23 augustus 2018

'Hyper': een jongensachtig voorvoegsel


Dat politicologen begrippen gebruiken die ze wellicht niet kunnen definiëren is geen geheim, maar in bepaalde mate lijken zij daar zelf enig besef van te hebben en zoeken de beoefenaars naar oplossingen die hun geloofwaardigheid misschien ten goede kunnen komen.

Professor doctor Nicolas Bouteca bijvoorbeeld, die in Gent astrologie politicologie doceert is zo iemand, maar het lukt hem niet altijd. Hij wilde in De Morgen iets kwijt over dat sponsordiner met Francken dat Doorbraak organiseert: ‘Dan ga je echt rekenen op een politicus om geld in te zamelen. Het gaat nog niet zover als de verzuilde partijkranten zoals we die vroeger kenden, maar dit maakt het wel moeilijk om je hyperobjectief op te stellen ten opzichte van de N-VA.’

De goede professor maakt naar mijn smaak wel een klein foutje waar hij stelt dat de kranten vroeger verzuild waren, een verschijnsel dat we nu, althans volgens de inzichten van de politicologische wetenschap, niet meer kennen. Dat alle gevestigde kranten massief gesponsord worden door de overheid is hem wellicht onbekend. Dat kranten bijgevolg helemaal niet meer ‘verzuild’ hoeven te zijn, of zelfs kúnnen zijn zolang ze essentieel allemaal hetzelfde vertellen, moet hem even ontgaan zijn.

Maar toegegeven, een wetenschap als de politicologie is ongetwijfeld in staat om in krantenberichten fijne nuances te ontdekken, waar een onwetenschappelijke waarnemer niets merkwaardigs opvalt. En dat kunnen zelfs hyperfijne nuances zijn, naar analogie met wat de professor weet over ‘objectief’ en ‘hyperobjectief’.

Ik zou hem die eerste term graag eens horen uitleggen, indien mogelijk in de woorden van zijn eigen wetenschap, en dan hoeft hij zich verder helemaal geen zorgen meer te maken: de betekenis van zijn jongensachtige toevoeging ‘hyper’ zoek ikzelf wel uit, zij het met behulp van een andere wetenschap dan de zijne. 

Want de Duitser mag wel zeggen 'Da staunt der Laie, und der Fachmann wundert sich', hier is het de politicologische leek die paf staat van het gemak waarmee de vakman termen rondstrooit.

16 augustus 2018

Twee bewogen parlementszittingen


Er zijn in deze periode van het jaar geen parlementszittingen want de dames en heren zijn op reces en blijven dat nog even. Sommigen zullen dat reces misschien wat lang vinden, maar we moeten ook rekening houden met de zwaarte van de taak die op een volksvertegenwoordiger rust. Zittingen lopen vaak uit, en de meeste parlementsleden hebben niet veel te vertellen en vervelen zich dan. Ze kunnen de zaal wel verlaten voor een koffie of iets anders, maar bijvoorbeeld in de gangen een praatje slaan met Linda De Win is alleen weggelegd voor de kopstukken, en daar komt nog bij dat ze voor de stemmingen wel altijd present moeten geven.
Vroeger konden kamerleden niet zomaar in- en uitvliegen als in een duiventil. Ze waren verplicht om op hun plaats te blijven zitten voor de hele duur van de seance. Voor dat systeem valt misschien iets te zeggen, maar het had ook nadelen, lezen we bij:


Saint-Simon, in zijn Mémoires, Deel X, hoofdstuk XV (1713)

De meest ernstige dingen, en soms zelfs de meest droeve, gaan nogal eens gepaard met vermakelijke avonturen die door hun contrastwerking ook de meest gestrengen in de lach doen schieten. Ik kan me er niet van weerhouden twee ervan te vertellen, waar ik een dichte getuige van de ceremonie was, en bij de eerste ook bezorgd om wat mijzelf daarbij zou kunnen overkomen.

Mijn rang bij de parlementszitting gaf me een plaats tussen de hertogen de Richelieu en La Force. De zitting was al tamelijk lang aan de gang, omdat men wachtte op de duc de Berry. Kort na diens aankomst voelde ik de goede Richelieu trappelen, en kort daarop vroeg hij me of het nog lang zou duren. Ik zei dat ik dacht van wel, vanwege de voorlezingen en door de parade van redevoeringen van de lui rond de koning. Dat deed hem mopperen en hij vond het heel erg. Lang rustig bleef hij niet, hij begon weer te trappelen en vragen te stellen en ten slotte zei hij me dat hij hoognodig naar de garderobe wilde, en dus met alle macht naar buiten moest. Ik hield hem voor welke onwelvoeglijkheid het was om een vergadering te verlaten waar iedereen hem van top tot teen kon zien, en waar enkel de leegte van het stukje parket van de zittingzaal voor hem lag. Dat maakte hem niet gelukkiger en ik kreeg al spoedig een nieuwe ontlading.

Ik kende de man uit ervaring, en omwille van zijn eigenaardigheden heb ik hem hierboven niet onvermeld gelaten.* Ik wist dat hij bijna elke avond kassie** nam, zich ’s ochtends vaak ook een lavement zette, waarmee hij naar buiten ging en drie-vier uur rondwandelde, en dat hij weghaalde bij wie hij zich ook bevond. Een vrees beving me voor zijn broek, en bijgevolg voor mijn neus. Ik begon dus rond te kijken hoe ik me zou kunnen ontdoen van een zo gevaarlijke buurman, en met pijn zag ik dat het een onmogelijke zaak was in de al te zeer op elkaar gepropte menigte. Om kort te gaan, de uitbarstingen van naar buiten willen, de dreigementen dat hij het niet langer hield, duurden de hele zitting lang en verhevigden naar het einde toe zozeer dat ik mij meer dan eens een verloren man waande.
Toen de zitting gedaan was, smeekte ik abbé Robert, klerk-raadgever aan de grand-chambre*** net achter ons gelegen, die heel dit colloquium had gevolgd, om te proberen mijnheer Richelieu naar buiten te loodsen. Met alle moeite van de wereld lukte dat door de zorgen van de abbé Robert en van de zaalwachters die hij te hulp had geroepen. Voor de zitting van de hooggeplaatsten daagde hij niet meer op.

