Een politicoloog moet heel wat kunnen. Schrijven
bijvoorbeeld. Professor Herwig Reynaert, professor lokale politiek aan de UGent,
weet dat en in Knack schrijft hij: “Onder een al bij al stralende zon trokken
we naar de 'moeder van alle verkiezingen'.” Een levendige, bijna blijmoedige
zin.
En net daarvoor had de wetenschapsman ook al over het
voetbalspel gesproken. Over een match tussen twee lokale Madrileense clubs, en
lokaliteit is zijn specialiteit.
Natuurlijk blijft het daar niet bij en laat hij ons na
zijn weerkundige inleiding delen in specifiek politicologische inzichten,
maar toch had ik van de professor graag vernomen wat hij bedoelde met zijn nogal
zure kwalificatie “al bij al stralend”. Had hij zondag dan geen vrede met de
breedtegraad waarop hij lokaal leeft?
Wat mij weer aangenaam trof bij zijn inzichten en
beschouwingen was de aandacht die de professor had, ook voor de psychologische
aspecten van een verkiezingsdag: “Het bleef bibberen tot de verlossende
resultaten binnenkomen”.
Goed, dat moest misschien “binnenkwamen” zijn voor wie
per se grammaticaal wil blijven, maar als je zulke dingen niet uit de lagere school
hebt onthouden dan is het niet de afdeling Politicologie waar je ze nog zult
leren.
Maar de al bij al stralende kruin van de professor
verbergt gelukkig meer schatten.
Wist u bijvoorbeeld, lezer, dat “de politieke kaarten nu op
tafel liggen”? En dat de politici er nu “verder mee aan de slag moeten”? En dat
er nu “een paringsdans van jewelste, geen wandeling door het park” begint?
Natuurlijk wist u dat niet want u hebt geen politicologie
gestudeerd.
Die wandeling door het park bewijst anders wel dat de professor een
aardig mondje Engels moet kennen.
En wist u wat er bij coalitiebesprekingen zoal een rol
speelt? Natuurlijk niet, maar het zijn “talrijke strategische overwegingen”. Je
zou jaloers worden op het intellect van zo’n man.
En weet u wat de bedoeling is van coalitievormingen? Die
moeten leiden tot “een bestuursmeerderheid op de diverse niveaus”, en “graag geen
nieuw wereldrecord!”.
Die laatste overweging is meer een cri du cœur dan een
wetenschappelijke observatie zult u zeggen, maar ze bewijst nogmaals dat de
professor een man van vlees en bloed is die er niet voor terugdeinst om ook de
psychologie in zijn analyse te betrekken.
Ik meen dat het Mark Twain was die de vraag stelde of een
aap per toeval de Divina Commedia zou kunnen typen. Het antwoord op die vraag
is ja. Alleen is de kans kleiner dan één, gedeeld door het aantal elementaire
deeltjes in het ons bekende Heelal.
De kans dat die aap een publiceerbaar politicologisch artikel
produceert, lijkt mij aanmerkelijk groter.