Noch bij De Standaard, noch blijkbaar bij de NRC kennen ze het begrip al-Taqiyya
.
Zoals wij weten loopt het vaak mis met de rechtspraak in dit land. Er worden te veel blunders gemaakt, er wordt te traag gewerkt, terwijl justitie toch handenvol geld kost. Zulke dingen lees je vaak in De Standaard. Terecht misschien, maar omdat zij een kwaliteitskrant zijn, laten ze het gelukkig niet bij weeklachten maar stellen ze ook oplossingen voor. Waarom bijvoorbeeld niet eens, zoals in het Verenigd Koninkrijk, de sharia ingevoerd? Lekker goedkoop en snel. De rechters zijn vriendelijk bovendien. Er is ook niet de minste druk op de rechtsonderhorigen om zich aan zulke rechtbank te onderwerpen – want je hoort dat nog te vaak, van die sociale druk bij moslims, bijvoorbeeld met die hoofddoeken, maar net zoals een meisje volkomen vrij is om hem te dragen of niet te dragen, kan ook hier bij een shariarechtbank de vrouw te allen tijde beslissen om zich voor haar echtscheiding toch maar tot een saaie inheemse pruikenrechter te wenden.
Bij ons klinkt dit idee van De Standaard voorlopig nog krankzinnig, en sommigen van hun redacteurs zullen dat ook beseffen, want zelfs in de UK blijven er bij het publiek nog vooroordelen constateerbaar.
Niet zo echter bij Floris van Straaten, de NRC-journalist van wie De Standaard het artikel overnam (al schrijven zij zijn naam verkeerd met Van):
De Sharia Raad bestaat al sinds 1982, maar nog altijd schrikken veel Britten als ze met de term sharia -het islamitisch recht in al zijn facetten- worden geconfronteerd.Mooi toch van Floris: facetten! .zoals van een edelsteen.
Ook de rest van zijn artikel baadt in een gelukzalig glimmende kerstsfeer. Al is kerst een term die ik beter tactvol achterwege had kunnen laten.
Ik laat u, lezer, het volledige artikel van Floris lezen, en het staat vol van eerbiedige termen zoals bv. “de heilige stad Medina” – waar onze Floris zelf geen toegang toe heeft, tenzij hij zich in het geheim bekeerd heeft. Dit laatste lijkt mij waarschijnlijk als ik hem lees.
Misschien kunnen de oenen van De Standaard het volgende artikel, uit een echte kwaliteitskrant, eens lezen voor ze weer ergens een schunnigheid overnemen om hun tabloid te vullen:
Beelden van een oproer
Haideh Daragahi
Haideh Daragahi
Uit de massa’s filmbeelden, foto’s en verhalen die mij per email de laatste tijd bereiken in Stockholm, vanuit Iran, heb ik drie taferelen uitgekozen die op een bijzonder aangrijpende manier hun licht werpen op de oorzaken en de inzet van de huidige revolte. Alle drie zijn het voorbeelden van een nieuw fenomeen: “Burgerjournalistiek”. Deze ontstond, toen na de protesten tegen het kiesbedrog in juni 2009 in Iran de professionele journalistiek aan banden werd gelegd, en buitenlandse reporters werden uitgewezen.
Openbare terechtstellingen door verhanging of steniging maken deel uit van het voornemen van de Islamitische Republiek, om geweld tot iets normaals te maken, en om de betrekkingen tussen de mensen te brutaliseren. Het invoeren van de sharia in 1979 heeft de (straf-)rechtspraak herleid tot weerwraak voor een daad, tot oog om oog dus. Kleine dieven worden de handen afgehakt, en als iemand door toedoen van een ander een oog heeft verloren, wordt de dader het licht in zijn ogen ontnomen. Moord wordt minder als een maatschappelijk, maar eerder als een familiaal vergrijp bestraft, en als de “gemeenschap van hetzelfde bloed”, dit wil zeggen de familie van het slachtoffer, weigert om de zaak bij te leggen door middel van betaling van bloedgeld (de hoogte van de som wordt door de Staat bepaald), dan worden zij door de shariarechter gevorderd om bij de terechtstelling de stoel omver te stoten waarop de veroordeelde staat.
Het beeld van de daadwerkelijke redding van twee ter dood veroordeelden is de zichtbare uitdrukking van een eigenrichting, de mensen wensen zich niet langer aan te passen aan de gruwel van het vergeldingsrecht, zij eisen opnieuw hun waardigheid op, en stellen daarbij een fier voorbeeld aan de geciviliseerde mensheid in de VS, in China en in alle landen van de wereld waar de doodstraf nog legaal wordt toegepast.
De tweede foto is van 27 december, en komt uit Teheran. Ze toont een vrouw die om zich tegen het traangas te beschermen een wit masker draagt en fier voor de camera met haar vingers het V-teken maakt. Bloedsporen op haar gezicht en het doek. Haar houding is typisch voor miljoenen Iranese vrouwen, die de laatste zes maanden in de grootsteden de straat opkwamen. Bij de demonstraties zag men hen in de voorste rijen, bij confrontaties met de oproerpolitie slaagden zij er met hun acties vaak in, om de aanhouding van de mannen te verijdelen.
Deze acties vandaag zijn enkel te begrijpen tegen de achtergrond van dertig jaren van vernedering en rechteloosheid. Dag na dag heerste er voor hen de vernederende dwang van de sluier. Deze vrouwen moesten er mee instemmen om met nog drie andere vrouwen samen te leven, die het een man is toegestaan te huwen. Daarbij komt nog dat naar sjiitisch recht elke man een “tijdelijk huwelijk” kan afsluiten. Vooropgesteld dat hij het geld heeft om een imam te betalen, die het tijdelijke huwelijk legitimeert. Als echter een vrouw kiest voor een buitenechtelijke liefde wordt zij door steniging gedood. Vrouwen gelden als huwbaar vanaf de leeftijd van negen. Als zij haar man verlaat heeft zij geen recht op een onderhoudsgeld, en evenmin krijgt zij de voogdij over haar kinderen. Voor elke reis en voor elke beroepsarbeid heeft de vrouw een schriftelijke goedkeuring nodig van haar mannelijke voogd of haar echtgenoot. Het bloedgeld dat voldaan moet worden als er een vrouw is omgebracht, is de helft zo hoog als in het geval dat een man is omgebracht; haar erfdeel bedraagt de helft van dat der mannelijke erfgenamen; haar getuigenis telt maar voor de helft van dat van een mannelijke getuige. In een seculiere staat hebben de Iranese vrouwen bijgevolg alles in het leven te winnen – en niets te verliezen.
De derde foto, ook van 27 december, toont een jongeman, die zich aan een lantaarnpaal vasthoudt om een des te hardere schop te kunnen geven aan een politieman op de vlucht voor de oproerige menigte. In zijn woede zijn de dertig jaren van politieverdrukking te herkennen, de economische ontbering en de sociale en persoonlijke vernedering. Veel te lang al, worden de burgers van Iran behandeld als leefden zij in een bezet land. Een kleine klerikale elite houdt de macht, de rijkdom en ook de media in eigen handen, en ontzegt de rest van de bevolking het recht niet enkel op vrije politieke en artistieke meningsuiting: zij beheerst ook nog eens volkomen het dagelijkse leven, inbegrepen de keuze tussen muziekgenres, dranken of het design van T-shirts; zij verbiedt jonge verliefden om hand in hand op straat te lopen. Op homoseksualiteit staat de doodstraf, ook voor minderjarigen.
Alle burgers hebben hun inkomen zien verschrompelen, wat er toe heeft geleid dat er in het land nu tienduizenden straatkinderen zijn, honderdduizenden prostituees, en miljoenen heroïne- of opiumverslaafden. Niemand hoeft bijgevolg verbaasd te zijn als de burgerjournalistiek vandaag met zulke doodsverachting bedreven wordt. Dertig jaar lang hebben de Westerse media oppervlakkig bericht over Iran, en hebben zij geen acht geslagen op de ontwikkelingen die tot de huidige situatie hebben geleid. Wie de toestand van vandaag tot het kiesbedrog herleidt, in plaats van te erkennen dat hier frustraties naar buiten komen die in de laatste dertig jaar zijn opgestapeld, die versterkt enkel de zichtbare radeloosheid. Met het kiesbedrog, dat tenslotte ook in westerse democratieën voorkomt, kun je de hevigheid van het huidige oproer niet verklaren.
Westerse politici, die maar al te goed weten dat een radicale politieke ommezwaai in Iran het politieke bestel in het Nabije Oosten, en de aangegane verbintenissen met de bestaande regeringen zou veranderen, gedogen die oppervlakkige berichtgeving, en weigeren om meer te doen dan enkel de mensenrechtenschendingen van de laatste zes maanden te berde te brengen. Deze houding hebben zij gemeen met de zogenaamd hervormingsgezinde fractie, die op haar beurt tot de elite behoort en die zoals bekend de verkiezingen in juni verloren heeft.
In werkelijkheid doet de in zijn soort nieuwe en verrassende toestand in Iran vragen rijzen bij de westerse media, en toont hij hun hele zwakte aan, hun neiging tot fixatie op de macht. Op welke manier de huidige gebeurtenissen een antwoord vormen op de controle die het regime in het verleden heeft uitgeoefend, is binnen dit artikel moeilijk in woorden te vatten. In de specifieke, gedecentraliseerde vorm van de weerstand vandaag komen de recente ervaringen van de vrouwenbeweging naar voren: haar uitbouw van een netwerkachtige organisatie, net zoals haar communicatie via internet, hebben school gemaakt en hebben de verstrooide actievormen van vandaag voorbereid.
Niemand kan de afloop van de volksbeweging voorspellen. Wat er ook van zij, ieder compromis waarbij met de zegen van het westen tenslotte de een of andere fractie aan de macht komt, zal in overeenstemming moeten worden gebracht met de minimale eisen van de scheiding van religie en staat, met de eis van vrije meningsuiting en artistieke vrijheid, met de gelijkberechtiging van de vrouw, en met het volwaardige staatsburgerschap voor homoseksuelen en voor etnische, respectievelijk religieuze minderheden. Een regering gestoeld op het shariarecht, zal aan die eisen niet kunnen voldoen.
Haideh Daragahi is een Zweeds-Iranese auteur, journaliste en wetenschapster.
2 opmerkingen:
De Floris van Straaten van vandaag al gelezen? Die heeft blijkbaar een goede deal kunnen sluiten met DS :-)
http://www.standaard.be/krant/beeld/artikel.aspx?artikelid=QI2KHSLR
Ik las het deze ochtend, over dat hypocriete gedoe met halalbankieren. Alweer dezelfde vooringenomenheid bij onze Floris (nog het best aan zijn woordkeuze te merken).
Een reactie posten