30 september 2018

Toen woorden nog een wijding hadden


Elke tijd drukt zich uit op zijn eigen wijze, en zo schreef in 1808 Heinrich von Kleist het verhaal Die Marquise von O... en zijn eerste zin is zo betoverend, dat niemand die hem één keer heeft gelezen hem nog vergeet. Hem helemaal correct onthouden met al die prachtige werkwoordsvormen zal een Nederlandstalige misschien niet lukken, maar de sfeer van die zin blijft iedereen bij.


Die Marquise von O...
In M..., einer bedeutenden Stadt im oberen Italien, ließ die verwitwete Marquise von O..., eine Dame von vortrefflichem Ruf, und Mutter von mehreren wohlerzogenen Kindern, durch die Zeitungen bekannt machen: daß sie, ohne ihr Wissen, in andre Umstände gekommen sei, daß der Vater zu dem Kinde, das sie gebären würde, sich melden solle; und daß sie, aus Familienrücksichten, entschlossen wäre, ihn zu heiraten.

Nu schaam ik me om die gewijde taal te vertalen...

In M…, een belangrijke stad in het noorden van Italië, liet de verweduwde Marquise von O…, een dame met een voortreffelijke reputatie en moeder van meerdere welopgevoede kinderen, in de kranten bekend maken: dat zij buiten haar weten om in gezegende toestand was gekomen, dat de vader van het kind dat zij zou baren zich diende te melden; en dat zij om familiale redenen besloten had hem te huwen.

...maar ik troost me bij de gedachte dat in onze tijd de Marquise misschien gewoon #metoo had geroepen.

29 september 2018

Over de teruggevonden brief van Galilei


Dit is alweer een vertaling uit het onvolprezen Causeur. De auteur is geen atheïst, hij noemt zichzelf gelovig, maar laat dat geen bezwaar zijn.


Vijf eigentijdse lessen uit de teruggevonden brief van Galilei
Ook vandaag had men hem kunnen lastigvallen

Het origineel is teruggevonden van de Brief die in de XVIIde eeuw ertoe leidde dat Galilei voor ketterij werd veroordeeld, en de doorhalingen bewijzen dat de geleerde zichzelf heeft gecensureerd. De actualiteit van de laatste dagen doet vrezen dat hij vandaag net hetzelfde had moeten doen.

Waarom terugkomen op een vier eeuwen oud proces? Niet om te herkauwen, en ook niet om bespiegelingen te wijden aan de verschillen tussen de man die Galilei werkelijk was, en het geïdealiseerde personage dat men van hem heeft gemaakt: een mythe, net zoals de redenen in naam waarvan hij werd veroordeeld. Paradox.
Als wij het vandaag opnieuw over Galilei moeten hebben, dan is dat omdat hij ongelukkigerwijs verschrikkelijk actueel is. #JesuisGalilée, wij zijn allemaal Galilei, niet omdat wij de moed opbrengen om tegen dogma’s in te denken, maar omdat wij, zoals hij, de neiging vertonen om voor de censuur te buigen – en we er soms ook voor bezwijken.
Het origineel van de brief die hem op zijn beroemde proces kwam te staan, is onlangs teruggevonden. Behalve de opwinding bij een dergelijke ontdekking en haar historisch belang, zijn er vijf zaken die me bijzonder aanspreken:

 1.Niet alle religieuzen zijn fundamentalisten
Vooreerst: die brief was gericht aan Benedetto Castelli, leerling en vriend van Galilei, en abbé, geestelijke dus. De kerk van die dagen was in haar obscurantisme niet zo monolithisch als men wel heeft willen beweren, en een van de redenen voor zijn veroordeling was de rationeel betrekkelijke zwakte van bepaalde bewijzen die hij ter staving van zijn theorieën aanvoerde. Nuancering is belangrijk. Zoals men dat zegt: men mag geen amalgaam maken van de geestelijken die de verdediging van de geleerde opnamen, en van hen die hem hebben veroordeeld. Maar hoe dan ook, ook al waren er ‘gematigden’, ze wierpen onvoldoende gewicht in de schaal om Galilei te laten vrijspreken.

 2.Een verbod werkt niet bevrijdend
De vorser heeft iemand een brief geschreven. Hij heeft zijn ideeën geordend en meegedeeld. En er waren lekken, toen al. Maar denken op je eentje houdt het risico in dat je in kringetjes blijft draaien en binnen je eigen limieten al snel opgesloten raakt. Om structuur te brengen in onze argumentatie en redeneringen, om ze uiteen te zetten en met andere analyses te confronteren, moeten wij gezamenlijk met anderen nadenken. Hoe zouden onze ideeën anders elkaar wederzijds kunnen bevruchten? Als ik ongelijk heb, hoe kan ik mijn ongelijk dan vatten, als niemand de kans krijgt om het aan te tonen? En als ik gelijk heb, hoe kan ik mijn ontdekking dan delen, als ik niet de gelegenheid krijg de anderen in het ongelijk te stellen?
Eerder dan zeurderige verontwaardiging en een zoveelste petitie om Zemmour tot zwijgen te brengen als ik vind dat hij ongelijk heeft, verkies ik hem aan het woord te laten, en hem erop te wijzen dat men Mamadou (Addi Bâ) kan heten en zijn leven geven voor Frankrijk, of Danièle (Obono) en Frankrijk minachten, en daarover dan te debatteren. Vrijheid van gedachte kan niet zonder vrijheid van spreken.

 3.De vrijheid van gedachte kan verloren gaan
‘Vals, als men op de letterlijke betekenis van de woorden afgaat’, schreef Galilei over een Bijbelfragment. Schandaal! En nochtans, twaalf en een halve eeuw eerder schreef Flavius Sallustius*over de mythen: ‘Die zaken hebben nooit plaatsgehad, maar ze zijn er altijd’, zonder dat zijn geloofsgenoten daar enig schandaal rond maakten. En zijn mythen dan iets anders dan de poëtische, symbolische evocatie van werkelijkheden waar de menselijke taal geen woorden voor heeft? Zijn ze dat altijd, of soms, of nooit? Goede vragen, maar vooral: zijn wij vrij om hierover na te denken en te debatteren? Een les om over na te denken: Galilei beschikte niet langer over de vrijheid van gedachte die Sallustius voor vanzelfsprekend hield. In de periode daartussen was deze verloren gegaan. Zeker, wij hebben die nu weer, maar om haar te heroveren moest er wel meer dan duizend jaar overgaan, en hoeveel leed geleden, hoeveel autodafe’s, hoeveel brandstapels?

 4.Vandaag had Galilei zich zorgen mogen maken
Zoals wij weten pleitte Galilei in zijn brief ervoor dat de wetenschap vrij zou zijn van de dogma’s van de religie. Vrij om vragen te stellen, te onderzoeken, te analyseren, terrein te verkennen, kritiek te geven. Sedert die tijd hebben we dat recht verworven. Nou ja, verworven …waarlijk?
Denk even aan de nieuwe dogma’s, en aan de nieuwe op stapel staande processen tegen diegenen die dingen zeggen die sommigen willen verbieden ze te denken. Denk aan Salman Rushdie, aan Olivier Pétré-Grenouilleau, Georges Bensoussan of Kamel Daoud. Denk aan Jordan Peterson, Lindsay Shepherd, Ayaan Hirsi Ali. Denk aan de problemen om een lezing te geven met de teksten van Charb. Denk aan de waanzinnigheden rond de ‘culturele toe-eigening’, die iedereen zouden willen verbieden te spreken over wat hij niet zelf is, te denken vanuit het gezichtspunt van de andere – die met ander woorden de empathie illegaal willen maken.
Natuurlijk bestaan er in bepaalde religies verstikkende dogma’s. Enfin, in één in het bijzonder, want al zijn er enige Amerikaanse creationisten met erg geborneerde denkbeelden, het zijn toch niet paus Franciscus of de Dalai Lama die Raïf Badawi zullen geselen, en het is niet in naam van Zeus dat Henda Ayari bedreigd wordt.
En dan is er nog die gevaarlijke aandrift om ‘safe spaces’ en andere ‘besloten vergaderingen’ op te dringen, die abjecte censuur die volhoudt dat men niet mag kwetsen, dat rationele kritiek neerkomt op een gebrek aan eerbied voor andere culturen, en nog wel meer onzin.
De stuwende krachten achter deze nieuwe censuur zouden opwerpen dat de theorieën van Galilei de christenen kwetsten, en dat ze beledigend waren voor hun traditionele overtuigingen, en dat ze hen emotionele trauma’s konden bezorgen. Ze zouden ongetwijfeld betogen, om te beletten dat men arme, kwetsbare studenten met hun even onmetelijke als arrogante gevoeligheden aan dergelijke kwetsende ideeën zou blootstellen.
Ik weet niet eens zeker of deze leerling-inquisiteurs het niet zover zouden drijven te beweren dat Galilei – wiens methode eerder de Helleense rationaliteit dan de letterlijke lezing van de Bijbel was – op intellectueel vlak geen voortzetting gaf aan de Romeinse overheersing van Israël en de oude zogeheten ‘barbaarse’ volken, en hij zich dus aan neokolonialisme schuldig maakte!

 5.Galilei deed aan zelfcensuur
En om te besluiten: Galilei heeft in zijn eigen brief grondig geschrapt. Om hem minder choquant te maken, om zich in te dekken. Maar autocensuur is een kooi voor de geest en vergif voor de ziel. Dit is natuurlijk niet ‘zich even laten gaan’: reflectie is geen speeltuin. De vrijheid om te denken, rationeel of intuïtief, heeft niet als doel om het even wat te denken, maar om in vrijheid naar de waarheid te zoeken. Weigeren de waarheid te zoeken is afstand doen van het denken, het is een amputatie van ons menszijn, het is het leven zelf beledigen door het niet te willen zien, om aan illusies de voorkeur te geven.
En voor de religieuzen en gelovigen, wie ze ook zijn, zeg ik, want ik ben er zelf een: afzien van kritiek op teksten, dogma’s en geloofsovertuigingen, ervan afzien vragen daarbij te stellen, dat is weigeren God te zoeken, en er de voorkeur aan geven het beeld te verafgoden dat wij van Hem hebben gemaakt.
‘En toch draait ze,’ zou Galilei gemurmeld hebben aan het eind van zijn proces. En wij? Moeten wij alles wat wij waarnemen, maar dat niet in overeenstemming is met de officiële doxa dan binnensmonds mompelen, of mogen wij dat hardop verkondigen, niet om het op te leggen maar om het aan de kritiek van allen te onderwerpen? Gunnen wij onszelf die vrijheid? Nemen we die vrijheid? Verdedigen wij die vrijheid voor onszelf en voor diegenen die het niet met ons eens zijn?

Zij die ons voorgingen kregen de vrijheid van gedachten niet in de schoot geworpen. Ze hebben ervoor gevochten, risico’s genomen, ervoor geleden. Zij hebben die gewonnen en aan ons doorgegeven. Maar verworven is ze nooit. Wij hebben niet het recht haar te verwaarlozen. Wij hebben niet het recht haar op te offeren, of het nu is omdat we te laf zijn om ideeën te horen verkondigen die ons schokken, of omdat we te laf om de nieuwe inquisiteurs het hoofd te bieden. #JesuisGalilée, en dat moet ik zijn waar hij de dogma’s van zijn tijd ter discussie stelt, niet waar hij zijn woorden terugneemt. Ook als ik bang ben. Bang om te denken, bang om te horen wat anderen denken, en wat mijn zekerheiden aan het wankelen brengt, of bang om het woord te nemen en datgene uit te spreken dat hen stoort.
De vrijheid van denken en geweten is een van de mooiste en kostbaarste zaken in onze beschaving. Weigeren ze te verdedigen en door te geven, ze onze kinderen en kindskinderen ontzeggen, zou een van de meest egoïstische daden zijn die men zich kan indenken, en een van de gruwelijkste misdaden in de geschiedenis.
_________
* Noot van de vertaler: Niet te verwarren met de geschiedschrijver Sallustius. Deze Σαλούστιος, Saloustios, was een neoplatonische filosoof van de vierde eeuw, bevriend met Julianus de Apostaat. Hij schreef een traktaat ‘Over de goden en de wereld’, onder meer uitgegeven bij Budé, 1960, 2003, Des Dieux et du Monde

27 september 2018

In Duitsland staat een en ander te gebeuren


Peter Frey, chef-redacteur bij de ZDF, heeft Angela Merkel opgegeven, en haar met zijn slotformule de ondergang aangezegd:



Merkels Kanzlerschaft implodiert. Merkel hat Kohl gestürzt, Merz verdrängt und so viele andere hinter sich gelassen. Jetzt geht ihre Zeit zu Ende. Wer das Vertrauen der eigenen Fraktion verloren hat, kann nicht mehr lange im Amt bleiben.

Het kanselierschap van Merkel implodeert. Merkel heeft Kohl ten val gebracht, Merz weggedrongen, en zovele anderen achter zich gelaten. Nu loopt haar tijd ten einde. Wie het vertrouwen van zijn eigen fractie verloren heeft, kan niet lang meer aanblijven.

25 september 2018

Wetenschap voor kleuters


In het Radionieuws hoorde ik Carl Devos (een politicoloog, een soort wetenschapper als je wil) iets heel  grappigs vertellen. Blijkbaar gaat de professor ervan uit dat zijn studenten gebaat zijn bij aanschouwelijk onderricht, want met alleen ‘dikke boeken’ blijven er bij hen niet veel wijsheden hangen. Hij zal dat beter weten dan een buitenstaander, en ik wil hem dus niet tegenspreken maar toch zegt het iets over de politicologie zelf, en over het begripsvermogen van zijn publiekje.
Wat ik me afvraag is of zijn methode ook niet bijvoorbeeld bij de ingenieurs zou kunnen toegepast worden. In de les materiaalkunde zou de professor dan met een hamertje op de duimen van zijn studenten kunnen slaan om hen zo te laten voelen dat ‘massa’ en ‘gewicht’ wel degelijk echt bestaan, en niet alleen in formuletjes terug zijn te vinden.



