Duitsers, en alleszins Duitse filosofen zeggen soms zulke diepzinnige dingen dat je als Nederlandstalige achterovervalt. Heidegger staat hierom bekend. “Das Nichts selbst nichtet”, is bijvoorbeeld een vernietigend mooie zin. Hij staat in “Was ist Metaphysik?” van 1929, op pagina 113 in mijn uitgave, en ik begrijp hem wel niet, maar daar staat tegenover dat ik de verduidelijking op pagina 114 evenmin begrijp: “Im Sein des Seienden geschieht das Nichten des Nichts.”
Toch vind ik beide zinnen prachtig en denk ik er af en toe aan, al las ik ze twintig jaar geleden.
Lang voor Heidegger, verklaarde Heinrich Heine wat het filosofische Duits zo bedwelmend maakt:
Franzosen und Russen gehört das Land,
Das Meer gehört den Briten,
Wir aber besitzen im Luftreich des Traums
Die Herrschaft unbestritten.
Van Sloterdijk heb ik hoogstens hier en daar iets gelezen. Wel hem vaak bezig gezien, ooit zelfs in Brussel in een debat ter gelegenheid van het Groot Beschrijf, en natuurlijk in zijn Philosophisches Quartett op de ZDF, met Safranski.
Dat filosofische kwartet werd door de ZDF helaas afgevoerd, en daarop heeft Belgacom heel de ZDF eruit gegooid.
Wat je altijd voelt als hij spreekt, is dat Sloterdijk, behalve op de Duitse taal zelf, ook kan teren op al die grote voorgangers van hem. Zij hebben zijn alaam klaargelegd en zijn messen gewet.
In februari was hij een uur op Duitsland 3, bij Peter Voß. U vindt dat
gesprek op youtube. Hier geen gezwijmel over hemel, zwerk of geluchte, maar brute politiek en scherpe, grappige analyse.
Na 20’42”:
Vandaag al hebben de Europese politici zichzelf en hun landen in een zodanig parket gewerkt, dat het overheersende politiek discours enkel nog de vlucht vooruit kan zijn. Structureel zijn hier gelijkenissen met het financiële systeem en het kredietwezen, die wat de economische kant betreft de loop van de wereld bepalen tegenwoordig. Ook in het kredietwezen is de vlucht vooruit aangewezen als enige manier om tot stabiliteit te komen. Net zo in het politieke bestel. Aangezien de EU vandaag al niet naar behoren functioneert –en in haar huidige vorm door het gros van de bevolking gewantrouwd, zoal niet verworpen wordt – aangezien dat zo is, zien de verantwoordelijken enkel nog de vlucht vooruit als een zinnige uitweg. En aangezien “weinig Europa” al niet werkt, zal zich het antwoord “meer Europa” opdringen, en dan is de toekomst klaar: er komen nog meer dingen die niet zullen werken. Als gevolg daarvan zal weer een nieuwe vlucht vooruit onafwendbaar worden. En het verdwijnpunt altijd inderdaad … zijn die imaginaire Verenigde Staten van Europa.
Die Europäischen Politiker haben sich selbst und ihre Nationen jetzt schon in eine Lage manövriert, in der die Flucht nach vorne zum dominierenden Politikstil hat werden müssen. Das hat strukturelle Ähnlichkeiten mit dem Finanzsystem und dem Kreditsystem, daß gegenwärtig den Weltlauf in der ökonomischen Sphäre diktiert. Auch in der Kreditwelt ist die Flucht nach vorn, als die einzige Form wie Stabilität noch erreicht werden kann, vorgezeichnet.
Und ganz analogisch ist es im politischen System. Weil die Europäische Union jetzt schon nicht so funktioniert wie sie sollte, besteht ihre –und auch von den Mehrheiten der Bevölkerung in der jetzigen Form beargwöhnt, wenn nicht gar abgelehnt wird– weil das so ist, ist für die Verantwortlichen die Flucht nach vorne der einzige sinnvolle Ausweg. Und weil schon „weniger Europa“ nicht funktioniert, wird „mehr Europa“ die Antwort sein die sich aufzwingt, und die Zukunft ist vorher sichtbar: es wird noch mehr geben daß nicht funktioniert.
Deswegen wird noch mehr Flucht nach vorn notwendig sein. Und der Fluchtpunkt ist immer tatsächlich …diese imaginären Vereinigte Staaten von Europa.