13 augustus 2021

Dat exotisme altijd...

 Velen eten graag af en toe vogelnestjessoep. Talrijker nog zijn diegenen die zweren bij tiramisu, als dessertje dan. Uit een exotische teljoor willen eten komt vaak voor. 

Nu las ik dat er bepaalde foto’s van de zoon van Joe Biden in omloop zijn geraakt. Die zoon had namelijk een Russisch hoertje gevisiteerd, en helaas werd die gebeurtenis op de gevoelige plaat vastgelegd.

Hier bij ons hadden wij eerder dat ongelukkige voorval met Alexander D.C. Weliswaar is Alexander niet daadwerkelijk tot visitatie kunnen overgaan bij zijn Italiaans-Tsjechische pornosterretje – hij is ante portas gebleven als ik goed heb begrepen, maar wel moest hij zijn spaarvarkentje stukslaan en met een stevige som over de brug komen. Alexander was onvoorzichtig geweest met sms’jes aan zijn adorata, en de ploeg van 11 miljoen moest daardoor enkele maanden wachten op een frisse regering.

Men kan hierbij de vraag stellen: vanwaar toch die zucht naar exotisme? Is er dan bij het eigen volk geen keuze te over? Waarom ook in dezen niet wat meer tous ensemble? En komt die drang naar exotisme ook bij vrouwen voor?

Minstens al sinds Leni Riefenstahl (onder meer bekend van de film Olympia, gemaakt in opdracht van het Internationaal Olympisch Comité) weten we dat het antwoord op die laatse vraag ‘ja’ luidt, want zij raakte gefascineerd door de gespierde lijven van de Nuba.


De dichter Martialis (geboren en gestorven in de Keltiberische stad Bilbilis) wist dat veel eerder al, en deed hierover zijn beklag: 

 


        Das Parthis, das Germanis, das, Caelia, Dacis
        nec Cilicum spernis Cappadocumque toros;
        et tibi de Pharia Memphiticus urbe fututor
        navigat, a rubris et niger Indus aquis;
        nec recutitorum fugis inguina Iudaeorum,
        nec te Sarmatico transit Alanus equo.
        qua ratione facis, cum sis Romana puella,
        quod Romana tibi mentula nulla placet?

Caelia, je geeft je aan Parthen, aan Germanen en Daciërs,
en van de Ciliciërs, Cappadociërs wijs je geen bed af.
Uit een Egyptische stad vaart een Memphitische neuker
naar je toe, uit de Rode Zee een donkere Indiër.
Je vlucht niet weg voor een avontuur met besneden Joden,
op zijn Sarmatisch paard rijdt geen Alaan jouw huisdeur voorbij.
Hoe kan het dan gebeuren dat jij, een meisje uit Rome,
geen waardering bezit voor een Romeinse pik?

Piet Schrijvers vertaalde alle epigrammen van Martialis bij Athenaeum, en bij sommige ervan geeft hij ook oudere voorbeelden van vertalingen. Die zijn een stuk politiek correcter dan de dichter zelf. Op de manier van die oude vertalers zouden zelfs onze deftige kranten kunnen berichten over Alexander:


Ghy laet u, Caelia, van Parthen, Duytschen, Russen

En Cappadociërs kussen.
Ghy laet Aegyptenaer noch geelen Indiaen
Noyt treurig buyten staen.
‘T aenkloppen is Alaen noch oock gevilde Joden
Tot uwent niet verboden.
Wat schijnt’er, Caelia, dat u een Roomsche Maegd
Geen Roomsch versoek behaegt.

Jeremias de Decker (1609-1666): Puntdichten


http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html