28 juli 2005

Dat was nog eens een TV-program

.
Francesco Algarotti (1712-1764) schreef op zijn éénentwintigste een succesboek dat direct in alle talen werd vertaald. Het verscheen in 1737 in Milaan, onder een titel die de meeste uitgevers tegenwoordig niet meer zullen accepteren: Il Newtonianismo per le Dame, ovvero Dialoghi sopra la Luce e i Colori . Newtons opvattingen, aan dames uitgelegd, kalfsleer, 8vo.


Elisabeth Carter bezorgde in 1739 een tweedelige Engelse uitgave. Enkele rijke mensen hebben dit werk nu in hun bezit, en weinigen zullen het gelezen hebben. Of het nog in druk is weet ik niet.

Vandaag zag ik het mooiste TV-programma dat ik in jaren heb gezien, maar het was niet op TV te zien, enkel op de site van de ruimtevaartorganisatie Nasa.
Het programma ging rechtstreeks en duurde een volle dag. De beelden waren een verademing. Op het oog kwartierenlang stilstaand, en als ze toch eens bewogen dan ging het met horten. Sporadisch hoorde je een stem vanuit de Discovery ofwel vanuit Mission Control in Houston. Dan weer minuten stilte. Er werden vooral codewoorden gebruikt zoals “read you” of “loud and clear” of “copy”, soms zelfs het afgezaagde “roger” dat iedere Vlaming tegen zijn vrouw of kinderen al eens zegt.
Commentaar speciaal voor de kijker was er zo goed als niet. Soms werd je op de hoogte gebracht van het stadium waarin de vlucht zich bevond, en van hetgeen volgens plan nog te gebeuren stond.
Er werd niemand om een mening gevraagd. De Amerikaan in de straat werd niet geïnterviewd, zijn verkozenen ook niet en er waren geen grapjassen of muzikanten.
De boordcommandant van de Discovery, Eileen Collins, was helemaal weinig van zeggen. Er werd haar niets gevraagd en dus antwoordde zij niet.
Op een bepaald moment liet zij haar vliegtuig een dolfijnachtige beweging maken, heel traag. Minutenlang deed ze een koprol achterwaarts, en toen werden er vanuit het bovenliggende ruimtestation foto’s gemaakt om te zien of alles in orde was met de hittetegeltjes op haar buik. Een doktersbezoek in de ruimte met de gratie van een hemels ballet.
Daarna werd het weer gewoon, maar alles bleef betoverd. Er werd gedocked en vervolgens verbroederd met de tweekoppige bemanning van het ruimtestation.
Iemand vond iets niet terug in een soort rugzak, en Houston vertelde hem waar het gezochte ding zat want op de grond hadden zij blijkbaar ook zo'n rugzak, en Eileen Collins vroeg daarna aan Houston of ze een bepaald computerbestand konden vinden. Ze was heel vriendelijk en begrijpend, het stond op de K-schijf legde zij uit, een Excel-bestand, en het had een nummer en zat onder een bepaalde map in een submap. Je kon het bestand op twee manieren vinden, ze noemde die, en het was om het even welke weg men volgde, het resultaat was hetzelfde.
Il Newtonianismo per le dame.
_____________________________

P.S. hiermee wil ik niets afdoen van de verdiensten van Algarotti. Hij wilde het mechanistische wereldbeeld van Newton populariseren op het continent en koos daarbij voor een speelse vorm. Vaak is zijn invloed onderschat door ernstige wetenschappers, maar de Heilige Stoel plaatste zijn boek zonder aarzelen op de Index Librorum Prohibitorum. Algarotti had het trouwens uitgegeven zonder toestemming, zogenaamd in Napels, eigenlijk in Milaan.

24 juli 2005

Un raisonnement à la Belge

.
Over de viering rond 175 jaar België is in de media veel te doen. Op onze nationale feestdag van 21 juli, en zelfs in de aanloop ernaar hebben duizenden landgenoten geheel vrijwillig deelgenomen aan de festiviteiten. Dans, vuurwerk, er moet veel volk op de been zijn geweest.
Het is dan spijtig om te moeten constateren dat er in academische kringen zo weinig animo lijkt te bestaan om aan onze staat eens een gedegen historisch boekwerk te wijden. Mij was dat gebrek aan enthousiasme niet opgevallen, maar ik lees deze klacht bij Reynebeau Marc in de Standaard der Letteren. En niet enkel bij ons, ook in het buitenland verschijnt er bitter weinig rond het 175-jarig bestaan; misschien dat men daar een rond getal afwacht.
Erger: tussen die enkele boekjes die in het Engels en het Frans verschenen, zat er bijna niets dat deugde. Amper één boekje was in orde, L’invention de la Belgique van Sébastien Dubois. Die man had een thesis afgeleverd die Reynebeau aanstond, hoewel het mij niet duidelijk werd wat voor thesis, want enerzijds schrijft Reynebeau in zijn artikelen soms dat naties het product zijn van grenzen, maar een andere keer ontstaan grenzen weer doordat er zich naties vormen. Maar kom, je kunt ook net zo goed het ene beweren als het andere.
Dát de staat België is ontstaan was niet meer dan logisch, besluit Reynebeau. Hij formuleert dat wel ongelukkig: “Het had weliswaar ook anders kunnen lopen, maar de nieuwe staat was geen kunstmatige constructie of willekeurig toeval.
Kunstmatige constructie was al lichtjes dubbel-op, maar als gevolg van deze op zich onschuldige slipper komt de stylist Reynebeau vlak voor de meet zwaar ten val.
Het moge elementair zijn om hier op te wijzen, maar anders dan bij die grenzen en dat natiegevoel moet er soms wel degelijk gekozen worden: de termen willekeurig en toeval sluiten elkaar uit, en zullen bij een zorgvuldige denker niet als woordpaar voorkomen, net zo min als een houten ijzer.
Stijlfouten ontstaan doordat een schrijver niet zeker is van zijn boodschap.

o-o-o-o-o-o-o
...outre qu’il est absurde (ce qui ne ferait pas grand-chose),
il est très long et monotone (ce qui est insupportable).
Ferdinando Galiani, 1771.

21 juli 2005

Waartoe dient een schotelantenne?

.

Gebruik van „Nieuwe Media“[*]
Iqra – een „islamitische“ Satellietzender
(vertaald uit het Duits)
Iqra is de eerste „islamitische“ satellietzender. De uitzendingen gingen van start in oktober 1998 en de hoofdzetel bevindt zich in Djidda/Saudi-Arabië.

Aanvankelijk gingen de uitzendingen vanuit Rome
De doelstelling van Iqra, „verbreiding van een gematigde en tolerante richting in de islam“ , wordt in vele bijdragen niet in acht genomen. Dr. Abdulkader Tash (mede-oprichter en programmachef van 1998 tot 2000), die in een redevoering de taak van een islamitische zender had omschreven als „de harten der aanhangers van andere godsdiensten winnen“, heeft met de vormgeving van het programma van Iqra zijn uitspraak niet gestand gedaan. Meer bepaald de islamieten die in Europa en Amerika leven dienden “van spirituele en intellectuele input te worden voorzien zodat zij in staat zouden zijn om met de niet-islamitische maatschappijen waarin zij leven in interactie te treden”.

Conferentie over arabische satelietzenders, Cambridge University, 1-3 november 2002
Om welke “spirituele input” het daarbij werkelijk gaat, kan men zien aan de volgende bijzonder markante voorbeelden, die toen vooral op het internet zeer heftig bediscussieerd werden. Inhouden als deze bepalen ook vandaag nog het programma van Iqra.
In de uitzending „Madjallat al-mar’a“ („Magazine voor de Vrouw“, .  7 mei 2002) ondervroeg de presentatrice een driejarig meisje:

– Hoe heet je? – Basmallah
– Hoe oud ben je? – Drie en een half
– Weet je iets van Joden af? – Ja
– Mag je ze graag? – Nee
– Waarom mag je ze niet? – Omdat...
– Omdat ze wát zijn? – Het zijn apen en zwijnen
– Omdat ze apen en zwijnen zijn? Wie heeft dat gezegd? – Onze God
– Waar heeft hij dat gezegd? – In de Koran
– Wat doen de joden? – Ze zijn baas van de Pepsi-firma
– (lacht) Je weet van de boycot.



Islamgeleerden hadden opgeroepen tot een boycot van alle US-amerikaanse en Israelische waren.
De presentatrice sloot het vraaggesprek af met lof voor de ouders van het meisje en ze riep alle ouders op om hun kinderen ook tot zulke “goede moslims” op te voeden. Dit korte dialoogje is zeer verhelderend voor de tendens van de zender, want een van de officiële doelstellingen van Iqra is om bijzondere aandacht te schenken aan opvoedkundige thema’s, om moeders steun te verlenen bij de opbouw van een “gezonde maatschappij”.
Een voorbeeld van de bedenkelijke tendens van een aantal bijdragen is het interview met Dr. Adel Sadeq, decaan van de psychiatrische faculteit aan de Ain Schams-universiteit in Cairo. Deze wetenschapper is een enthousiaste pleitbezorger voor de Palestijnse zelfmoordaanslagen. Hij verklaarde dat begrippen als „zelfopoffering“ en „eer“ voor Westerse mensen vreemd zijn, en daardoor begrijpen zij niet dat de martelaar het leven juist liefheeft.
De psychiater becommentarieerde het Nabije-Oostenconflict met de volgende woorden: “Wij zullen Israel de zee ingooien.” [Iqra, 24 april 2002]
In de “Het leven is mooi”-show benadrukte een Marokkaanse professor sociale psychologie dat de zelfmoordenaars een goed rolmodel vormen voor de jeugd en zodoende onder anderen Michael Jackson als rolmodel hebben afgelost. Ook weigerde zij onderscheid te maken tussen joden en zionisten, want zulks zou het geloof inhouden dat er “bij de joden ook goede en aangename mensen zijn” .

Op de website van Iqra loopt een petitie die het “natuurlijke recht” van de moslims “op Jeruzalem en heel Palestina” moet bekrachtigen. Volgende tekst werd ter ondertekening opgemaakt: “Ik zweer bij God, de Almachtige, dat ik het bloed der martelaren trouw zal blijven, zal vasthouden aan het totale historische recht en elke capitulatie afwijzen – hoe sterk de druk ook moge worden en hoe talrijk de slachtoffers ook zullen zijn. Ik voer de Jihad voor God, de Verhevene, om het Palestijnse volk te helpen (…) in zijn Jihad, tot Gods belofte werkelijkheid wordt (...)“ .
Iqra zou tenminste gedeeltelijk gefinancierd worden met geld uit Saudi-Arabië. Prins al-Walid bin Talalmet, aandeelhouder in de zender, zou enige tijd geleden 27 miljoen US-dollar geschonken hebben aan de families van de Palestijnse zelfmoordenaars. Tash zei, toen hij sprak over de noodzaak aan islamitische zenders: “Het publiek van een islamitische zender beperkt zich niet tot islamieten, al schenkt hij aan hen bijzondere aandacht.”
Aan de programmastructuur van Iqra is te merken dat zij trachten een zo breed mogelijk spectrum van islamieten waar ook ter wereld aan te spreken. Om die reden is er, binnen zekere grenzen, voor elk wat wils. Om succes te verzekeren hebben de stichters van de zender zich nog voor de eerste uitzending grote organisatorische en financiële inspanningen getroost (studies, discussies met vakmensen etc.). Tash mikt erop dat de zender uiteindelijk alle moslims, en zodoende een miljard mensen zal bereiken.
Iqra geeft geen nieuwsberichten, naar eigen zeggen om financiële redenen. Het uitgesproken doel van Iqra is dat het programma vrij blijft van alle “onwelvoeglijkheid” en “obsceniteit”.
Deze beide eigenschappen worden in de islamitische wereld als typerend gezien voor tv-programma’s die in het Westen worden geproduceerd.

Hier moet ik helaas mee instemmen
In plaats van de “onwelvoeglijke” westerse soap-opera’s worden historische uitzendingen in klassiek Arabisch uitgezonden. Er zijn uitzendingen met religieuze inhoud (fatwa’s, dagelijkse problemen worden vanuit islamitisch oogpunt toegelicht), sport- en kinderprogramma’s.

die dagelijkse problemen mag je niet onderschatten: iemand kan bijvoorbeeld problemen hebben bij het knippen van zijn teennagels
In islamitisch georiënteerde kringen wordt Iqra met instemming begroet en het wordt bijvoorbeeld door mond-aan-mondreclame of in internet-chat aanbevolen. Een der bekendste moderatoren, Amr Khaled, die wekelijks een programma heeft op Iqra, vertegenwoordigt een zeer conservatieve islam in een modern kleedje. Dat maakt hem bij jonge Arabieren zeer populair. Iqra maakt daar gebruik van. Khaled werd in 2003 ook als spreker uitgenodigd voor het jaarlijks treffen van de „Islamische Gemeinschaft in Deutschland e.V.“

e.V. staat voor eingetragener Verein, officieel goedgekeurde vereniging. Het congres was in Berlijn (21 september 2003), München (19 september 2003, in het „Islamisches Zentrum“ München) en Hanau (20 september 2003).
Eén van zijn uitspraken luidt: “Ook al begrijp je niet moet je gehoorzamen!”
Khaled zet nergens vraagtekens bij, en bemoeit zich niet met dieper gaande discussies. Dat strookt met de hoofdidee van Iqra.

___________________________________

[*] Dit artikel staat op de site van de Duitse binnenlandse veiligheid. De tussengevoegde noten heb ik bewerkt, omdat vele links het niet meer deden, en ook heb ik noten aangevuld of zelfs toegevoegd.Onderstaande tekening [klik om te vergroten] stond op "De Gezonde Roker", de site van Theo van Gogh, wiens zoontje recent een paar keer in elkaar is geslagen door "jongeren".

.

19 juli 2005

Edward Heath en het Cordon Sanitaire

.
Onze kranten en media hebben aan de dood van de Engelse eerste minister Edward Heath een paar korte beschouwingen gewijd. Een goede Europeaan was hij, en De Gaulle was zijn grote boeman, en hij kon Margaret Thatcher niet luchten, en zij hem niet.
Heaths dood moet voor vele redacties als een verrassing zijn gekomen. Waarschijnlijk verkeerden nogal wat analisten in de waan dat die man al lang dood was, maar evenmin is het uitgesloten dat zijn dood voor sommigen het eerste was dat ze van hem vernamen. In elk geval is Heaths grootste bijdrage aan de geschiedenis overal ongemerkt voorbijgegaan.
En nochtans heeft die man zijn plaatsje in de geschiedenis verdiend: hij was de Engelse uitvinder van de politieke correctheid en de geestelijke vader van het cordon sanitaire.
Om dat duidelijk te maken moet ik eerst een partijgenoot van hem voorstellen: John Enoch Powell, een classicus van Cambridge (waar hij o.a. bij de grote dichter Housman Latijn had gestudeerd), auteur van een gezaghebbend woordenboek bij Herodotus en Thucydides dat hij schreef rond zijn 23ste, zodat men hem voor zijn 25ste al professor maakte, een man die acht talen sprak waaronder het Urdu en het oud-Welsh, een man die uit zijn professoraat ontslag nam toen de oorlog uitbrak, in dienst ging als gewone soldaat en in recordtijd opklom tot de graad van brigadegeneraal, later minister van volksgezondheid werd ...en in 1965 met Edward Heath de strijd aanbond om het voorzitterschap van de Conservatieve Partij, wat mislukte.
Powell had intussen wel een indrukwekkende aanhang, ook bij de arbeidende klasse, en hij was in intellectueel opzicht Heaths meerdere (op zich geen schande voor Heath, zelf ook geen minus).
Enoch Powell is altijd tegenstander geweest van een toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot "Europa", én hij zag grote gevaren in de massale inwijking van cultureel niet-Europese groepen.
Over dat laatste thema hield hij op 20 april 1968 in zijn geboortestad Birmingham een beroemde redevoering, die bekend werd als de "Rivers of Blood"-speech. Daarin voorspelde hij grote, zelfs bloedige conflicten op Engelse bodem, niet omdat hij een “racist” was, maar wel omdat hij wist wat taal, geschiedenis en cultuur betekenen, en hoe zwaar die begrippen wegen. Dat hij helemaal geen racist was blijkt uit vele dingen: zo had hij zijn hart aan India verloren en verwierp hij het begrip Commonwealth als zijnde een vorm van geringschatting voor de vroegere koloniën. En hij kende zoals gezegd acht talen, wat op zich racisme uitsluit (voor deze laatste bewering kwamen er recent wetenschappelijke aanwijzingen).
Nochtans zette Heath hem na die speech uit het schaduwkabinet, en werd er een campagne opgestart om hem overal het spreken te beletten en hem het etiket racialist op te plakken. Zijn stem mocht niet meer worden gehoord. Heath slaagde wonderwel in zijn opzet, was van zijn concurrent verlost en kon eerste minister worden.
Powell had het bestaan om een probleem bij naam te noemen, ‘to see, and not to speak, would be the great betrayal’, en dan mochten de dokwerkers nog ter ondersteuning van een conservatief! het werk neerleggen: tegen alle gebundelde krachten kon hij het niet bolwerken, en nooit heeft hij nog in een kabinet gezeteld.
Later, toen hij dood was zei men: "he was the best prime minister England never had".
Zijn bewuste speech begon zo:

“The supreme function of statesmanship is to provide against preventable evils. In seeking to do so, it encounters obstacles which are deeply rooted in human nature. One is that by the very order of things such evils are not demonstrable until they have occurred: at each stage in their onset there is room for doubt and for dispute whether they be real or imaginary. By the same token, they attract little attention in comparison with current troubles, which are both indisputable and pressing: whence the besetting temptation of all politics to concern itself with the immediate present at the expense of the future. Above all, people are disposed to mistake predicting troubles for causing troubles and even for desiring troubles: “If only,” they love to think, “if only people wouldn’t talk about it, it probably wouldn’t happen.”

De hoogste taak van staatsmanschap bestaat erin om voorzieningen te treffen tegen afwendbaar onheil. Bij die betrachting ontmoet zij obstakels die diep geworteld zijn in de menselijke natuur. Eén daarvan is dat zulke kwalen uiteraard niet aantoonbaar zijn alvorens zij zich hebben voorgedaan: in elk stadium van hun opdoemen is er plaats voor twijfel, en voor dispuut of het om werkelijkheid gaat of om inbeelding. Ergo trekken zij weinig aandacht naast de actuele bekommernissen, die zowel onbetwistbaar zijn als dringend: vandaar de hardnekkige neiging van elke politiek om zich met het onmiddellijke nu bezig te houden, ten koste van de toekomst. Bovenal zijn mensen geneigd om het voorspellen van problemen te verwarren met het veroorzaken van problemen, of zelfs het zoeken van problemen: “Als men” willen ze graag denken, “als men er maar niet over praat, dan gebeurt het wellicht niet.”

P.S. .
Politiek was Powell dan vakkundig doodgemaakt, maar in zijn late jaren zag je hem wel eens in Newsnight, bij Jeremy Paxman, die hem met grote eerbied aan het woord liet. Enoch Powells weemoedige ogen spraken dan nog voor hij iets gezegd had. De BBC liet dat toe, en ja ...die Paxman zelf is ook naar een goede school geweest.



Heel zijn speech staat hier, met vertaling in het Nederlands


18 juli 2005

Eén beeld vertelt meer dan duizend woorden

.
Je hoort dat vaak zeggen. Ik heb het nooit willen aannemen en altijd het omgekeerde gedacht. Toch is de uitspraak juist, en af en toe moet je een mening kunnen herzien, al gaat dat niet van harte.
Gelukkig bevinden wij ons hier niet, zoals men zegt in een of/of-situatie. Soms krijg je woorden én beelden, allebei. In mijn kwaliteitskrant las ik een artikeltje van de reporter Reynebeau Marc [*], en daar stonden ook foto's bij afgedrukt.

De man bracht verslag van de evenementen op het Poelaertplein in Brussel, waar hij zaterdagavond in ons aller plaats “België danst” had meegemaakt, de heuglijke simultane gebeurtenis waar al zo lang sprake van was. Het moet een mooi feest geweest zijn lezen wij, en bij momenten viel het plein zelfs wat krap uit.
Ook lezen wij dat er een tweetalig lied ten gehore is gebracht waarin een stuntelige Vlaamse minnaar zijn Belgische geliefde vouvoyeert. De concurrerende Franstalige amant is al een stapje verder en mag tutoyeren.

Op de Kouter in Gent is meer plaats dan op het Poelaertplein, maar ik moet daar iets te vroeg op de avond gepasseerd zijn want veel volk heb ik niet gezien. Waarschijnlijk is er op de laatste knip nog wat bijgekomen, een fenomeen dat ook Reynebeau beschrijft in zijn artikel. Dat kan best, want dat plein in Gent is niet slechter gelegen dan het plein in Brussel en elke zondag, winter en zomer moet je er op de koppen lopen voor de bloemenmarkt.
Voor wie de Kouter niet kent: het is een rechthoekig plein. Aan de kant van de Zonnestraat hadden de organisatoren ongeveer een derde van de lengte met dranghekken afgezet – niet over de volle breedte natuurlijk want dan zou de tram er niet meer door kunnen, maar enkel het gedeelte tussen de boompjes – en zo was er plaats voor een ruim podium, voor de TV-camera’s op hun driepikkels en voor de opgekomen danslustigen.

Niemand kan tegelijk op twee plekken zijn en ik moest naar huis, maar mijn indruk was dat de omliggende pleinen in Gent op datzelfde moment juist wat last hadden van te veel volk.

Vaak schieten woorden te kort inderdaad, en dan zijn foto’s en TV-beelden een welkome aanvulling. Wat mij bij de foto’s in de kwaliteitskrant en ook bij de TV-beelden een beetje tegenviel waren de lage camerastandpunten. Toegegeven, juist daardoor kregen wij een goed beeld van de vreugde op de gezichten der individuele aanwezigen, maar anderzijds voelde ik een gemis aan een totaalbeeld. Alles tonen kan natuurlijk niet – altijd zullen er keuzes gemaakt moeten worden – en dat we de heer Albert Coburg nu hebben kunnen zien, met naast hem zijn wat verzuurde mevrouw Mosselman, maakt veel goed.
Maar toch, ik miste perspectief, misschien een overzichtsbeeld van het Poelaertplein, desnoods een beeld met de helft van de Kouter. Bijvoorbeeld geschoten vanuit een appartement op een eerste of tweede verdieping.

[*] meer over reporter Reynebeau hier

13 juli 2005

De consequente moord op van Gogh

.
Het proces van de moordenaar Mohammed Bouyeri was vandaag aan de slotzitting toe, het hof bepaalt nog enkel de strafmaat. In het nieuwsmagazine NOVA van de Nederlandse televisie hoorden we de advocaat van de verdediging, meester Plasman. Dat was ontroerende televisie. De waardigheid en precisie waarmee vragen werden gesteld en beantwoord, daar kunnen wij ons in België, of in Vlaanderen geen voorstelling van maken.
De uitzending was een triomf en Nederland is op weg naar de democratie. Het heeft hoogstaande advocaten, vrije journalisten, mondige burgers. In Nederland wordt een koe soms nog een koe genoemd.
De moordenaar had zijn raadsman verbod opgelegd om te pleiten. Een ongemakkelijke situatie voor Plasman, en juist hier bewees hij in het interview zijn grootheid als advocaat. Hij bleef fair en loyaal tegenover zijn cliënt, vanzelfsprekend, en beantwoordde de vragen niettemin volledig en correct.
Dat pleitverbod was overigens wel een consequente keuze van Mohammed B. die immers geen burgerlijke rechtbank erkent. Aan de moeder van Theo van Gogh zei hij dat haar verdriet hem niet kon raken want zij was een ongelovige. In een primitief wereldbeeld is zoiets normaal. Ook zou hij, als dat mogelijk was, dadelijk herbeginnen.
Sommigen zullen dit aan de persoonlijkheid van Mohammed B. willen toeschrijven, en er geen verdere gevolgtrekkingen aan verbinden. Het is comfortabel om over zulke schandelijkheden niet diep na te denken.
Dat was niet de houding die Theo van Gogh aannam. Al heb ik de man nooit persoonlijk gekend, noch zelfs hem bezig gezien als TV-presentator, ik ben wel een ijverige lezer geweest van zijn nieuwsbrief "De Gezonde Roker", die hij min of meer regelmatig verstuurde aan zijn abonnees. Die brief werd nauwelijks ergens au sérieux genomen, niet door journalisten of mediamensen, nog minder door politici.
Als je van Gogh geregeld las, dan werd één ding duidelijk: hijzelf nam woorden wél au sérieux. Als hij uit de koran citeerde, dan was dat niet om te doen alsof wat daarin stond met een korreltje zout diende te worden genomen. Hij geloofde dat die woorden wét waren voor islamieten. Hij schreef dat, en blijkbaar werd hij ook ernstig genomen door de andere kant, want hij heeft het met zijn leven betaald. Na de moord waren er heel wat deftige journalisten en intellectuelen onmiddellijk bereid om de schuld minstens gedeeltelijk aan hemzelf toe te schrijven. Zij hadden nooit “De Gezonde Roker” gelezen natuurlijk, maar deden wel alsof ze wisten waar ze het over hadden. Tom Lanoye bijvoorbeeld vond dat van Gogh misbruik maakte van het vrije woord, en hij zei dat ...uitgerekend in een uitzending genaamd “Het Vrije Woord”: ."Tolleraance hee zaan limiete vur den aandere kaant". Bahh.
Ik geef die naam Lanoye enkel als voorbeeld, want ongeveer iedereen in de media zong hetzelfde liedje. Nergens, behalve op weblogs kon je toen lezen wat er echt aan de hand was
Ik zal nu een smakeloosheid begaan, en mijzelf citeren en verwijzen naar wat hier te lezen stond op de dag van de moord. U oordeelt maar of de analyses van de gewone media toen dichter bij de waarheid stonden.

.
.

10 juli 2005

Karakteristiek voor een kwaliteitskrant is dat ook de onnozele rubrieken interessant zijn

.
Misschien slaat u dergelijke zaken over, maar onder de hoofding Opinie&Analyse heeft de kwaliteitskrant elke zaterdag een entertainmentrubriekje, De Vraag van de Week, waarin BV-s losjes over de actualiteit mogen keuvelen. De onnozelheid van die titel alleen al! Alsof maatschappelijke thema's zich per week voordoen, net zoals vroeger de cinemazalen elke week een nieuwe film toonden Gewoonlijk zitten er enkele correcte politici of ambtenaren tussen, een correcte zanger of sportsman, voorts een paar lezers (al eens minder correct), en om het vol te maken wordt de zaak gestoffeerd met woestijnvislullen.
Analyses kunnen deze mensen niet leveren, en dat wordt hen ook niet gevraagd. Meestal worden zij geconfronteerd met een feel-good question – het weekend staat voor de deur.
Een paar vlotte, vermoedelijk telefonische babbeltjes over allerlei indrukken en gevoelens, daarnaast een kolommetje met Vandermeersch’ eigen bedenkseltjes, en alweer is een bladzij vol gedrukt! Je hoort vaak van wél, maar kwaliteitsjournalistiek hoeft niet duur te zijn. On peut être heureux à peu de frais.

Vraag van de week was: “Bent u bang voor een aanslag?”

ij de eerste reactie was het meteen raak: we vernemen dat de baas van het spoor, ex-kabinetschef Jannie Haek zich op zijn gemak voelt in de Brusselse metro met die brede perrons, terwijl hij de smalle pijpen van de Londense metro maar niks vindt. Verstandige praat van Haek, maar van die man wisten we al dat hij kwaliteiten bezat.

Als tweede komt een verkozene des volks aan het woord, zeker Europarlementslid Said El Khadraoui. Hij begint nog voorzichtig, maar verliest al snel de pedalen:

“We mogen nooit gerust zijn. Een aanslag kan altijd, maar laten we niet vergeten dat België fel gekant was tegen de oorlog in Irak. Hopelijk heeft dat ons wat goodwill opgeleverd bij de terroristen.”
Dit is ontoelaatbaar en onverenigbaar met enige beschaving: die mijnheer heeft blijkbaar nooit geleerd dat een democratie geen goodwill koopt bij terroristen, nog gesteld dat zoiets mogelijk was. Daarbij lijkt hij te willen suggeren dat het de moslimterroristen om Irak te doen is. Belachelijk! Ook zonder die oorlog wilden islam-ideologen Europa destabiliseren, met aanslagen als het moet, maar met steeds op de achtergrond de demografische druk. Iemand sprak in dit verband nogal scherp over het terrorisme van de baarmoeder. Doel is dat Europa ooit ten prooi valt aan hun achterlijke theocratische denkbeelden.
In een rubriekje als De Vraag van de week is Khadraoui op zijn plaats, echter: ik onthoud dat deze mijnheer niet in staat is tot, of wijselijk afziet van een analyse van de aard van het moslimterrorisme [*], en dat zijn uitspraak hem een rel van eerste orde zou moeten opleveren, of tenminste enige billenkoek, maar zover komt het hier nooit.

Ik weet niet of de rest van zijn indrukken u zal boeien, maar Khadraoui had nog een beschouwing van statistische, of liever speltheoretische aard – volkomen misplaatst natuurlijk: het geeft geen pas om hier aan kansberekening te doen – maar behalve dat ze zinloos is, getuigt zijn uitspraak ook van een slecht ontwikkelde humanitas: “Brussel blijft wel de hoofdstad van Europa, dat is een belangrijk symbool. Maar ik laat er mijn levenswijze niet door beïnvloeden. Een aanslag kan overal gebeuren, ook op een rustig eiland. En het risico dat je bij een aanslag betrokken raakt, blijft nog altijd zeer klein.”

Daarna kwam dan een lezer die zinnige dingen zei, en de “clash of civilizations” er bij betrok. Niet zo gek, maar het was al gauw weer de beurt aan Margriet Hermans &cet. en daar stond mijn hoofd niet meer naar.

De Standaard besluit vrolijk: De discussie gaat door op onze site: www.standaard.be/forum
[* - voetnoot toegevoegd op 16 juli] In het lievelingsblad van onze vriend El Khadraoui, in Le Monde van 14 juli verklaart de veiligheidsexpert prof. François Heisbourg, voorzitter van het IISS, het Internationaal Instituut voor Strategische Studies:
Nous ne connaissons pas les motivations spécifiques des terroristes de Londres. Ce que nous savons à travers les déclarations des groupes se réclamant d'Al-Qaida, c'est que ces terroristes nous attaquent pour ce que nous sommes, pas pour ce que nous faisons.
L'Irak, le Proche-Orient, ne sont évidemment pas absents mais ils ne sont pas déterminants. La France, qui n'a pas de troupes en Irak, est tout aussi menacée ; plusieurs attentats ont été déjoués. La connexion avec l'Irak est ailleurs. Ce pays est devenu une sorte de libre-service du terrorisme, dans lequel toute une série de personnes peuvent se former aux techniques de la guérilla urbaine.

Ook hij lijkt niet geneigd om de analyse van Khadraoui ernstig te nemen.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html