30 september 2006

Geen rijstpap en geen tulpen: een open vraagje aan Lucas Catherine

.
Geachte heer Vereertbrugghen,
ik weet niet of u hem soms leest, maar de Frankfurter Allgemeine Zeitung zal u zeker niet onbekend zijn. Net als iedereen zult u wellicht beamen dat het blad een wereldwijde faam geniet. Artikelen in onze plaatselijke bladen, zoals De Morgen of De Standaard, kunnen intellectuelen vaak de schouders doen ophalen, maar als het over de FAZ gaat zie je zoiets nooit.
Nu hadden ze daar de 16de september een mooi artikel, van de hand van een gerenommeerde historicus, prof.dr.phil. Egon Flaig, die behalve in Göttingen, Berlijn en Greifswald, bijvoorbeeld ook aan het Collège de France doceert of heeft gedoceerd. Dat laatste trouwens op uitnodiging van Pierre Bourdieu.
.
En wat beweert deze geleerde man koudweg? Dat de islam een veroveringsgodsdienst zou zijn, die de wereldheerschappij nastreeft, en dat al sinds zijn ontstaan. Dat de kruistochten grotendeels legitieme verdedigingsoorlogen waren. Dat de islam talloze genocides op zijn palmares zou hebben, op christenen en joden, meer bepaald zelfs tijdens hun vaak geroemde grote culturele bloeiperiode in Andaloezië. Wat prof. Flaig ook nog beweert, is dat er verzen in de koran staan die tot moord op andersgelovigen aanzetten, en dat de moordenaars, als zijzelf daarbij mochten omkomen, recht naar het paradijs gaan.
Nu is deze man een specialist van de oude geschiedenis, en het verontrustende is dat hij zoveel feitenmateriaal bij de hand lijkt te hebben.
Het zou natuurlijk een grote voldoening zijn, mocht het in Vlaanderen –bijvoorbeeld na een scherp antwoord van u– tot een openhartig debat komen rond dit thema. U lijkt mij, als de uitdrukking is toegestaan, de geknipte man hier, want tenslotte hebt u eerder al publiekelijk standpunten ingenomen in deze kwestie (corrigeert u mij als mijn geheugen gaten vertoont, maar ik meen u op de radio nog te horen spreken over de islam “met zijn grote traditie van verdraagzaamheid”).
Die Duitse professor heeft duidelijk een andere geschiedenis voor ogen dan diegene die u in uw talloze boeken met zoveel verve en sappigheid beschrijft.
Een intellectueel debat is dus wenselijk, en u zult beamen dat onze tradities hier het debat verkiezen boven de stilte in alle talen. Bijgevolg keurt u de houding van de Egyptische autoriteiten wellicht af, die deze FAZ simpelweg verboden hebben. Integendeel, als man van eer zult u de Duitse handschoen oprapen vermoed ik.
Als u bij die gelegenheid beslagen ten ijs wil komen, dan heb ik daar vanzelfsprekend alle begrip voor, en zodoende kan er best enige tijd verstrijken voor u het strijdperk betreedt. Net zoals u trouwens een zekere réserve aan de dag lijkt te leggen bij uw ademloos verbeide antwoord aan de Franse islamologe Anne-Marie Delcambre, wier stuk in Trouw ik in augustus al had doorgestuurd.[*]
U houdt uw antwoord alsnog in reserve, wilde ik eigenlijk zeggen. De vakantie zal daar voor iets tussenzitten. Maar aangezien ik, vorig jaar al, u opmerkzaam had gemaakt op weer andere teksten, vrees ik dat uw stilte meer op een soort coma begint te gelijken, misschien geen volslagen vacuüm, maar toch een langdurige intellectuele vakantie.
Een mens hoort niet alles natuurlijk en wellicht hebt u toch ergens een kik gegeven, die mij dan is ontgaan ?
In het andere geval wacht ik met spanning op uw wederwoord.
Met de meeste achting,
Marc Vanfraechem


[*]
---------- Forwarded message ----------
From: Marc Vanfraechem
Date: 20-Aug-2006 11:35
Subject: een levendig intellectueel debat
To: lucascatherinXX@ XXX


Geachte heer Vereertbrugghen,

in bijlage vindt u een tekst uit het Nederlandse blad Trouw, waarin een aantal beweringen en feiten over de Islam worden vermeld. Die feiten vooral zijn onaangenaam voor een Westers oor, en zij worden meegedeeld door een Franse islamologe.
Omdat ik weet dat u eveneens uw sporen hebt verdiend in dat vakgebied –zelf kan ik dat niet beoordelen, maar ik leid het af uit de veelheid van boeken die u publiceerde, en uit uw veelvuldige optredens in VRT-studio's– zou het mij zeer interesseren te vernemen wat uw mening is omtrent uw Franse collega.
Ik geloof dat haar stellingen om een antwoord schreeuwen, en weet dat u het zich als een intellectuele eer zult rekenen haar van antwoord te dienen.
In afwachting van uw reactie,
verblijf ik,
met de meeste hoogachting,

.

27 september 2006

De wereld was al klein, maar nu wordt hij ook nog uniform

.
Stel, gewoon stel, dat je in Cairo – ik weet het mensen, normaal begin je geen tekst op deze neerbuigende en emphatische toon, maar ik mag toch even de Yves Desmet van 13 september kopiëren? – stel dus lezer, dat u in Cairo een theatervoorstelling wil bijwonen.
Dan zult u wel eerst door een controle moeten passeren die van het luchtvaartwezen niets meer te leren heeft. Ik lees dat in Der Tagesspiegel vandaag. Dus geen parfum, zeker geen Zwitsers zakmesje, schoenen uitdoen enzovoort.
Op zich is zoiets ginder wel verdedigbaar denk ik – niet alles in Cairo is pluis wellicht – maar de journalist Rüdiger Schaper maakt een vergelijking met Europa. Seltsam aber, wie die Welten sich annähern. Wij staan daar niet ver meer vanaf.
.
Hij bedoelt dat ook wij Europeanen niet langer vrij zijn om, zoals het ons zou invallen een Mozartopera op te voeren. Idomeneo bijvoorbeeld. Tot voor een paar jaren leek iets dergelijks voor ons bedaarde burgers nog ondenkbaar …maar bij zulke plannen als het opvoeren van een klassiek Europees werk moeten wij tegenwoordig rekening houden met de gevoeligheid van onze moslimbroeders. En wij weten intussen dat die hypersensibel kunnen worden, zeker als ze overdag niets genuttigd hebben.

Ik hoor dat Verhofstadt, terwijl die voor de Kamer had moeten staan, aan de Rijksuniversiteit in Gent een verkiezingsspeech heeft mogen geven voor de studenten van zijn vriend prof.dr. Carl Devos. Een soort politiek dienstbetoon van Devos vermoed ik, in ruil voor de ondersteuning van zijn vakgroep, want iedereen beseft wel dat wetenschappelijk gesproken de politicologie niet veel om de hakken heeft (dixit Karel van het Reve) en dus aan een universiteit niet echt thuishoort.
Wél kan dat vak de boodschappen van het regime voorzien van een pseudowetenschappelijk kleedje, en een echte professor kan aan de domme bevolking laten zien hoe een verstandig man denkt over ingewikkelde zaken. Zoiets mag beloond worden.
Het kwam beide heren goed uit laten wij zeggen. Verhofstadt mocht zijn historische kennis tonen – hij had het over Athene, en de Raad der 500, of Boulè, een soort permanent referendum was dat – en Devos kreeg een publiekssuccesje.
De politici zelf immers kunnen aan de domme bevolking niéts meer uitgelegd krijgen, als wij Devos’ collega Vande Lanotte in De Standaard bezig horen: “Zelfs complexe dingen moet je kort uitleggen. Anders zijn we de aandacht van de burger kwijt.Vandeurzen voegde nog toe dat politieke boodschappen altijd “kort en flashy” moeten zijn.
Hoe komen die politici aan zulke bij uitstek ondemocratische opvattingen? Vanwaar die verachting voor de burger? Of vanwaar die verachting voor de vroegere kameraden bij Vande Lanotte? Die zijn niet in staat om te oordelen zegt hij, zich volkomen onbewust van de draagwijdte van zijn woorden.
Waarom geloven politici liever de boodschappen die politicologen, enquêteurs, spinnen en slangen hun vertellen …eerder dan wat bijvoorbeeld recent een volksraadpleging in Zwitserland hen zou kunnen leren? Of de raadplegingen in Frankrijk en Nederland, alweer een tijdje terug?
.

24 september 2006

Dat was geen nieuws

.
Sommige gebeurtenissen hebben de neiging sneller uit het nieuws te raken dan andere. Weer andere zaken halen het nieuws niet of nauwelijks. Nog weer andere blijven desnoods wekenlang bovenaan, al is daar geen zinnige verklaring voor.
Deze verschillen, meen ik, hebben vaak weinig te maken met de zaak zelf, maar meer met de windrichting van waaruit deze komt aanwaaien.
Als bijvoorbeeld Joseph Ratzinger een academische rede houdt voor zijn oude Alma Mater, en bij die gelegenheid uit een eeuwenoude tekst citeert, dan blijft die speech in het nieuws.

Als echter Salih Kapusuz, ondervoorzitter van de regeringspartij in Turkije, [hiernaast zien wij hem in overleg met zijn premier, Recep Tayyip Erdoğan] vertelt dat diezelfde Benedictus de geschiedenis zal ingaan als een verwant van Mussolini en Hitler, dan krijgt zo'n uitspraak nauwelijks vermelding.
Tenminste, bij ons las ik niets daarover. Terwijl het toch een officiële mening betrof, afkomstig van een toekomstig EU-lid.
Maar misschien heb ik in onze eigen kranten dingen overgeslagen? Dat kan ik niet uitsluiten.
Volgens The Independent vertelde Salih Kapusuz in ieder geval:

“Benedict, the author of such unfortunate and insolent remarks is going down in history for his words. However ... he is going down in history in the same category as leaders such as Hitler and Mussolini.”
“Benedictus, de auteur van zulke ongelukkige en onbeschaamde opmerkingen, zal voor zijn woorden de geschiedenis ingaan. Hij zal de geschiedenis evenwel ingaan …in dezelfde categorie als leiders van het kaliber Hitler en Mussolini.”
Als wij de Turken nu ernstig zouden nemen (wat ik doe), dan zou er toch één Vlaamse journalist, gesteld dat hij van Kapusuz’ uitlating weet had, op de gedachte moeten komen om te wijzen op Atatürks grote bewondering voor Mussolini? Of hij zou opmerken dat drie jaar na Atatürks dood, diens erfgenamen een non-agressiepact met Hitler sloten – overigens met een goed gevoel voor timing: de 18de juni 1941, vier dagen voor de aanval op de Soviet-Unie. Hij had ook kunnen vermelden dat de Turken dat achteraf goed hebben gemaakt door de diplomatieke banden met Hitler in augustus 1944 te verbreken, waarna zij hem zelfs in februari 1945 de oorlog verklaarden.
Soms vraag ik mij af, of Vlaamse journalisten op hun redactie wel een goede encyclopedie ter beschikking hebben, of toch een goede internetverbinding?

Time, 1943

23 september 2006

Wiskunde is te moeilijk, tellen ook, maar over feminisme weet ik alles

.
Een krant als De Morgen is het aan zichzelf verplicht om af en toe ook iets te schrijven over wetenschap. Vanzelfsprekend, om droge en exacte feiten te vernemen heb je geen krant nodig. Een krant is er om zulke zaken in een breder, maatschappelijk verband te plaatsen.
Wat Morgenredacteurs in tegenstelling tot velen onder ons namelijk klaar inzien, is dat geen enkele wetenschap, ook niet de meest abstracte, waardenvrij is. Op dat punt staan zij heel scherp.
Vandaag, zaterdag had hun redacteur Carpentier een verdienstelijk artikeltje over Ingrid Daubechies, de Vlaamse wiskundige die de theoretische grondslag legde voor dingen als bijvoorbeeld MPEG, een data-compressiesysteem waarvan de naam aan vele internet-gebruikers, Ipodgebruikers en anderen wellicht bekend is. Daubechies is wereldberoemd.

Op zich heeft dat weinig te betekenen dachten ze bij De Morgen. Veel interessanter: wat zijn de maatschappelijke implicaties hiervan? Er staan, net als in de politiek en in het bedrijfsleven, ook in de wiskunde te weinig vrouwen aan de top. De redenen voor deze mistoestand worden door Nathalie Carpentier op een verrassend eenvoudige manier geïllustreerd.


Wiskundig toptalent professor Ingrid Daubechies krijgt internationale pioniersprijs
door Nathalie Carpentier
Eén, twee, vier, acht, zestien, tweeëndertig, vierenzestig, honderdtweeëndertig, tweehonderdvierenzestig... Zo kon de kleine Ingrid Daubechies uren doorgaan als ze niet kon slapen. Fascinerend vond ze het, hoe snel de getallen toenamen.
Tot honderd leek alles goed te gaan, maar eens daarboven werd ...zelfs de schrijfwijze van de getallen haar te machtig. Dat de kleine Ingrid Daubechies uren zo kon doorgaan lijkt mij trouwens onwaarschijnlijk: nog enkele seconden en haar slechte getallen zouden onuitspreekbaar zijn geworden.
Het zal wel muggenziften zijn, maar toch vraag ik je: heeft iemand dergelijke dingen al in een echte krant, als bv. de NRC  zien staan? Of in een andere krant die feiten respecteert, en die van zijn redacteurs eist dat ze eerst die goed onder de knie krijgen, vooraleer zij het over serieuze dingen mogen hebben?
.

