20 december 2018

Een alom verbreide misvatting rechtgezet


Toen Paris de gouden appel aan Aphrodite gaf, en niet aan Hera of Pallas Athene, deed hij dat omdat ze mooi was, niet omdat ze de mooiste was, zoals iedereen denkt en elke schooljongen vroeger leerde.
Filologie is onverbiddelijk, en in tegenstelling tot bijvoorbeeld politicologie en dergelijke een wetenschap, geen vrijblijvend geleuter: je kunt niet om het even wat beweren. In een voetnoot bij “Des Dieux et du Monde” van Saloustios (een vriend van Julianus de Afvallige) las ik:

Il ne semble pas que l’on doive « attendre » le superlatif, comme l’a pensé A.-D. Nock [de vertaler Gabriel Rochefort aanvaardt een conjectuur van deze Nock niet, die voorstelde een superlatief, een overtreffende trap te lezen, want dat gewone ‘mooi’ moest wel een vergissing van een kopiist zijn]. Il ne s’agit pas en effet qu’Aphrodite soit « la plus belle », mais il suffit qu’elle soit jugée « belle » pour recevoir le prix, ce qui implique que ses concurrentes soient d’une beauté indifférente ou banale, aux yeux du royal et séduisant arbitre.

Af en toe kijk je in die prachtige Budé-uitgaven ook eens op de rechterpagina, en daar staat dan inderdaad καλήν, een stellende trap, accusatief, vrouwelijk, enkelvoud. De vertaler Gabriel Rochefort volgt hier Karel van het Reve die meende: een vertaler moet vertalen wat er staat.

Maar mijn indruk is dat die stellende trap de zaken alleen maar erger maakt voor Hera en Pallas Athene, en ik kan dus begrijpen dat zij diep gegriefd waren.
______________
noot van 19 januari. De schitterende vertaling van Rein Ferwerda geeft: 'Paris vond Aphrodite mooi en gaf haar de appel.'

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html