Waartoe dient een cultuurzender?
Elke zondagnamiddag, al meer dan een jaar loopt op France Culture de uitzending Le Gai Savoir. Die fröhliche Wissenschaft of la gaya scienza dus. Een tweegesprek tussen Raphaël Enthoven en Paola Raiman.
De formule is zeer fragiel want Paola Raiman kwam als zeventienjarige lycéenne in het programma bij Enthoven, gechevronneerde filosoof, product van de École normale supérieure, maître de conférences en ook –maar dat doet hier niets ter zake– vader van het eerste kind van Carla Bruni.
Paola en Raphaël spreken elkaar met de voornaam aan, maar vanzelfsprekend vousvoyeren ze altijd. Hun programma duurt een uur en het onderwerp is een klassieke tekst. Zij stelt de vragen of doet suggesties of legt verbanden met weer andere teksten. Hij geeft uitleg, interpreteert en associeert in een duizelingwekkend tempo, of stelt als een Socratische vroedmeester zelf weer vragen. Maar beiden zijn volstrekt gelijkwaardig en hun gesprekken over Rousseau, Plato, Schopenhauer, Kant, Lucretius, Orwell kunnen alle richtingen uitgaan.
Laatst was Montaigne het onderwerp, Essai viii van Boek III, "De l'Art de Conferer", maar aangezien hierover zoveel te zeggen valt, trokken ze er twee uitzendingen voor uit. Twee weken Montaigne dus, als manna in de woestijn.
Denkend aan de vraag van Montaigne “Que scais-je?”, kwam in het gesprek plots de vraag op of de luisteraars van France Culture intelligenter waren, of alleszins “moins cons que les autres”. Enthovens antwoord kan dienen als beginselverklaring voor om het even welke cultuurzender:
Paola: Ce n'est pas parce qu’on écoute France Culture qu’on est moins con que les autres, enfin qu’on est plus intelligent.
Raphaël: Non, ce n’est pas ça, c’est que: il faut écouter France Culture, c’est la meilleure radio qui soit et vive France Culture et vivent les auditeurs toujours plus nombreux de France Culture.
Mais! il faut écouter France Culture parce qu’on y apprend notamment que ce n’est pas parce qu’on écoute France Culture qu’on est moins con que les autres, justement. Et que enfin une radio qui admet le fait que la culture qu’elle transmet n’est pas une garantie contre la bêtise, si vous voulez. C’est ça l’intérêt de France Culture en occurrence.
Disons qu’un spectateur de TF1 qui ne doute pas de la nullité de ce qu’il regarde est peut-être de meilleure compagnie qu’un auditeur intégriste, comme il y en a, de France Culture qui ne doute pas de la qualité de ce qu’il écoute.
Voilà, c’est la seule différence si vous voulez. Mais c’est une différence fondamentale. Si l’on réduit la bêtise à ces deux déterminations qui sont, un la bêtise de l’ignorant et deux la bêtise du savant, la bêtise du savant est beaucoup plus redoutable que celle de l’ignorant parce qu’elle est incurable. Parce que le savant est déjà guéri, parce qu’il croit qu’avec l’intelligence il a cessé d’être bête, avec la culture il a cessé d’être ignorant.
Or Montaigne qui est l’homme le plus cultivé de son temps, ne cesse de demander ce qu’il sait, de dire « Que scais-je ? », de le brandir comme un étendard. Et Montaigne qui est l’homme le plus intelligent de son temps ne cesse de décrire ses propres travers et son incapacité propre à supporter la bêtise, où sa propre bêtise se reconnaît.
Paola: Het is niet omdat je naar France Culture luistert dat je minder stom of intelligenter bent dan de anderen.
Raphaël: Inderdaad niet, maar intussen moet je wel naar France Culture luisteren, het is gewoon de beste zender, en leve France Culture en leve de almaar talrijkere luisteraars van France Culture.
Maar! naar France Culture moet je luisteren, precies omdat je daar leert dat door naar France Culture te luisteren, je toch niet je minder stom wordt dan de anderen, en omdat het een zender is die toegeeft dat, zo je wil de cultuur die hij overbrengt geen bescherming biedt tegen dwaasheid.
Daarin zit hem net het belang van France Culture. Neem een kijker van TF1die er niet aan twijfelt dat wat hij bekijkt beuzelarij is: die is misschien beter af dan een onkreukbare luisteraar van France Culture –en die zijn er– die geen enkele twijfel heeft bij de kwaliteit van wat hij hoort.
Dat is het enige verschil kun je zeggen. Maar wel een fundamenteel verschil.
Als we de stompzinnigheid beperken tot twee soorten, namelijk die van de dwaas en die van de geletterde, dan is de stompzinnigheid van de geletterde veel meer te duchten dan die van de dwaas, want zij is ongeneeslijk. De geletterde is immers al genezen, want hij gelooft dat door zijn intelligentie er een eind is gekomen aan zijn stompzinnigheid, en door zijn cultuur aan zijn onwetendheid.
Terwijl Montaigne, de meest gecultiveerde man van zijn tijd, zich zonder ophouden afvraagt wàt hij dan wel weet, en met “Wat weet ik?” als vaandel zwaait. En Montaigne, de verstandigste man van zijn tijd, beschrijft zonder ophouden zijn eigen tekortkomingen en zijn eigen onvermogen om de dwaasheid te verdragen, waarin zijn eigen dwaasheid zichzelf herkent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten