Een theoretische beschouwing
Bertram Wooster, dankzij Pelham Grenville Wodehouse bijna even bekend als zijn butler Jeeves, vertelt zijn belevenissen in de ik-persoon. In tegenstelling tot alwetende, auctoriale vertellers is Bertie dus zelf een deel van het verhaal.
Soms, en dat gebeurt maar heel zelden, richt Bertie zich tot zijn lezer en laat hem delen in de moeilijkheden die hij bij het schrijven ondervindt. Hier bijvoorbeeld in Thank you, Jeeves (1934):
Let me marshal my facts and go to it. […]
A thing I never know when I’m telling a story is how much scenery to bung in. I’ve asked one or two scriveners of my acquaintance, and their views differ. A fellow I met at a cocktail party in Bloomsbury said that he was all for describing kitchen sinks and frowsty bedrooms and squalor generally, but the beauties of Nature, no. Whereas, Freddie Oaker, of the Drones, who does tales of pure love for the weeklies under the pen-name of Alicia Seymour, once told me that he reckoned that flowery meadows in springtime alone were worth at least a hundred quid a year to him.
Personally, I’ve always rather barred long descriptions of the terrain, so I will be on the brief side. As I stood there that morning, what the eye rested on was the following. There was a nice little splash of garden, containing a bush, a tree, a couple of flower beds, a lily pond with a statue of a nude child with a bit of a tummy on him, and to the right a hedge.
Wat deze onvertaalbare literatuurwetenschappelijke uiteenzetting zo grappig maakt, valt moeilijk te zeggen maar mochten er gegadigden zijn voor een mooie editie van Thank you, Jeeves: de afgebeelde uitgave wordt in de gespecialiseerde handel aangeboden voor 4,900 pond.
______
P.S. Dialoogjes anderzijds geven Bertram nooit problemen:
‘Feminine psychology is admittedly odd, sir. The poet Pope…’
‘Never mind about the poet Pope, Jeeves.’
‘No, sir.’
‘There are times when one wants to hear all about the poet Pope and times when one doesn’t.’
‘Very true, sir.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten