De Prins krijgt kuren
Serge Halimi, de redactiedirecteur van Le Monde diplomatique, heeft telkens weer een mooi hoofdartikel. In het julinummer (dat straks in de kiosk ligt) neemt hij Emmanuel Macron op de korrel, die graag censuur zou instellen maar die naam niet wil horen.
Macron is natuurlijk niet de enige die dat zou willen: censuur is hét thema van onze tijd, alleen zie ik niet in wat hij nog meer kan verlangen dan wat hij al heeft... een meer dan volgzame pers.
Na zijn comfortabele verkiezing tot president van de Republiek, met medewerking van de zo goed als verzamelde Franse media, vraagt Emmanuel Macron dat zijn parlementaire meerderheid hem een wet klaarstooft tegen de verspreiding van ‘valse geruchten’ in verkiezingsperiodes. Misschien is hij zijn volgende campagne al aan het voorbereiden.
De tekst die binnenkort goedgekeurd zou moeten worden, verraadt tegelijk dat regeringen blind blijven voor de tegenkantingen die zij ontmoeten en – in één adem – hun neiging om voortdurend dwangmiddelen te verzinnen die daar korte metten mee kunnen maken.
Je moet inderdaad al bijziend zijn om te blijven geloven dat de overwinningen van de antisysteempartijen en -programma’s (Donald Trump, de Brexit, het Catalaanse referendum, de Vijfsterrenbeweging in Italië…) zelfs maar marginaal te wijten zijn aan de verspreiding van valse geruchten door autoritaire regimes.
Al meer dan een jaar wil de Amerikaanse pers verbeten, maar zonder een begin van bewijs aantonen dat de president van de Verenigde Staten zijn verkiezing te danken heeft aan door Vladimir Poetin verzonnen ‘fake news’. Mijnheer Macron lijkt door dezelfde soort obsessie bezeten.
In die mate dat hij hoopt deze te bezweren met een apparaat dat even nutteloos is als gevaarlijk. [...]
De rest leest u in juli zelf maar, lezer, want het bovenstaande valt nog net onder het citaatrecht, denk ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten