Over de teruggevonden brief van Galilei
Dit is alweer een vertaling uit het onvolprezen Causeur. De auteur is geen atheïst, hij noemt zichzelf gelovig, maar laat dat geen bezwaar zijn.
Vijf eigentijdse
lessen uit de teruggevonden brief van Galilei
Ook vandaag had
men hem kunnen lastigvallen
Het origineel is teruggevonden van de Brief die in de
XVIIde eeuw ertoe leidde dat Galilei voor ketterij werd veroordeeld, en de
doorhalingen bewijzen dat de geleerde zichzelf heeft gecensureerd. De
actualiteit van de laatste dagen doet vrezen dat hij vandaag net
hetzelfde had moeten doen.
Waarom terugkomen op een vier eeuwen oud proces? Niet om te
herkauwen, en ook niet om bespiegelingen te wijden aan de verschillen tussen de
man die Galilei werkelijk was, en het geïdealiseerde personage dat men van hem
heeft gemaakt: een mythe, net zoals de redenen in naam waarvan hij werd
veroordeeld. Paradox.
Als wij het vandaag opnieuw over Galilei moeten hebben, dan
is dat omdat hij ongelukkigerwijs verschrikkelijk actueel is. #JesuisGalilée,
wij zijn allemaal Galilei, niet omdat wij de moed opbrengen om tegen dogma’s in
te denken, maar omdat wij, zoals hij, de neiging vertonen om voor de censuur te
buigen – en we er soms ook voor bezwijken.
Het origineel van de brief die hem op zijn beroemde proces
kwam te staan, is onlangs teruggevonden. Behalve de opwinding bij een
dergelijke ontdekking en haar historisch belang, zijn er vijf zaken die me
bijzonder aanspreken:
1.Niet alle religieuzen zijn fundamentalisten
Vooreerst: die brief was gericht aan Benedetto Castelli,
leerling en vriend van Galilei, en abbé,
geestelijke dus. De kerk van die dagen was in haar obscurantisme niet zo
monolithisch als men wel heeft willen beweren, en een van de redenen voor zijn
veroordeling was de rationeel betrekkelijke zwakte van bepaalde bewijzen die
hij ter staving van zijn theorieën aanvoerde. Nuancering is belangrijk. Zoals
men dat zegt: men mag geen amalgaam maken van de geestelijken die de
verdediging van de geleerde opnamen, en van hen die hem hebben veroordeeld.
Maar hoe dan ook, ook al waren er ‘gematigden’, ze wierpen onvoldoende gewicht
in de schaal om Galilei te laten vrijspreken.
2.Een verbod werkt niet bevrijdend
De vorser heeft iemand een brief geschreven. Hij heeft zijn ideeën geordend en
meegedeeld. En er waren lekken, toen al. Maar denken op je eentje houdt het
risico in dat je in kringetjes blijft draaien en binnen je eigen limieten al
snel opgesloten raakt. Om structuur te brengen in onze argumentatie en
redeneringen, om ze uiteen te zetten en met andere analyses te confronteren,
moeten wij gezamenlijk met anderen nadenken. Hoe zouden onze ideeën anders
elkaar wederzijds kunnen bevruchten? Als
ik ongelijk heb, hoe kan ik mijn ongelijk dan vatten, als niemand de kans
krijgt om het aan te tonen? En als ik gelijk heb, hoe kan ik mijn ontdekking
dan delen, als ik niet de gelegenheid krijg de anderen in het ongelijk te
stellen?
Eerder dan zeurderige verontwaardiging en een zoveelste
petitie om Zemmour tot zwijgen te brengen als ik vind dat hij ongelijk heeft,
verkies ik hem aan het woord te laten, en hem erop te wijzen dat men Mamadou (Addi
Bâ) kan heten en zijn leven geven voor Frankrijk, of Danièle (Obono) en Frankrijk
minachten, en daarover dan te debatteren. Vrijheid van gedachte kan niet zonder
vrijheid van spreken.
3.De vrijheid van gedachte kan verloren gaan
‘Vals, als men op de letterlijke betekenis van de woorden
afgaat’, schreef Galilei over een Bijbelfragment. Schandaal! En nochtans, twaalf
en een halve eeuw eerder schreef Flavius Sallustius*over de mythen: ‘Die zaken
hebben nooit plaatsgehad, maar ze zijn er altijd’, zonder dat zijn
geloofsgenoten daar enig schandaal rond maakten. En zijn mythen dan iets anders
dan de poëtische, symbolische evocatie van werkelijkheden waar de menselijke
taal geen woorden voor heeft? Zijn ze dat altijd, of soms, of nooit? Goede
vragen, maar vooral: zijn wij vrij om hierover na te denken en te debatteren?
Een les om over na te denken: Galilei beschikte niet langer over de vrijheid
van gedachte die Sallustius voor vanzelfsprekend hield. In de periode
daartussen was deze verloren gegaan. Zeker, wij hebben die nu weer, maar om
haar te heroveren moest er wel meer dan duizend jaar overgaan, en hoeveel leed
geleden, hoeveel autodafe’s, hoeveel brandstapels?
4.Vandaag had Galilei zich zorgen mogen maken
Zoals wij weten pleitte Galilei in zijn brief ervoor dat de
wetenschap vrij zou zijn van de dogma’s van de religie. Vrij om vragen te
stellen, te onderzoeken, te analyseren, terrein te verkennen, kritiek te geven.
Sedert die tijd hebben we dat recht verworven. Nou ja, verworven …waarlijk?
Denk even aan de nieuwe dogma’s, en aan de nieuwe op stapel
staande processen tegen diegenen die dingen zeggen die sommigen willen
verbieden ze te denken. Denk aan Salman Rushdie, aan Olivier Pétré-Grenouilleau,
Georges
Bensoussan of Kamel Daoud.
Denk aan Jordan Peterson, Lindsay Shepherd, Ayaan Hirsi Ali. Denk aan de
problemen om een lezing te geven met de teksten van Charb. Denk aan de
waanzinnigheden rond de ‘culturele toe-eigening’, die iedereen zouden willen
verbieden te spreken over wat hij niet zelf is, te denken vanuit het
gezichtspunt van de andere – die met ander woorden de empathie illegaal willen
maken.
Natuurlijk bestaan er in bepaalde religies verstikkende
dogma’s. Enfin, in één in het bijzonder, want al zijn er enige Amerikaanse
creationisten met erg geborneerde denkbeelden, het zijn toch niet paus
Franciscus of de Dalai Lama die Raïf Badawi zullen
geselen, en het is niet in naam van Zeus dat Henda Ayari bedreigd wordt.
En dan is er nog die gevaarlijke aandrift om ‘safe spaces’ en andere ‘besloten
vergaderingen’ op te dringen, die abjecte censuur die volhoudt dat men niet mag
kwetsen, dat rationele kritiek neerkomt op een gebrek aan eerbied voor andere
culturen, en nog wel meer onzin.
De stuwende krachten achter deze nieuwe censuur zouden opwerpen dat de theorieën van Galilei de christenen kwetsten, en dat ze beledigend waren voor hun traditionele overtuigingen, en dat ze hen emotionele trauma’s konden bezorgen. Ze zouden ongetwijfeld betogen, om te beletten dat men arme, kwetsbare studenten met hun even onmetelijke als arrogante gevoeligheden aan dergelijke kwetsende ideeën zou blootstellen.
De stuwende krachten achter deze nieuwe censuur zouden opwerpen dat de theorieën van Galilei de christenen kwetsten, en dat ze beledigend waren voor hun traditionele overtuigingen, en dat ze hen emotionele trauma’s konden bezorgen. Ze zouden ongetwijfeld betogen, om te beletten dat men arme, kwetsbare studenten met hun even onmetelijke als arrogante gevoeligheden aan dergelijke kwetsende ideeën zou blootstellen.
Ik weet niet eens zeker of deze leerling-inquisiteurs het
niet zover zouden drijven te beweren dat Galilei – wiens methode eerder de Helleense
rationaliteit dan de letterlijke lezing van de Bijbel was – op intellectueel vlak geen voortzetting gaf aan de Romeinse
overheersing van Israël en de oude zogeheten ‘barbaarse’ volken, en hij zich
dus aan neokolonialisme schuldig maakte!
5.Galilei deed aan zelfcensuur
En om te besluiten: Galilei heeft in zijn eigen brief
grondig geschrapt. Om hem minder choquant te maken, om zich in te dekken. Maar
autocensuur is een kooi voor de geest en vergif voor de ziel. Dit is natuurlijk
niet ‘zich even laten gaan’: reflectie is geen speeltuin. De vrijheid om te
denken, rationeel of intuïtief, heeft niet als doel om het even wat te denken, maar
om in vrijheid naar de waarheid te zoeken. Weigeren de waarheid te zoeken is
afstand doen van het denken, het is een amputatie van ons menszijn, het is het
leven zelf beledigen door het niet te willen zien, om aan illusies de voorkeur te
geven.
En voor de religieuzen en gelovigen, wie ze ook zijn, zeg ik,
want ik ben er zelf een: afzien van kritiek op teksten, dogma’s en geloofsovertuigingen, ervan afzien vragen daarbij te stellen, dat is weigeren God te zoeken, en er
de voorkeur aan geven het beeld te verafgoden dat wij van Hem hebben gemaakt.
‘En toch draait ze,’ zou Galilei gemurmeld hebben aan het
eind van zijn proces. En wij? Moeten wij alles wat wij waarnemen, maar dat niet
in overeenstemming is met de officiële doxa dan binnensmonds mompelen, of mogen
wij dat hardop verkondigen, niet om het op te leggen maar om het aan de kritiek
van allen te onderwerpen? Gunnen wij onszelf die vrijheid? Nemen we die
vrijheid? Verdedigen wij die vrijheid voor onszelf en voor diegenen die het
niet met ons eens zijn?
Zij die ons voorgingen kregen de vrijheid van gedachten niet
in de schoot geworpen. Ze hebben ervoor gevochten, risico’s genomen, ervoor
geleden. Zij hebben die gewonnen en aan ons doorgegeven. Maar verworven is ze
nooit. Wij hebben niet het recht haar te verwaarlozen. Wij hebben niet het
recht haar op te offeren, of het nu is omdat we te laf zijn om ideeën te horen verkondigen
die ons schokken, of omdat we te laf om de nieuwe inquisiteurs het hoofd te
bieden. #JesuisGalilée, en dat moet ik zijn waar hij de dogma’s van zijn tijd
ter discussie stelt, niet waar hij zijn woorden terugneemt. Ook als ik bang
ben. Bang om te denken, bang om te horen wat anderen denken, en wat mijn
zekerheiden aan het wankelen brengt, of bang om het woord te nemen en datgene uit
te spreken dat hen stoort.
De vrijheid van denken en geweten is een van de mooiste en
kostbaarste zaken in onze beschaving. Weigeren ze te verdedigen en door te geven,
ze onze kinderen en kindskinderen ontzeggen,
zou een van de meest egoïstische daden zijn die men zich kan indenken, en een
van de gruwelijkste misdaden in de geschiedenis.
_________
* Noot van de vertaler: Niet te verwarren met de geschiedschrijver
Sallustius. Deze Σαλούστιος, Saloustios,
was een neoplatonische filosoof van de vierde eeuw, bevriend met Julianus de
Apostaat. Hij schreef een traktaat ‘Over de goden en de wereld’, onder meer uitgegeven
bij Budé, 1960, 2003, Des Dieux et du
Monde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten