16 augustus 2013

In memoriam Jacques Vergès


Telkens weer als men probeert om een multiculturele, multinationale staat in het leven te roepen, creëert men een explosieve toestand. Neem bijvoorbeeld België, dat een artificiële staat is die in de geschiedenis nooit echt heeft bestaan. Er waren prinselijkheden, prinsbisdommen, graafschappen, en Vlaanderen was min of meer een deel van de Lage Landen. Men heeft daaruit een staat samengesteld door Vlamingen, Franstaligen en Duitsers bijeen te brengen. Maar die staat kraakt in al zijn voegen, en je voelt goed dat België veroordeeld is en binnen een halve eeuw niet meer zal bestaan. Ook daarin was generaal de Gaulle zoals altijd profetisch, toen hij al zijn sympathie betuigde aan diegenen in Wallonië die de aansluiting bij Frankrijk wensten.


Chaque fois qu’on essaie de créer un État multiculturel, multinational, on crée une situation explosive. Prenez la Belgique, qui est un État artificiel et n’a jamais vraiment existé dans l’Histoire. Il y a eu des principautés, des princes évêques, de duchés, et la partie flamande plus ou moins rattachée aux Pays-Bas. On a crée un État composite en réunissant des Flamands, des francophones et des Allemands. Cet État craque pourtant de toutes parts, on sent bien que la Belgique est condamnée, que dans un demi-siècle elle n’existera plus. Là-dessus, le général de Gaulle, comme toujours, était prophétique, quand il a porté toute sa sympathie à ceux qui, en Wallonie, voulaient un rattachement à la France.

Woorden van de gisteren overleden advocaat Jacques Vergès.
En zoals hij niet geloofde in kunstmatig samengestelde staten, zo geloofde hij ook niet in kunstmatig afgescheiden staatjes. Ten tijde van de eerste oorlog van de VS tegen Irak (de couveuse-oorlog van Bush senior) verklaarde hij:
L’Irak a occupé le Koweit, mais le Koweit n’a jamais existé. Le Koweit a toujours été une province de ce qui s’appelle aujourd’hui l’Irak.
Irak heeft Koeweit bezet, maar Koeweit heeft nooit bestaan. Koeweit is altijd een provincie geweest van wat nu Irak heet.
En kwaadaardig en grappig als hij was, vergeleek hij nog Babylonië en Bagdad, met Disneyland en Las Vegas:
Je suis bien sûr du côté de la civilisation.
in: Intelligence avec l’Ennemi
Conversations avec Jean-Louis Remilleux
Éditions Michel Lafon, 1994

9 augustus 2013

Pat Condell en Marguerite Yourcenar


De Engelse Ier of Ierse Engelsman Pat Condell maakt al jaren videocauserietjes die te zien zijn op bijvoorbeeld YouTube, vier-vijf-zes minuten lang en ze gaan altijd over de islam. Op zich een vervelend onderwerp misschien, maar hij weet zijn praatjes zo te kruiden dat je niet de neiging voelt om in je neus te peuteren of iets met je teennagels te doen. Ieren en Engelsen bezitten de vis comica en hij bezit die dubbel.

In zijn praatjes vertelt Condell dus eigenlijk altijd hetzelfde. Hij beschrijft wat een normale Westerling denkt over de eigenaardigheden en eventuele onaangenaamheden die gepaard gaan met de introductie van een nieuwe godsdienst, in een maatschappij die zich van dergelijke dingen een paar eeuwen geleden al verlost dacht te hebben.

Velen zullen zijn causerietjes kennen – hij heeft miljoenen kijkers en nu wellicht nog enkelen meer, dankzij Hans Teeuwen die in het programma Zomergasten van de VPRO een fragmentje liet zien. Teeuwen sprak zijn grote bewondering uit voor Condell, en zei dat hijzelf de moed van die man niet kon opbrengen. Heel begrijpelijk en eerlijk en erg, maar laten wij de islam nu even voor wat hij is.