20 september 2006

De hoofddoek is geen stukje textiel, as Simple Steve said

.
Vandaag in De Morgen op p.3. staat een artikel dat, ik schat een jaar geleden nog ondenkbaar was (er is vooruitgang!), maar waar toch nog enkele kanttekeningen bij kunnen. [alle zwart is, in die volgorde, wat in de krant stond]

.
Moslima zonder hoofddoek afgetroefd
door Marjan Justaert
HOBOKEN. Een 24-jarige vrouw met Marokkaanse roots werd vorig weekend op het Antwerpse Kiel lastig gevallen door een groepje allochtone jongeren, die haar met grof taalgebruik verweten geen hoofddoek te dragen. Toen ze hen van repliek diende, werd ze prompt afgetuigd.
Het incident in Hoboken zwol aan tot een heuse rel toen de politie ter plaatse kwam. Zo'n dertig jongeren verzamelden zich rond de combi en begonnen met stenen te gooien. Eén jongeman van 22, van allochtone origine, werd opgepakt. De man ontkent de feiten in alle talen. Hij heeft geen strafblad en zou volgens de eerste aanwijzingen het slachtoffer niet kennen.

Ja, dat was onhandig, dat die politie ter plaatse kwam. Het was eerst niets, maar daarna bleken er plots dertig man te staan, mét stenen. Een heuse rel!
De Morgen wordt overigens nogal nadrukkelijk in zijn woordkeuze. Net nu wij gewend waren aan de eenvoudige term “jongeren”, voegen zij tweemaal hetzelfde adjectief toe. En het gaat ook om niets: er was al om te beginnen geen "tournante" (groepsverkrachting), enkel wat scheldwoorden en een paar klappen voor een onwaardige vrouw. Dat die vrouw de jongeren "van repliek had gediend" is hierbij een bewering die om te beginnen van De Morgen komt, en ten tweede niet ter zake doet, maar om de spanning van dit feitenrelaas even te breken, eerst een kort commentaartje:

"Cijfers hebben we niet, maar we merken dat het meer en meer gebeurt dat moslima's worden uitgejouwd door mannen van dezelfde afkomst, die het niet kunnen verkroppen dat de vrouwen niet gesluierd lopen", zegt Sven Lommaert, woordvoerder van de Antwerpse politie. "In veel gevallen blijft het bij beledigingen, maar soms worden moslima's ook bedreigd of fysiek aangepakt."

Hier moet de politie zich vergissen: de gesluierden zijn juist zelfbewust, staan op hun identiteit en maken een volkomen vrije keuze, heb ik altijd gelezen. Terug naar de feiten:

De vrouw in kwestie werd naar het ziekenhuis overgebracht met een gezwollen lip en een rode linkerwang. Ze mocht dezelfde dag nog naar huis.

Eigenlijk was er niet zoveel aan de hand. Ze moet niet klagen geloof ik. Een groepje jongeren dat één vrouw afslaat, het is niet mooi misschien of niet moedig, maar je moet die dingen in hun cultureel verband zien, en het blijven jongens tenslotte, en dat groepsgevoel is juist iets waar wij zoveel van kunnen leren. Nog een intrigerend commentaartje:

"Als er daadwerkelijk geweld aan te pas komt, wordt er soms klacht ingediend", verklaart Antwerps parketwoordvoerster Dominique Reyniers. "Najouwen daarentegen is geen misdrijf. Vandaar dat wij zeker niet kunnen spreken van een stijging van dergelijke gevallen."

Dat causale "vandaar" is misplaatst. Ik begrijp alvast: niet bij elk geval waar bloed vloeit wordt klacht neergelegd. Er kunnen bij de slachtoffers inderdaad tal van overwegingen meespelen. Zij moeten nog naar huis terug, naar hun buurt en familie, en daar stelt de bescherming van de burgerlijke wet en de politie weinig voor. Overigens lijkt het mij onwaarschijnlijk dat De Morgen de parketwoordvoerster correct citeert: “daadwerkelijk geweld”? Wat is dat? Beledigingen en “najouwen” zijn ook geweld. Wat denkt juffrouw Justaert overigens dat die jongeren riepen?

Ook bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding durft men geen gewag maken van een toename. "Op het eerste gezicht zien we geen stijging van zulke klachten. Het gaat dan ook veeleer om onverdraagzaamheid van een bepaalde groep mensen dan om pure discriminatie waarbij iemand anders behandeld wordt dan een ander."

Inderdaad, als de regel voor werkelijk alle moslimvrouwen geldt, dan moeten zij sportief blijven en niet over discriminatie zeuren.
Merkwaardig genoeg lijkt het directe probleem van de vrouw, die is afgeslagen door een bende ongeciviliseerden, al direct te moeten wijken voor de vraag of er een toename is van dit soort islamitisch geïnspireerd (is het niet, keizer Manuel Paleologos?) crapuleus gedrag.
Ja, duiding ...de zaken in een breder kader plaatsen is comfortabeler en makkelijker dan feiten onder ogen zien. Ook dat fijne gevoel voor nuance van het CGKR valt op: “veeleer onverdraagzaamheid”, “bepaalde groep”, “[geen]pure discriminatie”. En vooral dat groteske "op het eerste gezicht".
In zijn geweldige bedaardheid laat De Witte zich kennen als een volkomen marginale figuur. Moreel en intellectueel staat hij buiten de Westerse waardenschaal. Wordt die vrouw dan volgens hem niet “puur” gediscrimineerd om haar anders-zijn? (en ik begrijp dat De Witte zijn beroep verdedigt, maar het woord "discriminatie" komt hier niet te pas. Aggressie is méér dan discriminatie; hij doet alsof het minder is.)

De hulpverleners bedaren eveneens de gemoederen. "We sluiten zeker niet uit dat zulke dingen gebeuren, maar het lijkt ons nog niet nodig om aan de alarmbel te trekken", zegt Sultan Balli van het Steunpunt voor Allochtone Meisjes en Vrouwen (Samv). "Dat een jonge vrouw afgetroefd wordt omdat ze geen hoofddoek draagt, is erg. Toch lijkt het een uitzondering, die eerder te maken heeft met jongeren die op een andere manier moeten leren communiceren dan met een radicalisering van de geloofsbeleving."

Ja, uitsluiten dat iets zou kúnnen gebeuren, dat juist gebeurd ís, zou inderdaad een domme indruk maken. Maar, ”anders leren communiceren”, daar zit de clou dus.
Woorden hebben geen betekenis meer, ik weet het, en voor De Witte hebben vuistslagen (op andermans gezicht) die al evenmin.
Dat het overigens met een radicalisering van de geloofsbeleving te maken zou hebben geloof ook ik niet. Het heeft meer te maken met een gevoel van groeiende, en onbelemmerde macht.
En die "uitzonderingen" van Sultan Balli ... die hebben een sterke exemplarische kracht. Niet elk meisje zal haar grenzen nog aftasten na zulke uitzonderingen. Wat is die journaliste hier schuldig naïef.
Als een jonge islamitische vrouw zich wil gedragen naar Westerse normen, en als persoon wil erkend worden, niet langer de eigendom van een vent wil zijn, hetzij vader, broer, oom, man of zoon – wat de sluier aangeeft, Steve ! – dan wordt zij door haar eigen gemeenschap hard geslagen, en op mijnheer De Witte hoeft zij alvast niet te rekenen.

16 september 2006

Fallaci, Ratzinger en een namaakventje

.
"I feel less alone when I read the books of Ratzinger."

"I am an atheist, and if an atheist and a pope think the same things,
there must be something true. It's that simple!
There must be some human truth here that is beyond religion."


Oriana Fallaci (29 juli 1929 – 15 september 2006)


Ik moet twee onaangename dingen vertellen. Eén van die twee is ridicuul, en laat mij daarmee beginnen.
De cursiefjes-schrijver Camps, die in de waan verkeert dat zijn artikeltjes in hoofdletters worden afgedrukt, en die heel fier is over het pseudohollandse taaltje dat hij zichzelf heeft aangeleerd, en die een soort van namaak-janmulderachtige droefgeestigheid ten toon spreidt die in zijn geest waarschijnlijk voor sérieux doorgaat: die man heeft op de eerste pagina van De Morgen vandaag een schandelijk In Memoriam voor Oriana Fallaci mogen schrijven.
Hij begint ongelukkig met haar “oud-journaliste” te noemen, daar waar “journaliste” had moeten staan. Een bekende stijlfout, in dit geval ook een ongevoeligheid, die bij De Morgen niet zal zijn opgevallen. De verstandige lezer weet dan genoeg en leest iets anders, maar ik had mijn bekomst nog niet en las verder. En verderop kwamen er geen stilistische onnozelheden meer, maar grofheden van het laagste soort. Laten wij Camps even zijn gang gaan.
Fallaci schreef bijvoorbeeld: "als de eerste de beste Ayaan Hirsi Ali".

Die kleine zandgrondworm permitteert het zich om iemand te noemen die wereldwijd wordt geacht om haar fysieke moed, en waar geen tweede exemplaar van bestaat. Hij noemt verder nog een hoop bekende namen, van Kissinger tot Cathérine Deneuve, maar daar las ik over, omdat ik begrip had voor een man die zijn kleine kolommetjes vol moet krijgen, terwijl alles wat zijn geest simultaan kan bevatten makkelijk op een bierviltje gaat.
Camps wist nog iets, en in zijn vermeende KAPITALEN schrijft hij: “Oriana Fallaci was doorgeschoten in haat, zelfhaat wellicht. Ik, haar aanbidder, had alleen nog medelijden. Een mildere vorm van verachting. Was het de kanker die haar lichaam doorkliefde?”
Ik, en ik Camps durf zulke dingen vertellen!
En Camps weet niet waar de grenzen van het fatsoen liggen, maar aangezien zijn redactie dat ook niet weet, zit hij op rozen.
o-o-o-o-o

Nu die tweede onaangenaamheid. Het Vaticaan laat weten dat Joseph Ratzinger zich verontschuldigt bij de moslims. Dat is bijzonder droevig, want ik zie niet in waarvoor hij dat zou doen.
In zijn redevoering heeft hij, zoals hier eerder gezegd, een XIVde E.’se Byzantijnse keizer geciteerd, Manuel II Paleologos. Die keizer had een aantal gesprekken met een Perzische geleerde, en Perzië was toen grotendeels al met geweld bekeerd. Hier het fragment uit Benedictus' redevoering waar de moslims zich aan storen (al is dat storen natuurlijk niet echt waar: zij hebben die rede immers nooit gehoord, laat staan gelezen; wat zij willen testen is de bereidheid van het Westen om op hun hegemoniale eisen in te gaan ...en dat lukt aardig):

In het door professor Khoury uitgegeven zevende gesprek (διάλεξις – controverse) raakt de keizer het thema van de djihad aan, de heilige oorlog. De keizer was ongetwijfeld bekend met wat in Sura 2, 256 staat: Geen dwang in zaken des geloofs – en zoals kenners ons leren betreft het hier een der vroege sura’s, uit de tijd dat Mohammed zelf nog geen macht had en bedreigd werd. Maar de keizer kende natuurlijk ook de andere – later ontstane – onderrichtingen betreffende de heilige oorlog, die in de koran zijn neergelegd. Zonder in details te treden, zoals de verschillende manier van omgaan met “mensen van het Boek” en de “ongelovigen”, spreekt hij zijn gesprekspartner verwonderlijk abrupt aan, op een voor ons verbazend abrupte toon, en stelt hem heel simpel de centrale vraag naar de verhouding tussen religie en geweld. Hij zegt: “Toon mij dan, wat voor nieuwigheid Mohammed gebracht heeft, en dan zul je enkel slechte en onmenselijke dingen aantreffen, zoals zijn voorschrift om het geloof dat hij predikte door het zwaard te verbreiden.” Na zich zo sterk uitgedrukt te hebben gaat de keizer verder en legt hij gedetailleerd uit waarom geloofsverbreiding door geweld tegen de rede ingaat. Zij is onverenigbaar met het wezen van God en het wezen der ziel. “God stelt geen behagen in bloed”, zegt hij, “en niet handelen volgens de rede, „σúν λόγῳ”, gaat in tegen Gods wezen. Het geloof is de vrucht van de ziel, niet van het lichaam. Wie bijgevolg iemand tot het geloof wil brengen, zal de gave van het woord nodig hebben, en het vermogen om correct te redeneren, maar geen geweld of dreiging… Om een verstandige ziel te overtuigen, heb je je armen niet nodig, geen slagwapen noch ander tuig waarmee je iemand met de dood kan bedreigen...”.
Doorslaggevende zin in deze argumentatie tegen de bekering door geweld luidt: Niet handelen volgens de rede, gaat in tegen Gods wezen. De tekstbezorger, Theodoor Khoury geeft als commentaar: voor de keizer is deze zin een evidentie, want als Byzantijn is hij in de Griekse filosofie groot geworden. In de moslimleer echter is God absoluut transcendent. Zijn wil is aan geen van onze categorieën gebonden, niet eens aan die der rationaliteit. Khoury citeert daarbij een werk van de bekende Franse islamoloog R. Arnaldez, die er op wijst dat Ibn Hazn zo ver ging te verklaren dat God niet eens door Zijn eigen woord gehouden was, en dat niets Hem er toe verplichtte ons de waarheid te openbaren. Als Hij dat wenste, dan zou de mens zelfs tot afgodendienst kunnen worden verplicht.


Iedereen mag oordelen, maar als u verontschuldigingen aanbiedt voor zo'n tekst, en met de bijzondere achting die ik u toedraag Joseph Ratzinger, dan wijkt u af van het rechte pad. Wellicht denkt u aan het lot van de weinige christenen die nog zijn overgebleven in de islamitische rijken, en dat is een ernstige overweging, maar vriend Joseph: Oriana maakte een andere inschatting.
.

15 september 2006

Een keizer die zijn kleren niet van een Brusselse bisschop moest krijgen

.
Vaak is er enkel plaatselijk nieuws, soms ook wereldnieuws. Vandaag waren ze er allebei, maar alleen het plaatselijke nieuws heeft onze Vlaamse journalisten kunnen boeien. Hun berichten gingen over het ontslag van een kleine keizer. Dat ontslag was onvermijdelijk luidde hun oordeel, en zoals altijd spreken onze jongens van de vierde macht uit één mond (niets ongewoons: zij laven zich tenslotte allen aan de gulle bron der Uitvoerende Macht). Waarin deze onvermijdelijkheid juist bestond, werd uit gewoonte in het vage gelaten: de kleine keizer was driftig, arrogant, eigengereid &cet. Psychologiseren kost niets en het is plezierig.
Dat het ontslag al jaren eerder had mogen komen, bijvoorbeeld kort na aanwerving, heb ik nergens gelezen. Dat ’s mans Nederlands ondermaats was –toch een handicap in een culturele instelling– werd niet vermeld bij mijn weten. Dat hij eerst nog reclamefoldertjes meende te mogen maken voor zijn Brusselse kleermaker Bisschop, en vervolgens met een rode kop moest verklaren dat hij nu nog meer zijn best zou doen om uit te vissen wat voor verplichtingen er bij deez job kwamen kijken, al evenmin. Wat betreft deze inzichten was onze adelaar aanvankelijk zo onschuldig als een lam, en minister Van Mechelen had naar niets gevraagd.
Laten wij deez zaak rusten, en eens kijken of er nog andere kwesties aan de orde zijn in de wijde wereld.

o-o-o-o-o-o-o-o-o

Vrienden, er is mogelijk een nieuwe cartoonkwestie in de maak! Benedictus de Zestiende heeft een reis naar Duitsland gemaakt, en hij heeft daar een opmerkelijke redevoering gehouden. In onze kranten lezen wij hooguit een zinsnede, maar in Le Monde online vandaag kunnen wij die rede toch partim nalezen, zij het onder de titel Verbatim.
Onze moslimbroeders blijken alweer gekwetst te zijn, en er zijn reacties tot in Azië. Onder meer Turkije, Libanon, Pakistan, en stemmen tot in Indië en Indonesië hebben zich laten horen. Ik vertaal snel wat ik lees, want de commentaar van de Fransen lijkt mij beter dan wat onze verzamelde pers zal voortbrengen in de komende dagen (gesteld dat zij door de feiten daartoe gedwongen worden):

"God is niet op bloedvergieten gesteld"

In zijn rede, gehouden dinsdag 12 september in Regensburg, heeft de paus geciteerd uit een werk van Theodor Koury, een theoloog uit Münster die in de jaren 1960 het verhaal van de “Zevende controverse” ophaalde, waarbij in 1391 de christelijke byzantijnse keizer Manuel II Paleologos (1350-1425) zich tegenover een Perzische geleerde bevond.
Op een manier die voor ons verwonderlijk abrupt mag lijken, stelt de keizer aan zijn tegenstander een vraag , de centrale vraag over het verband tussen religie en geweld. Hij zegt hem:
“Toon mij dan wat voor nieuwigheden Mohammed heeft gebracht. Je zult enkel slechte en onmenselijke dingen aantreffen, zoals de recht om te zwaard het geloof dat hij predikte te verdedigen.” De keizer legt vervolgens uit waarom het absurd is het geloof door geweld te verbreiden. “Dergelijk geweld is tegengesteld aan de aard van God en aan de geaardheid der ziel: God is niet op bloedvergieten gesteld. (…)
Hij die iemand tot het geloof wil brengen, moet zich kunnen verlaten op goede argumentatie en correcte redenering, niet op geweld en dreiging. (…) Om een redelijk wezen te overtuigen hoef je noch je armen te gebruiken, noch wapentuig, noch wat voor middelen ook waarmee je iemand met de dood kunt bedreigen.” (…)
In deze argumentatie van de keizer van Constantinopel, tegen de gedwongen bekering, is de beslissende zin deze: een onredelijke handelwijze gaat in tegen de aard van God. Voor de keizer, een Byzantijn die met de Griekse filosofie was opgevoed, is deze zin vanzelfsprekend.
In de muzelmaanse leer echter is God volkomen transcendent. Zijn wil is niet gebonden aan gelijk welke van onze categorieën, niet eens die van de rede. *



