Vaak heb je toch een goede commentator nodig
SFCDT is een Franse afkorting die weliswaar al heel lang bestaat – wellicht werd ze in maart 1835 voor het eerst gebruikt – maar populair is ze nooit geworden. Stendhal gebruikte ze toen. Hij was in die tijd consul in Civita Vecchia, en had net een schriftelijke reprimande gekregen van admiraal graaf de Rigny, minister van Buitenlandse Zaken van Louis-Philippe.
Consul Henri Beyle was te vaak en te lang afwezig op zijn post, en hij zat dan in Rome dat zeven uur daarvandaan ligt – met de diligence. Als keffertje van de koning schreef graaf de Rigny aan Beyle dat hij “...voor deze formele en langdurige veronachtzaming van koninklijke bevelen de ogen deze keer nog zou sluiten, enkel in de hoop dat dergelijke zaken zich niet meer zouden voordoen. Ik geef u die raad, Mijnheer, indien u de post die Zijne Majesteit u heeft toevertrouwd verder wilt behartigen.”
Stendhal was diep beledigd – hij die als soldaat de terugtocht uit Rusland nog had meegemaakt – en niet van plan zijn gedrag te veranderen want in Civita Vecchia verveelde hij zich stierlijk.
In zijn dagboek had hij eerder al genoteerd: «Je crève d’ennui… C’est un trou abominable. La fièvre y règne.» Zijn vriend Prosper Mérimée verwoordde dezelfde gedachte later lichtjes anders: bij hem was Civita Vecchia «un trou puant».
In zijn dagboek schrijft Stendhal nu: «...heureusement je commence à être ferme sur SFCDT ...je vais à Rome quand je veux.»
Op zulke momenten is een goed notenapparaat onmisbaar, en bij redacteur Anne-Marie Meininger lees ik, in haar Postface van 60 bladzijden bij Lucien Leuwen (Folio Classique) het verklarende en verlossende: Se Foutre Carrément De Tout.