In een ander praatje –dus niet dat van Zomergasten– legt Condell uit dat hij absoluut geen reclame wil bij zijn videoboodschappen. Met zijn grote publiek zou hem dat nochtans veel geld opbrengen, maar hij is categoriek (3'55"):

I don’t want ads on my videos because people have no choice about whether they watch ads. Ads are intrusive. They poison everything they touch, and they get in the way. I started doing this in the first place so that I could finally speak my mind in public, without anything or anybody getting in the way.
Ik wil geen reclame bij mijn video’s want het publiek heeft niet de keuze of het reclame wel wil zien. Reclameboodschappen zijn opdringerig. Zij vergiftigen alles waarmee ze in aanraking komen en zitten in de weg. Ik begon indertijd hiermee, om eindelijk publiekelijk te kunnen zeggen wat op mijn lever lag, zonder dat iets of iemand mij in de weg zou staan.

Een man naar mijn hart. Alleen zo iemand kan zeggen dat hij vrijuit spreekt. Reclame maakt niet alleen straten en steden en de hele wereld lelijk, ze maakt zoals Condell zegt ook elke boodschap die in haar directe omgeving staat verdacht. Onafhankelijke meningen, onafhankelijke journalistiek zijn imaginair als er met de luimen en gunsten van reclamemensen rekening moet worden gehouden. Men mag nog zulke hoge muren optrekken tussen de redactionele en commerciële afdelingen van een krant of een tijdschrift, allemaal oogverblinding is het, want het perverse effect blijft.

Wijlen Marguerite Yourcenar, in een lang interview in 1980, zei hetzelfde maar korter: [...] ne pas se laisser prendre à l’imposture publicitaire.
Laat je niet vangen aan het boerenbedrog van reclame.

En behalve voor reclame gebruikte zij in dit interview de term “imposture” nog eens:
En ce qui me concerne, je crois que je répéterai volontiers devant les trois «religions du Livre», le judaïsme, le christianisme et l’islam, le mot dédaigneux que se passaient sous cape les libres esprits du Moyen Age: «Les trois Impostures.»
Voor mijn part wil ik in verband met de drie “godsdiensten van het Boek”, het jodendom, het christendom en de islam, graag het laatdunkende woord herhalen dat vrije geesten in de middeleeuwen al stiekem aan elkaar doorgaven: “De drie Huichelarijen.” 

Yourcenar had het goed kunnen vinden met Condell. 
Les yeux ouverts
Entretiens avec Matthieu Galey
Livre de Poche pp. 255&263


Arrosez vos plantes vertes!


De twintigste verjaardag van het verscheiden van Baudouin Coburg is weliswaar uitputtend behandeld in kranten, radio en tv, maar sommige dingen zijn toch onvermeld gebleven.
Bijvoorbeeld dat de regering toen, tegen de Grondwet in, voor eventjes de preventieve censuur meende te moeten invoeren. Het is dus niet zo dat schendingen van de Grondwet iets nieuws zijn in dit land, nodig bij bv. enkel de laatste verkiezingen, of de recente troonsopvolging, of de komende staatshervorming. Eigenlijk zijn in dit koninkrijk deze schendingen een techniek als een andere.

Die preventieve censuur bestond er toen in, dat men aan de landsgrens een nummer van Charlie Hebdo tegenhield omdat er enkele karikaturen in stonden die onze ministers onwelgevallig waren. Een kleine cartoonrel kun je zeggen – er zijn geen doden bij gevallen.

Ik schreef over die censuur al eerder hier, en de voorpagina toen van Charlie Hebdo kunt u daar zien. Waarom ik nu terugkom op die censuurkwestie is omdat ik bij het bladeren in een oud boek plots op een van die karikaturen ben gestoten. Voor ik mijn in Frankrijk gekochte exemplaar van het weekblad aan het VRT-archief schonk, had ik blijkbaar de voorzorg genomen om een mooie prent op p.3 te fotokopiëren, om als bladwijzer te dienen.

Bij wijze van in memoriam ziet u ze hier.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html