9 oktober 2006

Stad en Platteland, Hemel en Hel

.
Tot mijn ontzetting las ik vorige week in de kranten dat het Vagevuur misschien zal verdwijnen. Goede journalisten schrijven dat het begrip vagevuur op de helling staat. Of het er ook zal afschuiven weet nog niemand. Dat blijft onduidelijk en het begrip vagevuur, zou een Engelsman zeggen, bevindt zich in limbo. Op een grens dus, etymologisch. Wat wij wel weten, is dat een aantal theologen in Rome zich over de kwestie buigen.
En het is geen geringe kwestie, want het vagevuur is op de meest ingewikkelde en vertakte manieren met de christelijke leer verbonden, en bijgevolg ook met de Europese geschiedenis. Al onze talen hebben spreuken en zegswijzen ...met dat vagevuur erin. Zo gezien kàn het begrip niet eens verdwijnen, en die Romeinen mogen beslissen wat zij willen.
Maar om even met hen mee te gaan: louter theologisch reiken de implicaties van een afschaffing vér, tot goed voorbij onze tijdrekening. Immers, wij spreken hier niet enkel over het limbus infantum – waar de kinderen terechtkomen die vóór het doopsel sterven – maar ook over het limbus patrum, waar velen van onze voorouders zich bevinden, of alvast toch diegenen die vóór de Verlosser aan hun eind zijn gekomen.
Wat mij als Europese atheïst ter harte gaat, en met alle begrip voor de theologische oneffenheden: ik zie het begrip ongaarne verdwijnen, al was het maar omdat het, aan de grens tussen hemel en hel, ons een vaag humanisme schenkt.
Maar dat was vorige week allemaal, en in deze nog jonge week zijn er weer andere beslommeringen waarover ik het wilde hebben.
De dichter Heine schreef in 1835 vanuit Parijs een boek over de literatuur van zijn Duitse landgenoten, Die Romantische Schule. Duitsland was toen helemaal versnipperd in vorstendommen, en dat bracht mee dat ook de plaatselijke literatoren zich op beperkt terrein bewogen, niet met hun tijd mee waren.
Om met Jef Geeraerts te spreken, als ik hem vandaag bezig hoor op de radio, in zijn nabeschouwingen over het stemgedrag van de niet-steedse Vlamingen: zij gingen naar de mis, en daarna begaven zij zich aan vendelzwaaien en nazi-kreten. Goed, deze man is zevenenzeventig, en niemand die het hem nog kwalijk neemt als hij zich eens te buiten gaat. Er zijn deerniswekkender voorbeelden dan Geeraerts.
Om over Heine verder te gaan, in zijn hoofdstuk zes vertelt hij aan de thuisgebleven Duitse collega’s over de Franse mentaliteit, die hij op vijf jaar tijd goed had leren kennen: hier in Frankrijk is Parijs zowat het enige dat telt.

Unter Frankreich verstehe ich Paris, nicht die Provinz; denn was die Provinz denkt ist eine ebenso gleichgültige Sache, als was unsere Beine denken; der Kopf ist der Sitz unserer Gedanken.
Met Frankrijk bedoel ik Parijs, niet het platteland; wat het platteland denkt maakt net zoveel uit als wat onze benen denken; het hoofd is de zetel onzer gedachten.
Heine is een buitengewoon grappige man, maar lezer, ik vrees dat ik terzake zal moeten komen, en eindelijk zeggen waar dit stukje over gaat. Niet over Parijs, of la Province, maar over Antwerpen en de rest van Vlaanderen.
Yves Desmet schreef gisteren over de grens tussen ‘t stad en het platteland. Over de grens ook in het stemgedrag van de Vlamingen, die op den buiten winst gaven aan het Belang, maar in de steden niet of nauwelijks. Yves Desmet aanroept in zijn stukje de wetenschap – die der sociologie of politicologie vermoed ik:
Niet het vermeende 'vreemdelingenlegioen' als zoveelste racistische uitleg van het Belang is daar de reden voor, wel een veel simpelere. Uit eerder wetenschappelijk onderzoek is al gebleken dat de centrumsteden van Vlaanderen goed tot zeer goed bestuurd zijn. Dat personen met nationale envergure, afkomstig uit alle democratische partijen, de stedelijke leefomgeving substantieel verbeterd hebben.
Dat heeft de burger niet alleen ook gezien, het is net dat wat hij of zij van zijn bestuurders verwacht. Als er één les te trekken valt uit deze verkiezingen, dan wel deze: wanneer een bevolking ziet dat het de goede kant uitgaat, dan beloont hij of zij het beleid.
Verderop heeft hij het nog over “slogans of hatelijk gezwam”, want als goede democraat weet Desmet beslist hoe je de dialoog met andersdenkenden gaande kunt houden.
Ach, tot daar het gelijk van onze Yves, die zich niet eens verontschuldigt als hij mensen onterecht beticht met zijn vooringenomen praatjes ...maar wat laat nu Het Laatste Nieuws aan zekere Jan Hertogen, socioloog, zeggen ?
Het Vlaams Belang is enkel achteruit gegaan of afgeremd in gemeenten met veel nieuwe Belgen van niet-Europese afkomst. Het zijn dus de allochtonen die in de grote steden, ook in Antwerpen, de democratie gered hebben. Dat stelt socioloog Jan Hertogen maandag.
Het Vlaams Belang is in Gent, Antwerpen en Mechelen niet gestopt doordat het Vlaams Belang minder kiezers lokte of door het "positieve beleid" dat er gevoerd wordt, zegt Hertogen. De verschillen worden vooral verklaard door de verhoging van het aantal stemgerechtigden van vreemde afkomst.
Hier geen vagevuur! Desmet moet klacht neerleggen tegen deze mijnheer Hertogen, een racist van het zuiverste water, die in de analyses treedt van de baarlijke Duivel Dewinter (die, te diens nadele gezegd, géén wetenschappelijk bewijs had, en zijn uitleg wellicht aan zijn eigen keukentafel had bedacht).
__________________

P.S. (10 oktober)

Wat mij bij Yves Desmet zijn mededelingen ook bijzonder intrigeerde was: dat hij blijkbaar op de hoogte is van wetenschappelijke studiën (uit welke discipline die afkomstig zijn deelt hij niet mee) die eindelijk hebben kunnen vaststellen of een stad (polis) goed, tot zeer goed wordt bestuurd.
Dat was sinds Plato en Aristoteles de vraag: wàt is goed bestuur? en als wij dat weten: is er bijvoorbeeld ook een ideaal bestuur?
Desmets mededeling is natuurlijk meer dan goed nieuws voor ons allemaal.
En precies zoals vóór enkele jaren de oplossing van de laatste stelling van Fermat mij plezier heeft gedaan, evenals de oplossing van het vierkleurenprobleem trouwens, en pas nog (door die rare Rus) de oplossing van het topologische vermoeden van Poincaré : ook hier, bij Desmets mededeling, verheug ik mij – zelfs in het besef dat zij mijn begripsvermogen overstijgt – over de oplossing van een zeer oud vraagstuk.
Het enige misschien dat hierbij een beetje steekt, is dat juist Yves Desmet hiervan eerder op de hoogte was dan ik... dat is kleinmenselijk, maar ja, journalisten zitten natuurlijk dichter op zulke nieuwtjes dan een simpele blogger. Euh, en ook steekt mij de bedenking dat deze wetenschappelijke doorbraak noodzakelijk het einde van de vrije mens aankondigt.

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html