De andere scene die ik vermakelijk vond, hield geen enkele bedreiging in. Mijnheer de Metz zag zich op een plaats gezet, met zijn rug naar mijn knieën, op die bank in de breedte overlangs naast de hoge zitplaatsen, onder het bankje dat onderaan de vaste bank loopt die tegen de muur leunt, en waarop ik zat.****
Men was nog maar begonnen of M. de Metz verloor zijn geduld, begon te zeuren over de nutteloosheid van wat er gedebiteerd werd, vroeg of die kerels daar besloten hadden ons de nacht in het paleis te laten doorbrengen, begon te trappelen, en zei op den duur dat hij het bestierf van de drang om te gaan pissen. Hij was grappig, en bezat een natuurlijke geestigheid die tot in de meest ernstige zaken doordrong. Ik stelde hem voor om recht voor zich uit te pissen op de oren van de raadslieden die zich onder hem bevonden in de lage zetels. Hij schudde zijn hoofd, sprak hardop, ging tussen zijn tanden tekeer tegen de advocaat-generaal, en wiebelde zodanig dat de hertogen de Tresmes en de Charost, tussen wie hij gezeten was, hem voortdurend zegden dat hij zich wat moest gedragen, zoals ze dat aan een kind zouden gezegd hebben, en wij stierven van het lachen. Hij wilde dan zonder meer weggaan, zag dat dit uitgesloten was, en zwoer dat men hem op een feestje als dit nooit meer zou betrappen; hij verzekerde een paar keer dat hij zich zou ontlasten ten ongerieve van wie ook die dat verdiende; kortom, hij heeft ons de hele seance onderhouden. Nooit heb ik een tevredener man gezien dan hij, toen het gedaan was.
_________
* Onder meer in Deel I, Chapitre VIII. Armand Jean de Vignerod, dit du Plessis, duc de Richelieu et de Fronsac, chevalier de l'ordre du Saint-Esprit.
** Cassia fistula: Indische goudenregen. Siroop van de vrucht zou laxerend werken.
*** Zaal waar de ‘lits de justice’ plaatsvonden, de koninklijke rechtspraak.
**** De lezer weet nu precies waar de man zat.


1 augustus 2018

Een Russische zeepbel in het Elysée


L’Écho kwam met een artikel dat op Twitter door enkele krantenredacteurs enthousiast gedeeld werd. De teneur was dat die zaak Benalla, waar Macron zo verveeld mee zit, een soort zeepbel is die kunstmatig in leven wordt gehouden en aangeblazen ...ook op Twitter. Macron is de lieveling, de chouchou van de kranten, en dat die dan zijn eigen chouchou iets te veel onwettelijke privilegies toekende, is een akkefietje. Tijd dus om die ballon leeg te laten lopen. En wat redacteurs zo kan opluchten: men kan dit aandikken en opblazen ook wetenscháppelijk bewijzen, zij het enkel communicatiewetenschappelijk.

«De conclusie, die hebben we nog niet. We proberen te bepalen met welk type van aanzwengeling we te maken hebben,» laat Alexandre Alaphilippe weten (uitvoerend directeur van het EU Disinfo Lab, een nog jonge organisatie die fake news moet bestrijden – op sociale media vanzelfsprekend  en die meer bepaald moet napluizen in welke mate valse geruchten misschien vanuit het buitenland aangejaagd worden). «We constateren dat ongeveer een kwart van de groep van de 2600 meest actieve accounts concordanties vertoont met een ecosysteem dat dicht bij Rusland aanleunt. Zaak is te achterhalen of daar meer achter zit,» zegt hij nog.
De tweets formeel thuisbrengen zal hij in elk geval niet kunnen. «We werken met publieke data. Zonder toegang tot de IP-adressen is het zo goed als onmogelijk ze toe te wijzen. Maar wat we zien, zijn verontrustende coïncidenties. Als bijvoorbeeld accounts uit verschillende landen simultaan tussenkomen over een onderwerp dat niet in hun taal is gesteld.»

Nu weten we wel dat de communicatiewetenschap helemaal geen wetenschap is – maar wel als politiek instrument bruikbaar kan zijn – en dat zij dus moet roeien met geleende riemen. Zo vond ik die term uit de biologie grappig, dat ‘ecosysteem’ dat toevallig alweer bij Rusland aanleunde. En dan waren er ook die reacties van buitenlanders, mensen die dus geen Frans verstaan! Dat kun je je toch niet indenken, dat iemand een taal zou verstaan die niet zijn moedertaal is!
Onze verontruste vriend Alaphilippe geeft voorzichtigheidshalve geen enkel hard feit, maar beweert wel dat zijn wetenschap verschillende “types” van aanzwelling of aanzwengeling (gonflage) kan onderscheiden. Taxonomische duidelijkheid staat inderdaad in elke echte wetenschap voorop. 
En ook die ‘coïncidenties’ en ‘concordanties’ van Alaphilippe vond ik niet kwaad – hoogstens een beetje à la va-vite.
_________
Noot van 9 augustus: ook Le Monde zet grote vraagtekens bij de expertise en de à la va-vite-conclusies van Alaphilippe, Vanderbiest en Machado.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html