Martialis troost onbegrepen dichters
. Moderne dichters hoor je wel eens klagen, of je leest het ergens dat ze hun producten niet aan de straatstenen kwijtraken. Terwijl zij nochtans heel doorvoeld dichten. Maar niet allemaal klagen ze gelukkig.
Bijvoorbeeld Jean Pierre Rawie klaagt niet, maar verklaart: ‘De ontoegankelijkheid van veel eigentijdse poëzie wordt veroorzaakt door de behoefte koste wat het kost origineel te willen zijn. Er zijn dichters die lijken te denken dat ze als ze wartaal uitkramen meer kans maken oorspronkelijk te zijn, maar dat is allerminst zeker, er is ook oneindig veel wartaal geschreven.’
En ja, Rawie zelf is een ouderwetse, stielvaardige, metrische, rijmende dichter. Mensen met slechte smaak zijn er met hopen, en juist zij lijken dingen als rijm en metrum op prijs te stellen. Kinderachtig, maar daar valt niets aan te doen. Vormvaste verzen onthouden zij namelijk beter, en vaak zijn dat wat oudere gedichten.
Maar laat dit onze misschien wat minder stielvaardige, rijm-, metrum- en interpunctieloze dichters niet tot wanhoop drijven. Zij moeten wat geduld oefenen: na hun dood zullen ze wellicht roem oogsten.
Moge volgend epigram van de helaas wél vormvaste Marcus Valerius Martialis (¿40?-104 p.Chr.n) hen hierbij een troost zijn. Hij beantwoordt een vraag van Regulus, een vriend van hem:
‘Hoe te verklaren dat roem aan levenden wordt geweigerd
en dat een lezer zelden zijn tijdgenoten waardeert?’
Regulus, dat zijn natuurlijk de manieren van doen van de afgunst,
die nu eenmaal wat oud is boven wat nieuw is verkiest.
Zo zoeken wij ondankbaar Pompeius’ oude schaduw,*
zo prijzen oude mannen de armzalige tempel van Catulus**
Ennius werd in Rome gelezen toen Vergilius leefde
en de dichter Homerus werd door zijn tijdgenoten bespot.***
Zelden hebben theaters geklapt voor een bekroonde Menander,****
Corinna was de enige die haar Naso heeft gekend,*****
Jullie, mijn kleine bundels, wees toch niet ongeduldig:
en dat een lezer zelden zijn tijdgenoten waardeert?’
Regulus, dat zijn natuurlijk de manieren van doen van de afgunst,
die nu eenmaal wat oud is boven wat nieuw is verkiest.
Zo zoeken wij ondankbaar Pompeius’ oude schaduw,*
zo prijzen oude mannen de armzalige tempel van Catulus**
Ennius werd in Rome gelezen toen Vergilius leefde
en de dichter Homerus werd door zijn tijdgenoten bespot.***
Zelden hebben theaters geklapt voor een bekroonde Menander,****
Corinna was de enige die haar Naso heeft gekend,*****
Jullie, mijn kleine bundels, wees toch niet ongeduldig:
als roem na de dood arriveert, heb ik volstrekt geen haast.
Martialis
Verzamelde epigrammen, Boek V,10
Vertaald, ingeleid en toegelicht door Piet Schrijvers
Athenaeum–Polak & Van Gennep
Amsterdam 2019
_________
* Zuilenhal uit de eerste eeuw v.Chr.
** Jupitertempel op het Capitool, door Catulus in 62 v.Chr. herbouwd na een brand.
*** In de oudheid verspreidden zich legendes over de zwerftochten en armoede van Homerus.
**** Slechts enkele van zijn talrijke komedies kregen een prijs.
***** Deze voorstelling over Ovidius’ onbekendheid als dichter wordt allerminst door Ovidius zelf bevestigd! Hij zegt wel dat Corinna’s identiteit alleen hem bekend was. D.R. Shackleton Bailey (vertaler voor de Loeb-editie) geeft: I suspect that M.’s memory played him false.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten