30 september 2013

Hij kon dat niet weten


Kristof Calvo is een beloftevolle jongen maar hij mist begrijpelijkerwijs nog wat recul om over alles te kunnen meepraten. Zo had hij het in Terzake vanavond over het "nieuwe fenomeen Wallo-Brux".
Nu is het waar dat er de laatste tijd veel drukte, battage rond die term is geweest, en Calvo hem dus wellicht pas ontdekt heeft, zoals trouwens veel politici, journalisten en Vlamingen in het algemeen. Nochtans is die strijdkreet, en de aanspraken die erachter zitten helemaal niet nieuw.

Vorige eeuw, in 1998 en de jaren daarop, nam ik vaak de trein of het vliegtuig naar Genève en terug.
Als je toen in Brussel-Zuid op het TGV-perron aankwam zag je, op vele borden: «Bienvenue dans la région Wallonie-Bruxelles». Dat was ook zo in Zaventem, in die lange gang.

Als ik dan mailde naar de verantwoordelijke uitgever van die affiches, want er was al internet in die tijd, dat ik die 'identité fédérée' nog niet kende, dan kreeg ik geen antwoord. Bij onze journalisten moest je met zulke bekrompen opmerkingen al helemaal niet aankomen en vandaar misschien dat Kristof, die toen nog op school zat maar wellicht al kranten las en tv keek, deze term en die "wij-zij" nu zo nieuw vindt, en dus dingen zegt als deze:

En waarom vond ik het statement van Stromae, net op het feest van de Franstalige Gemeenschap zo belangrijk? Omdat men in Franstalig België ook stilaan een even eenzijdig beeld van identiteit hanteert. Het nieuwe fenomeen van Wallo-Brux, hé, waar men opnieuw beleid gaat hanteren op basis van taal. Wij versus zij, ook dat moeten we achter ons laten.



20 september 2013

Hoe men over de doodstraf dacht in de Verlichting, en hoe men er vandaag over denkt


Élisabeth en Robert Badinter werden vandaag doctores honoris causa van de ULB. Je hebt universiteiten die licht omspringen met dit soort doctoraten en ze bijvoorbeeld uitdelen aan tennissers (VUB) of aan Coburgs (KUL), maar de ULB hoort daar niet bij. Het echtpaar Badinter heeft echte verdiensten.
Élisabeth is auteur en filosofe (en zakenvrouw). Haar man is advocaat, en was in de regeringen van Pierre Mauroy Minister van Justitie, of Garde des Sceaux zoals dat in Frankrijk heet met een naam uit het Ancien Régime. Hij kon na een lange strijd een wet laten goedkeuren die de doodstraf in Frankrijk afschafte.

Samen schreef het echtpaar meerdere boeken, waaronder biografieën zoals het standaardwerk “Condorcet, un intellectuel en politique”, 1988 bij Fayard. Ik noem nu speciaal dit boek omdat ik het deze zomer las, en omdat Condorcet al in de XVIIIde eeuw vocht tegen de doodstraf. Hij deed dat samen met mensen als de jurist Cesare Beccaria, wiens boek “Dei delitti e delle pene” van 1764 grote indruk had gemaakt in Europa, tot aan de Duitse en Russische Hoven toe. Het boek werd namelijk onmiddellijk in alle talen vertaald. Bij de moderne Franse vertaling (Flammarion, 1991) schreef Robert Badinter een schitterend voorwoord.

En nu lezen we even wat de bekende strafpleiter Piet Van Eeckhaut deze zomer in Humo verklaarde:
«Ik ben lange tijd een tegenstander geweest van de doodstraf. Ik ben een groot bewonderaar van François Mitter[r]and en zijn minister van justitie. Zij hebben in Frankrijk, het land van de guillotine, in 1981 de doodstraf afgeschaft. Maar vandaag vraag ik me toch af wat je met sommige hardcore misdadigers moet doen. Iemand die een weerloze oude vrouw doodt in haar eigen huis, ik weet niet of we daar zo veel mededogen voor moeten hebben. Ik vind dat wij, in uitzonderlijke gevallen, de filosofische en religieuze bezwaren opzij moeten zetten. Sommige mensen moeten verdelgd worden. Weinigen, maar ze zijn er.»

Iemand moet dat voorwoord van Badinter eens luidop voorlezen aan zijn bewonderaar meester Van Eeckhaut, het zijn maar 39 pagina’s. Of hij moet zelf eens lezen wat Condorcet te vertellen had in zijn brieven, verhandelingen en krantenstukken.
Voor een grondige bespreking van Condorcets argumenten is hier geen plaats, maar zelfs een terzijde van hem is de moeite waard en bevat een argument dat een strafpleiter zal aanspreken. Condorcet was behalve politicus ook een beroemde wiskundige en statisticus, nauwelijks minder geniaal dan bijvoorbeeld Leonhard Euler die hij bezocht en met wie hij correspondeerde.
Condorcet stelt dat gerechtelijke dwalingen niet te vermijden zijn, en dat ze statistisch eenmaal vaker voorkomen in zaken waar de emoties sterk oplaaien. Nu spreken feiten waar de doodstraf op staat altijd sterk tot de gemoederen, dus ook tot die van de rechters.

Statistieken zijn niet altijd leugens en misschien moet meester Van Eeckhaut hier eens aan denken als hij het heeft over zijn “weinigen”, en over “principes die overboord moeten”. Moet dat “verdelgen” van hem dan maar zonder principes?

Overigens moet hij ons ook nog vertellen hoe dat verdelgen precies in zijn werk zal gaan. Zullen we alvast de guillotine van het Gravensteen een opknapbeurt geven? of verkiest hij de wat modernere elektrische stoel? de gifspuit kan natuurlijk ook, lekker clean. De dood met de kogel moet mijns inziens voorbehouden blijven voor militairen, of onder omstandigheden ook voor incivieken.

Nu, welke methode Van Eeckhaut ook verkiest, zeker is dat het ambt van beul weer in het leven moet worden geroepen. En ambtenaren moet je aanwerven volgens bepaalde procedures. Wil Piet daarvoor Selor inschakelen, of kan het ook met een gewone politieke benoeming?


12 september 2013

Farage zet Verhofstadt op zijn plaats


Een scène in het Europese "parlement"

Nigel Farage: Ik ben even cynisch en sceptisch als velen onder de Europese bevolking, over de vraag wie die wapens heeft gebruikt, en tot we het volledige rapport zien, en we onze inlichtingen op orde hebben... wij trokken ten oorlog in Irak, omdat ons gezegd was dat Saddam wapens had… [Verhofstadt roept onverstaanbare dingen] …kijk, zou je ter afwisseling niet eens je bek houden en luisteren? Je bent wellicht, je bent vast de gemeenste en grofste man in de Europese politiek, en je tiert maar door en de voorzitter laat je begaan, omdat je eerste minister bent geweest van …België. Het zij zo.


I am as cynical and sceptical, as are much of the European public, about who has used those weapons and till we get the full report and we get the intelligence right… we went to war in Iraq, we went to war in Iraq, being told that Saddam had weapons of … why don’t you shut up and listen for a change? You must be, you really must be the vilest, rudest man in European politics and you rant on, and the Chair lets you get away with it, because you’re the former prime minister of …Belgium! Well, there we are.

Farage heeft volkomen gelijk natuurlijk, maar onze Guy komt uit het Belgische parlement, en dat heeft niet een traditie zoals het Britse House, waar soms ook kreten te horen zijn, maar waar vriend en vijand elkaar laten uitspreken. Parlementaire cultuur en goede manieren heeft Guy in onze eigen tweeledige verzameling verkozenen nooit opgesnoven, en in een internationaal gezelschap, met soms goede sprekers, valt dat helaas op. Het stak hem natuurlijk, dat juist het Britse Parlement blijk had gegeven van gezond democratisch verstand in de kwestie Syrië.
Voluntarisme al wat je wil bij Guy, maar gezond verstand gebruikt hij spaarzaam. Niet dat Verhofstadt er volkomen van gespeend is, en dat bleek in zijn Belgische carrière één keer, want in de kwestie van de Iraakse massavernietigingswapens nam hij de beslissing om niet deel te nemen aan de leugenachtige, misdadige oorlog van BlairBush.
Had Verhofstadt Farage laten uitspreken, zoals een welopgevoede jongen, en daarna gewoon het woord gevraagd, dan had hij dit in alle rust kunnen antwoorden.

9 september 2013

Wetten en Pantoffels


Oikofobie, de angst voor het eigene, is een nieuw boek van de Nederlandse auteur Thierry Baudet. Het verscheen bij Prometheus/Bert Bakker en bevat een goede vijftig essays, ondergebracht in vijf hoofdstukken, handelend over de EU, over modernisme, immigratie, Wilders enzovoort. Roger Scruton ontwierp die term “oikofobie” als tegenhanger voor het alom bekende xenofobie. De angst voor het eigene inderdaad, want οίκος is een Grieks woord dat in het Latijn “vicus” gaf, en bij ons “wijk”.


Een van de hoofdstukken in het boek heet “Rechtsstaat en Politiek” en de jurist en filosoof Baudet is daarin op zijn best en scherpst. Op vage juridische termen zoals bijvoorbeeld “mensenrechten” heeft hij het niet begrepen. Hij vindt deze rechten zelfs onverenigbaar met de democratische rechtsstaat en neemt geen blad voor de mond:

“Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg heeft zich de afgelopen jaren ontpopt tot een allesverslindend monster dat zonder enige legitimiteit talloze nationale wetten en regelingen buiten werking stelt. […] De centrale denkfout achter juridische codificatie van het mensenrechtendiscours is dat universele principes van rechtvaardigheid geen van tijd en plaats afhankelijke interpretatie zouden vergen. Maar dat is nu juist wél het geval.”

Het Hof heeft de neiging om het begrip “mensenrechten” eindeloos op te rekken, zegt Baudet: er komen altijd maar nieuwe rechten bij. Hij maakt deze stelling hard met vele bewijzen en voorbeelden en we mogen hopen dat onze politici hem zullen lezen, want zijn argumenten zijn klassiek, en ouder dan het Hof van Straatsburg. 

Ik moest hier denken aan de geniale achttiende-eeuwse diplomaat en econoom Ferdinando Galiani. Die zag toen al in dat concepten als “grondrecht” of “mensenrecht” aanleiding zouden geven tot het ontstaan van steeds weer nieuwe, afgeleide rechten. Galiani stelde voor om als eerste grondrecht “het recht om te stappen” te nemen. Hieruit volgt, zei hij, dat elke mens ook het grondrecht heeft om binnenshuis te stappen, en bijgevolg het grondrecht op pantoffels.

“Le droit naturel que tous les hommes ont à marcher et aux moyens de marcher, est tellement le premier de nos droits fondamentaux, que, sans lui, nous ne pourrions plus remuer nos pieds. Nous aurions peut-être des béquilles très anciennes, mais non des pantoufles fondamentales. Non, si nous ne remontons au droit de marcher pour trouver le premier principe de toutes les Pantoufles, il n’en est pas une dont nous puissions montrer la raison essentielle et primitive […]”

“Elke mens heeft het natuurlijke recht om te stappen, en op de middelen daartoe, en dat is zozeer het eerste van onze fundamentele rechten, dat wij zonder dat recht geen voet meer zouden kunnen verzetten. Wij zouden dan misschien wel heel oude krukken hebben, maar geen fundamentele pantoffels. Nee, als wij bij onze zoektocht naar het eerste principe van alle Pantoffels, niet teruggaan tot het recht om te stappen, dan is er niet één waarvan wij kunnen aantonen dat het een essentieel, een basisconcept is […].”

Rechten als pantoffels, en grondrechten als Pantoufles fondamentales, dat vraagt wat uitleg. Galiani speelde met een toen bekende uitdrukking: “raisonner pantoufle”, faire des raisonnements de travers (dictionnaire de l’Académie française, 1789), gebrekkig redeneren dus.

in : Ferdinando Galiani/Louise d’Épinay
Correspondance I, 1769-1770
Les Éditions Desjonquères, 1992, p. 274

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html