Verschillende professoren hebben hun les vroeger afgesloten, of zelfs geschorst, zodat iedereen mee kan gaan betogen. Politicoloog Carl Devos zette zijn les vroeger stop:
Ik heb mijn les zelf een kwartiertje ingekort zodat ze op tijd bij de start van die betoging konden zijn. Tis een mooie manier om heu, aan studenten 'politieke wetenschappen' te tonen, te laten zien dat hmm, het concept politiek, en u als burger manifesteren, aan politiek participeren, uw stem laten horen, dat dat niet iets is wat alleen gedoceerd wordt in dikke boeken, maar wat ook heu, ja in de straat zelf gebeurt.

24 september 2018

Een biecht met volmaakt berouw


Dat het Vlaamse cultuurwereldje op een smal eiland samenhokt, en bestaat uit louter genieën die elkaar bewieroken, wisten velen al langer. Maar voor bezoekers of pas aangelanden kunnen die wierookwalmen wat sterk zijn. Getuige de verklaring die ik hoorde in het programma ‘Vrijdag’ van Werner Trio op Klara.
We horen de St-Lucas-docente Petra Van Brabandt een eerlijke biecht spreken, en wat mij betreft verdient zij om haar onbevangenheid en moed de absolutie, al zullen sommigen haar later wellicht nog een penitentie opleggen. Hier een kort fragmentje:


23 september 2018

Een politieke mening die hier ontoelaatbaar is


Philippe de Villiers is behalve een streng-katholieke politicus (staatssecretaris onder Chirac, parlementslid, Europarlementslid enzovoort) ook auteur en stichter-eigenaar van een historiserend pretpark. Hij was ook presidentskandidaat, zij het zonder succes, en riep zijn kiezers destijds op om voor Sarkozy te stemmen, 'om links de pas af te snijden’, maar hij kan het tegenwoordig ook wel stellen met Macron. Hij kwam niet meer op voor de ‘Europese’ verkiezingen van 2014 omdat hij het EU-parlement als een ‘optische illusie’ beschouwt, en de politiek als een cloaca.

Hier vertaal ik wat hij in 2016 te zeggen had over de islam:

Er is de islam, en er zijn de moslims. 
Wat de islam betreft is het antwoord: nee. Het is niet de roeping van Frankrijk om de oudste dochter* van de islam te worden en dus is het nee. Er worden geen moskeeën gebouwd, er wordt geen infiltratie geduld van wahhabisme noch van vreemd geld. Wat de moslims betreft zijn er diegenen die er een puinhoop van maken. Zij moeten terugkeren: remigratie. Dan zijn er diegenen die een mengsel van misprijzen en nostalgie vertonen. Zij zijn ongelukkig bij ons: ook zij moeten terugkeren. Dan zijn er diegenen die Frankrijk in hun hart sluiten, zonder het te kennen, en die Fransen zouden kunnen worden omdat zij dat wensen. Ook tot hen richt ik mij, want ik zie er bij ons, in de Puy du Fou zie ik hen. Dat is aandoenlijk.
Tussen de koran en Frankrijk is het kiezen tenslotte. Er zijn moslims die voor Frankrijk hebben gekozen, de Harki’s, zoals vele anderen die in de loop van onze geschiedenis voor Frankrijk hebben gekozen. Omdat Frankrijk mooi is, omdat Charles de Foucauld** soms werd gehoord als hij met moslims sprak. Maar hij werd vermoord. Wat bewijst dat er Franse moslims kunnen zijn, maar dat er nooit een Franse islam zal bestaan. Of het moest zijn, als er op een dag toch een Franse islam zou bestaan, dat Frankrijk islamitisch grondgebied is geworden. En daartegen zal ik vechten tot mijn laatste snik. Opdat Frankrijk Frankrijk blijve, en ik zeg aan onze luisteraars: wijk nooit één duimbreed.
Wij hebben een grote beschaving, en een volk als het Franse volk bezit een tweevoudig en onvervreemdbaar recht. Het eerste is het recht op historische continuïteit, het recht zijn symbolen, zijn cultuur en zijn monumenten te beschermen. En het tweede, nog belangrijkere recht, is het recht om de antropologische rijkdommen van onze beschaving in ere te houden. Het onderscheid tussen het tijdelijke en het spirituele domein, de plaats van de vrouw – Frankrijk is het land dat de hoffelijkheid heeft uitgevonden – de plaats van de persoon, de universele plaats van het individu. Er is tenslotte toch een heel verschil tussen de Bergrede en Het Vers van het Zwaard.*** Laten we onze beschaving dus vasthouden.

__________
* De Franse koningen na Clovis werden ‘fils aînés de l’Église’ genoemd, omdat zij de tijdelijke belangen van de kerk verdedigden. De vrouwelijke vorm, om Frankrijk zelf aan te duiden – ‘fille aînée’, oudste dochter – werd voor het eerst in de negentiende eeuw gebruikt, door de dominicaan Lacordaire, de opvolger van Tocqueville in de Académie Française. ‘Het katholicisme kan het stellen zonder de Latijnse landen, maar omgekeerd niet. De dag dat Frankrijk niet langer ‘la fille aînée de l'Église’ zal zijn, wordt het voer voor de Teutonen’, schreef in 1884 de esoterist Joséphin Péladan, en Jean-Paul Sartre, die zelf flink naar esoterie neeg, schreef in La Mort dans l'âme (1949): ‘Het is als oudste dochter van de kerk dat Frankrijk met een schitterende reeks overwinningen geschiedenis schreef; het is het Frankrijk zonder god dat in 1940 de nederlaag kende.’
** Van de 'martelaarsdood' van deze priester-linguïst (hij maakte een woordenboek van de Toearegtaal) bestaan uiteenlopende versies.
*** Respectievelijk Matthéus 5-7, en Koran 9:5: Als de heilige maanden zijn verstreken, doodt dan de veelgodendienaars waar jullie hen vinden, grijpt hen en belegert hen en wacht hen op in elke mogelijke hinderlaag. &c.


Il y a l’islam, il y a les musulmans. Pour l’islam, c’est non. La France n’a pas vocation à devenir la fille aînée de l’islam : c’est non. Pas de construction de mosquées, pas d’infiltration du wahhabisme et de l’argent étranger. Pour les musulmans, il y a ceux qui mettent le désordre. Faut qu’ils repartent, la remigration. Il y a ceux qui affichent un mépris, mâtiné de nostalgie. Ils sont malheureux chez nous : il faut qu’ils repartent aussi. Il y a ceux qui acceptent de laisser la France descendre dans leur cœur, mais qui ne la connaissent pas, et qui pourraient être des Français de désir. C’est aussi à eux que je m’adresse parce que j’en vois chez moi, au Puy du Fou j’en vois. C’est touchant.
En fait, entre le coran et la France, il faut choisir. Il y a eu des musulmans qui ont choisi la France : les Harkis, et tant d’autres dans notre histoire qui ont choisi la France. Parce que la France est belle, parce que Charles de Foucauld, quand il parlait à des musulmans était parfois entendu. Mais il a été assassiné. C’est la preuve que on peut avoir des musulmans français, mais qu’il n’y aura jamais de l’islam français. Ou alors, s’il y a un islam français un jour, ce sera que la France est devenue une terre d’islam. Et ça, jusqu’à ma mort je me combattrais contre ça. Pour que la France reste la France, et moi je dis, à ceux qui nous écoutent : ne lâchez pas un pouce de terrain.
Nous avons une grande civilisation, un peuple comme le peuple français a un double droit inaliénable. Le premier, c’est le droit à la continuité historique, le droit de préserver ses symboles, sa culture, ses monuments. Et le deuxième droit, encore plus important, c’est le droit de cultiver les richesses anthropologiques de notre civilisation. La distinction entre temporel et spirituel, la place de la femme – la France est le pays inventeur de la courtoisie – la place de la personne, la place universelle de la personne. Le Sermon sur la Montagne, c’est quand même autre chose que le verset du sabre. Donc, gardons notre civilisation.

16 september 2018

Heinrich Heine over moderne muziek


Heine kende alle beroemdheden die van 1830 tot 1856 in Parijs rondliepen of de stad bezochten. Ik noem er enkelen: Chopin, Berlioz, Liszt, Mendelssohn, Bellini, Rossini, Alexandre Dumas, Théophile Gautier, Jules Michelet, George Sand, Adolphe Thiers, Lafayette, Alexander von Humboldt.
In zijn geschriften en brieven komen er nog veel meer voor. Een naam die ontbreekt is die van Giuseppe Verdi (1813-1901). Misschien heeft Heine hem nooit ontmoet, al was hij een frequente bezoeker van de Opera, tenminste tot 1848, toen de ziekte hem overviel die hem acht jaar later zou doden in zijn vreselijke ‘matrassengraf’. Heine was ook een groot liefhebber van de moderne Italiaanse muziek, getuige daarvan wat hij schreef over Rossini (1792-1868):

Diegenen die de Italiaanse muziek minachten, en de staf breken over het genre, zullen ooit hun welverdiende straf in de hel niet ontlopen, en wellicht worden zij gedoemd om de lange eeuwigheid lang niets anders te horen dan fuga’s van Sebastian Bach. Ik heb medelijden met zovelen van mijn collega’s, Rellstab bijvoorbeeld, die aan deze verdoemenis ook niet zal ontkomen als hij zich niet voor zijn dood tot Rossini bekeert. Rossini, divino Maestro, Helios van Italië, die uw klankenstralen over de wereld uitspreidt! vergeef mijn arme landgenoten die u op schrijfpapier en vloeipapier belasteren! Mij verheugen uw gouden klanken, uw melodische schittering, uw fonkelende vlinderdromen die mij zo lieflijk omfladderen en mijn hart kussen als met de lippen der Gratiën. Divino Maestro, vergeef mijn arme landgenoten die uw diepte niet zien omdat u ze met rozen bedekt, en voor wie u niet zwaarwichtig beredeneerd en grondig genoeg bent, omdat u zo luchtig fladdert op uw godswonderlijke vleugels! – Want waarlijk, om de hedendaagse Italiaanse muziek lief te hebben, en door die liefde ze te verstaan, moet men het volk zelf voor ogen houden, zijn hemel, zijn karakter, zijn gelaatstrekken, zijn pijn, zijn vreugde, kortom zijn ganse geschiedenis, van Romulus die het Heilig Roomse Rijk heeft gesticht, tot in de jongste tijd waarin het te gronde ging onder Romulus Augustulus II. Het arme, geknechte Italië is het woord immers ontzegd, en alleen in de muziek kan het zijn hartstochten uiten. Al zijn wrok tegen de vreemde heerschappij, zijn geestdrift voor de vrijheid, het gekmakende gevoel van onmacht, de weemoed bij de herinnering aan voorbije grootheid, en daarbij zijn stille hoop, zijn spieden, zijn snakken naar hulp, dat alles zit verborgen in die melodieën die van een groteske, vitale roes wegglijden naar elegische tederheid, en in de pantomimes die van liefkozende strelingen overslaan in dreigende, verbeten woede.


Nu vind ik dat die tekst goed, of misschien nog beter zou passen bij Verdi, die in een vroege (1842) opera van hem, Nabucco (met het beroemde Slavenkoor), dezelfde vrijheidsgedachte uitdrukte. Het Bijbelse thema was de bevrijding van de joden uit de Babylonische slavernij, maar het Italiaanse publiek zag er meteen zijn eigen onderdrukking door de Oostenrijkers in. De naam ‘Verdi’ werd zelfs een soort strijdkreet voor nationale soevereiniteit. Misschien heeft Heine nooit Nabucco gezien, maar de bedekt-nationalistische strekking ervan zou hem als internationalist misschien ook minder goed bevallen zijn.




8 september 2018

Wangedrag op de openbare weg is territoriumverovering


Ik vertaal dit artikel maar, en hoop dat het magazine Causeur en de auteur zelf, Aurélien Marq (ingenieur belast met vraagstukken van de Franse binnenlandse veiligheid) dit niet kwalijk zullen nemen en het integendeel als een vorm van reclame voor Causeur zullen beschouwen. Overigens gaat dit artikel in de eerste plaats over journalistiek.

Het gaat om moslimhuwelijken binnen bepaalde gemeenschappen,
en Le Figaro heeft dat met (bijna) zoveel woorden gezegd.
Om te ontsnappen aan heksenprocessen 
 zwemen bepaalde media naar autocensuur

Aurélien Marq - 7 september 2018

Is het zo moeilijk om die aparte moslimhuwelijken ook bij hun naam te noemen? Le Figaro houdt zich gedeisd en grijpt, om aan heksenprocessen te ontsnappen liever naar understatements.
Voor enkele dagen heeft Le Figaro een bijzonder interessant artikel gewijd aan de maatregelen die het gemeentebestuur van Nice heeft genomen om het hoofd te bieden aan allerlei uitspattingen bij bepaalde huwelijken. Er is sprake van rodeo’s op twee wielen, rijden op de trottoirs, geblokkeerde wegen, agressie en beledigingen tegen de ordemacht bij eventuele controles, gevaarlijk gedrag in het algemeen, en zelfs van ‘schoten om aan de vreugde uitdrukking te geven.’

De piste van de youyous*
Wel verduiveld! ‘Sinds wanneer zijn er bij huwelijksfeesten zulke uitspattingen?’ vraagt de nieuwsgierige lezer. En waarom? Is dat bij alle huwelijken? Mysterie.
Een paar aanwijzingen toch, Le Figaro spreekt van ‘youyous’,* ‘vreemde vlaggen’, ‘folkloristische muziek’, en preciseert dat een socialistische verkozene de ‘stigmatisering’ heeft aangeklaagd. Het spoor wordt duidelijker!
Je kunt toch evengoed met zoveel woorden zeggen wat iedereen al lang begrepen heeft?
In de officiële vergaderingen van de prefecturen en gemeentehuizen krijgen dergelijke ‘risicovolle’ huwelijken de benaming ‘communautaire huwelijken’, en die term duidt vanzelfsprekend niet de boeddhistische gemeenschap aan, maar mensen die voortkomen uit de immigratie vanuit landen met een moslimcultuur.
U zult mij de omslachtigheid van mijn woorden moeten vergeven, maar die term ‘communautaire huwelijken’ is hypocriet, en ‘moslimhuwelijken’ komt niet overeen met de waargenomen feiten, al was het maar omdat ze zich voordoen op het moment van de burgerlijke plechtigheid, en niet in het kader van eventuele religieuzere inzegeningen.
Het verkeer blokkeren heeft niets traditioneels
Het spreekt dat niet alle huwelijken van koppels met een moslimcultuur aanleiding geven tot de genoemde inbreuken, bijlange niet. Nochtans, enkele bijzonder schaarse uitzonderingen daargelaten, komen die uitspattingen uitsluitend voor bij huwelijken van koppels voortkomend uit de cultureel mohammedaanse immigratie. Welke besluiten men daar ook uit trekt, het zou oneerlijk en absurd zijn een analyse van dit fenomeen te willen te maken, zonder een zo kenmerkende factor in aanmerking te nemen.
Bovendien, al kan men bepaalde praktijken nog beschouwen als eerder klassieke feestelementen (muziek, dans, claxons), in het anarchistische blokkeren van het verkeer zit maar weinig traditioneels, of in het nemen van ronde punten tegen de richting in, of in het rijden op trottoirs en daar de voetgangers uitschelden! Als men daar een culturele dimensie in wil zien, dan gaat het om de ‘cultuur van de banlieues’ (mocht men daarbij van cultuur kunnen spreken, maar dat debat laat ik aan de etnologen), en vast niet van de Maghrebijnse of Turkse culturen.
De stad Nice pakte dat goed aan
Wat mij betreft zie ik in die terugkerende uitspattingen die altijd op de openbare weg plaatshebben vooral machtsdemonstratie. Het is een manier om territorium te veroveren en om de ordediensten te pesten, en de rest van de bevolking, eerst en vooral de autochtonen, maar ook al die immigranten die een rustig bestaan wensen en zich gegijzeld zien door een zogenaamde ‘gemeenschap’.
Zo beschouwd mag men zich verheugen over het effect van de beslissingen van de burgemeester van Nice, waar andere gemeenten wijselijk een voorbeeld aan namen, en over de recente evolutie met wettelijke bepalingen in dezelfde richting, die de gemotoriseerde rodeo’s op de openbare weg willen bestraffen.
Autocensuur, ik schrijf uw naam**
Waarom heeft Le Figaro de zaken niet duidelijker gezegd? Dat bij een dergelijk onderwerp Le MondeL’Obs of Libé stilzwijgend voorbijgaan aan een werkelijkheid die niet in strookt met hun dogmatische opvattingen zal niemand verrassen, maar in dit geval kan men Le Figaro er toch moeilijk van verdenken dat hij dezelfde ideologie verdedigt! Temeer daar de redacteur van het artikel toch de moeite heeft genomen om er enkele aanwijzingen in te schuiven die helemaal ondubbelzinnig waren, en nog eens feitelijk ook... Waarom dan?
Graag zou ik er een beroep op het gezonde verstand van de lezer in willen zien, met een knipoog. Helaas, ik meen dat de bedoeling eerder was ‘het te zeggen zonder het gezegd te hebben terwijl men het toch zei, zonder dat men iemand kon verwijten het gezegd te hebben’. Duidelijk gezegd: een techniek die typisch is voor kranten die met censuur te maken hebben. Ach, natuurlijk gaat het hier niet over de activiteit van een of ander propagandabureau, of minstens nog niet. De censuur van vandaag mag dan arglistiger zijn, dat maakt haar niet minder gevaarlijk!
Angst om te stigmatiseren
Dat is de angst geconfronteerd te worden met beschuldigingen van islamofobie, xenofobie, racisme, begrippen die men overigens vaak met gemak in elkaar laat overlopen, en zware beschuldigingen als ze gefundeerd zijn, maar die meestal te pas en te onpas gebruikt worden om iemand elke rationele analyse te beletten van de islam, van migratiestromen of gettovorming.
Het is de angst om te choqueren, soms cynischer ook om geen publiek kwijt te spelen, soms gewoonweg om iemand voor de borst te stoten, maar die houding geeft enkel een premie aan de meest gevoeligen, terwijl zij het juist zijn waar men het minst rekening mee zou moeten houden.
Misschien is het ook de oprechte angst te stigmatiseren, de angst dus om onterechte veralgemeningen aan te moedigen, wat verontrustend is want dat veronderstelt de idee dat lezers niet in staat zullen zijn om voor henzelf de meest elementaire onderscheiden te maken. Echter, elke houding die uitgaat van het vooroordeel dat ‘de mensen’ niet over dat eenvoudige onderscheidingsvermogen beschikken, komt onvermijdelijk tot de slotsom dat ze niet over belangrijke onderwerpen kunnen oordelen als ze aan zichzelf overgelaten worden, wat neerkomt op verwerping van de democratie.
In 2018 de waarheid voorbij?
In ieder geval wordt de waarheid opgeofferd. Nochtans, wat ook onze filosofische, politieke, ethische of zelfs religieuze overtuigingen mogen zijn, het lost niets op de waarheid weigeren te zien, en dan zijn we veroordeeld tot gevechten tegen illusies, en tot machteloosheid ten overstaan van de problemen waarmee we geconfronteerd worden.
Ongelukkig genoeg komt de eenvoudige vastelling hierop neer dat in 2018 de oudste krant van Frankrijk zich verplicht voelt zijn toevlucht te nemen tot allusies en omzichtige bewoordingen omdat hij zaken niet meer duidelijk durft te benoemen, al zijn die perfect feitelijk en controleerbaar. Laten we uitkijken!
Als wij afzien van onze vrijheid van spreken, dan zullen we die kwijtspelen. Als wij niet laten zien dat we bereid zijn haar te verdedigen, dan zal ze ons worden ontnomen.
________________
* de youyou is een collectieve, schrille, yodelachtige kreet van meestal Noord-Afrikaanse vrouwen bij feestelijkheden zoals huwelijken, maar volgens sommigen, zoals Chadortt Djavann, tegelijk ook een kreet van wanhoop over hun rechteloze situatie.
** Verwijst naar Liberté (j’écris ton nom), een gedicht van Paul Éluard van 1941.

