Een kwestie die we hier ongaarne behandelen is die van het onderwijs
dat achteruitboert. Laten we voor het gemak aannemen dat het kennisniveau van
de leerlingen weliswaar zakt, maar dan toch eerder in het Franstalige
landsdeel, en in het moederland Frankrijk zelf. En dan mogen ook wij Vlamingen de
lat elk jaar een paar centimeter lager leggen: ze ligt nog altijd behoorlijk hoog (hoor je soms, hangt een beetje van je bronnen af).
In Frankrijk kent men nationale examens. Het baccalaureaat, kortweg ‘le
bac’ is er zo een en tot voor dertig-veertig jaar stelde het nog iets
voor. Je moest bijvoorbeeld een dissertation over een gegeven onderwerp kunnen
schrijven.
Nu vraagt men dat niet meer, maar een opstelletje van
veertig regels nog wel.
Dit jaar was het: Le jeu est-il toujours ludique? Een
vraag als een andere en alvast grootmeester Jan-Hein Donner, die na een
verloren partij wel eens de aandrang voelde om zich bij wijze van kastijding
het mannelijk lid uit te rukken, had deze vraag zeker negatief beantwoord.
Helaas kwamen vele Franse leerlingetjes niet tot zulke
diepzinnige overwegingen, want wat lezen we? Face au mot «ludique», de
nombreux lycéens qui passaient ce mardi leur épreuve du bac de Français sont
restés pantois.
Ja, er zijn soms redenen om zorgelijk te kijken.