18 mei 2024

De taal efkes egaliseren

In Frankrijk is het erger met hun écriture inclusive, maar ook hier zien wij geregeld aanvallen op de taal. Veel woorden zijn tegenwoordig verboden, spelling is onbelangrijk en grammatica al helemaal uit den boze. Bijzonder delicaat zijn persoonlijke voornaamwoorden. Die moeten namelijk voldoen aan de LGBTQUERTY-normen. Hij-zij-hen enzovoort …je kunt alleen meeleven met iemand die tactvol en correct de winnaars van de laatste zeven Songfestivals probeert op te noemen. Hoe vlug is niet een misstap begaan! Want willen of niet: we worden meegezogen in een modern subtaaltje en subcultuurtje, en wie zich niet schikt naar de nieuwe directieven bewandelt het pad der zonde.

Nu zijn aanvallen op het taalgebruik niet iets nieuws. Heinrich Heine zag ze al in de jaren dertig van de negentiende eeuw. De accenten lagen toen nog anders maar de religieuze ijver van de censoren was dezelfde:

Ja, de maatschappij is van nature republikeins. Ze verafschuwt alle vorstelijkheid, geestelijk zowel als materieel. Meer dan men gewoonlijk beseft, ondersteunt dit laatste niet zelden het eerste. Wijzelf kwamen kort na de Julirevolutie tot dit besef, toen de geest van het republicanisme zich in alle sociale relaties manifesteerde. De lauwerkrans van een groot dichter was voor onze republikeinen net zo afschuwelijk als het purper van een grote koning. Ook wilden zij de intellectuele verschillen tussen mensen uitroeien, en omdat ze alle gedachten die op het grondgebied van de staat ontsproten als burgerlijk gemeenschapsbezit beschouwden, hadden ze geen andere keuze dan ook de gelijkheid van stijl te verordonneren. En inderdaad, goede stijl werd afgedaan als iets aristocratisch, en we hoorden vaak de bewering: “De ware democraat schrijft, net als het volk, ronduit simpel en slecht.” De meeste mannen in de beweging slaagden hier heel gemakkelijk in, maar niet iedereen schrijft slecht, vooral niet wie voorheen de gewoonte had om mooi te schrijven, en er werd meteen gezegd: “Dat is een aristocraat, een liefhebber van de vorm, een vriend van de kunst, een vijand van het volk.” Ze meenden dit zeker eerlijk, zoals de heilige Hiëronymus die zijn goede stijl als een zonde beschouwde en zichzelf hiervoor danig kastijdde.


Einleitung zum »Don Quixote« (1837)
in: Heinrich Heines Sämtliche Werke
herausgegeben von Prof. Dr. Ernst Elster, 1893
Kritisch durchgesehene und erläuterte Ausgabe
Siebenter Band, S. 311
Meyers Klassiker-Ausgaben, Leipzig und Wien

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html