4 september 2018

Verdammt nochmal!


Deze Saksische vrouw geeft twee journalistes ervan langs. Of die daaruit iets zullen leren valt natuurlijk te betwijfelen. Mijn transcriptie anderzijds is ongetwijfeld voor verbetering vatbaar.

Ik sta nu bij de AfD [laat ze dat maar hardop zeggen (?)].
En die vragen waar het midden is? Het midden, dat zijn de heel normale mensen van voorheen, die vroeger CDU of SPD stemden en die vandaag bij de AfD zijn. Dát is het midden, dat kan ik u wel vertellen. Ik ben hier betrokken , ik heb kinderen, ik heb kleinkinderen. En ik maak me zorgen. Verdomd zeg! Wij zijn hier niet omdat we rechts zijn, wij zijn hier niet omdat we nazi’s zijn. […] omdat jullie allemaal eender zijn, echt waar...
Kijk dan eens rond!
...zoals u dat doet, en zoals alle anderen het doen, welke krant ik ook opensla of welke zender ik ook opzet: ik word gebombardeerd met nazi’s, met rechtsen, met rechtsradicalen. Verdomd zeg! Wij zijn heel normale burgers.
Wij willen niet dat onze kinderen op school naast volwassen mannen met baarden zitten, van wie wij zelden weten waar ze vandaan komen. Wij kennen hun leeftijd niet, wij weten niet of ze geen criminelen zijn, of terroristen zijn. Dat zijn de zorgen die wij ons maken, heel gewone mensen die vroeger CDU of SPD stemden.



Ich stehe heute bei der AfD, […] Und die fragen wo die Mitte ist! Die Mitte sind die ganz normalen Leute von früher, die früher CDU oder SPD gewählt haben, die heute bei der AfD sind. Das ist die Mitte, das sage ich Ihnen jetzt. Ich bin auch gefasst, ich habe Kinder, ich habe Enkel. Ich mache mir Gedanken. Verdammt nochmal. Wir sind hier nicht weil wir Rechte sind, wir sind hier nicht weil wir Nazis sind. […] das ist mir ganz egal, weil Sie alle gleich sind, wirklich...
Gucken Sie doch einmal!
…wenn Sie das tun, wenn Sie das alle tun, egal welche Zeitung ich aufmache, egal welchen Sender ich anmache, ich werde vollgebombt mit Nazi, mit Rechten, mit Rechtsradikalen. Verdammt nochmal, wir sind ganz normale Bürger.
Wir wollen nicht, dass unsere Kinder in der Schule neben erwachsenen Männern mit Bärten sitzen, von denen wir selten wissen wo die herkommen. Wir wissen nicht ihr Alter, wir wissen nicht ob sie kriminell sind, oder Terroristen sind. Und diese Gedanken machen wir uns, ganz normale Leute die früher CDU oder SPD gewählt haben.

3 september 2018

Dan kún je dat ook niet weten!


Toneelstukken bijwonen doe ik nooit, of ik moet er zedelijk toe verplicht worden, maar soms overkomt het me dat ik een toneelstuk lees, liefst als het berijmd is. Nu las ik onlangs “Lijden door Verstand”, dat Alexandr Gribojedov bijna twee eeuwen geleden schreef, en dat in Rusland nog steeds opgevoerd wordt. Het is tragikomisch.
In de vijfde scene van het tweede bedrijf vraagt de hoge ambtenaar Pável Afanásiëtvitsj Fámoesov aan kolonel Sergéj Sergéjevitsj Skalozoéb of een bepaalde vrouw, Natásia Nikolájevna, een dichte verwante van hem is. De kolonel antwoordt  gereserveerd: “Dat weet ik niet, pardon: wij waren nooit in dienst tezamen.”

Lijden door Verstand, vertaald door Michel Lambrecht, mooi geïllustreerd door Vladimir Nenasjev, en met een Voorwoord van Emmanuel Waegemans en een Inleiding van Vladimir Ronin.
2001, Antwerpen, Uitgeverij Benerus.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html