Dans son discours prononcé mardi 12 septembre à Ratisbonne, le pape a cité un ouvrage de Theodor Koury, théologien de Münster qui, dans les années 1960, avait rapporté la "Septième controverse" ayant opposé, en 1391, l'empereur chrétien de Constantinople, Manuel II Paléologue (1350-1425), à un érudit persan.
L'empereur pose à son interlocuteur, d'une manière étonnamment abrupte pour nous, la question centrale du rapport entre religion et violence. Il lui dit : "Montre-moi donc ce que Mahomet a apporté de nouveau. Tu ne trouveras que des choses mauvaises et inhumaines, comme le droit de défendre par l'épée la foi qu'il prêchait." L'empereur explique alors pourquoi il est absurde de diffuser la foi par la violence. Une telle violence est contraire à la nature de Dieu et à la nature de l'âme : Dieu n'aime pas le sang. (...)
Celui qui veut conduire quelqu'un vers la foi doit être capable de parler bien et de penser juste, et non de violence et de menace. (...) Pour convaincre une âme raisonnable, on n'a pas besoin de son bras, ni d'armes, ni d'un quelconque moyen par lequel on peut menacer quelqu'un de mort. (...) La phrase décisive dans cette argumentation de l'empereur de Constantinople contre la conversion forcée est la suivante : agir de manière déraisonnable est contraire à la nature de Dieu. Pour l'empereur, un Byzantin éduqué dans la philosophie grecque, cette phrase est évidente. En revanche, pour la doctrine musulmane, Dieu est absolument transcendant. Sa volonté n'est liée à aucune de nos catégories, pas même celle de la raison.



Dit lijkt mij duidelijke taal. Het betreft hier twee werelden, en zowel Ratzinger als Le Monde laten dat ook verstaan.
In die twee werelden gebeurde nog iets: de Nederlandse minister Donner van Justitie, neef van de betreurde schaakgrootmeester en auteur Jan-Hein Donner, zei dat als er ooit in Nederland een 2/3 meerderheid zou worden gevonden voor het invoeren van de shari'a ...dat de democratie zulks dan niet mocht verhinderen. Dat lijkt mij een degelijk democratisch standpunt, en de enige vraag is dus of wij het zover willen laten komen.



* Ik moet hem toch ook even aan het woord laten: in zijn voorwoord tot Histoire de ma Vie, zei Casanova: Je suis non seulement monothéiste, mais chrétien fortifié par la philosophie, qui n'a jamais rien gâté.
Ik ben niet enkel monotheïst, maar christen gesterkt door de filosofie, die nooit wat dan ook heeft bedorven.

2 september 2006

De Paulinische leer maakt ook bij De Standaard bekeerlingen


Ik zal u niets leren lezer, als ik vertel dat een nieuwe taal studeren geen eenvoudige zaak is. Dat thema is de laatste tijd nogal aan de orde.
Er spelen vele factoren. Een gunstige omgeving is er één: er zijn zaken die je nooit leert als je je niet in het juiste milieu beweegt. Het moet bijvoorbeeld zo goed als ondoenlijk zijn om in Antwerpen correct Gents te leren.
Terecht wijst Yves Leterme ook op het belang van de natuurlijke aanleg –je moet intellectueel ertoe in staat zijn– maar zelf ben ik geneigd het accent meer te leggen op geduld, volharding en motivatie.
Daarom is Brinckman zo’n man naar mijn hart. Niet dat ik hem aanleg wil ontzeggen, maar bij hem is het toch vooral wérken, dat voel je. Het verschil is klein, maar als het op schuttingtaal en naturelle vulgariteit aankomt merk je dat vooralsnog hij Meester Pauli moet laten voorgaan. Pupil Brinckman blijft wat houterig, moet soms nog naar zijn woorden zoeken, maar zijn artikeltje vandaag vond ik de goede richting uitgaan.
Bart probeert een verslag te brengen, of liever naar zijn hand te zetten, vanop een Flandriaboot, en daar moet een recent bevallen moeder onwel zijn geworden. Wat er precies aan de hand is geweest weten wij lezers niet, maar ik maak dat op uit Barts duiding. Feiten, en zeker details voor je houden is een goede gewoonte van de kwaliteitsjournalistiek. Erg handig. Laten wij zijn eerste paragraafjes eens bekijken:

Marie-Rose Morel, de troefkaart van Vlaams Belang in Schoten, kreeg gisterochtend een wee gevoel in de onderbuik. Daar zat het programma van Vlaams Belang voor niets tussen.
Maar Filip Dewinter trapte de laatste fase van zijn campagne in de Scheldestad gisteren af op een Flandriaboot. Niet iedere maag bleek tegen dat idee bestand, zelfs al bleef het schip aan de kade aangemeerd.
Galant kun je onze Bart wellicht niet noemen, gemanierd ook niet, informatief vanzelfsprekend niet, maar wat ik mij nu verschrikt afvraag is: zitten bij die jongen alle schroefjes en boutjes wel op de juiste plaats? zou bij Brinckman de maag in de onderbuik zitten? welke organen zitten daar nog allemaal bij hem? en hebben er andere plaats moeten maken?
Wat een zeldzaam bouwplan!
.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html