Halimi: Tous Nazis!
** Lees ons omvattende dossier.
*** « Ardavan Amir-Aslani : “N’en déplaise à BHL, la Perse n’est pas devenue l’Iran pour faire plaisir à Hitler !” », L’Opinion, Paris, 23 mai 2018.
**** Oliver McKee junior, « Change of Santo Domingo to Trujillo City recalls others », The New York Times, January 26 1936.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html