20 mei 2024

Satan met Beëlzebub bestrijden?

   Je hand in het vuur steken voor iets dat je in de krant hebt gelezen is gedurfd, en als je zoals ik een artikel niet eens gelezen hebt –omdat het achter een betaalmuur zit– en enkel op een titel afgaat is het zelfs roekeloos, maar volgens het Nieuwsblad zegden Christophe Vekeman en Kristien Hemmerechts: “Het katholieke geloof is niet superieur, maar wel het ware geloof.”

Enigmatische uitspraak want van Dale zegt: Superieur, boven iets anders of het andere uitmuntend, het overtreffend.

Wát voor anders dan, een ander geloof? …dat niét het ware is? Als woorden nog een betekenis hebben, geachte Vekeman en Hemmerechts, dan is in dat geval het katholicisme juist wél superieur.

En Kristien moet ook gezegd hebben: “Weet je, ik ben al heel lang vegetariër en hoe langer je dat bent, hoe vreemder het wordt dat mensen vlees eten. Ik begin dat nu ook te hebben met atheïsten.” Laten we die uitspraak voor wat ze is: convertieten moeten zich bewijzen en zijn altijd de ijverigste gelovigen.

Maar wat mag toch de drijfveer zijn achter die bekeringen, en waarom pikken de media ze zo graag op? Is ze te vinden in maatschappelijke ontwikkelingen? Iedereen ziet natuurlijk dat een religie, zeker als zij de ware is, tot veel meer in staat is dan een lekenmoraal die het zonder eeuwigheidsaanspraken moet klaarspelen. Zo’n moraal kan geen rijstpap met zilveren lepeltjes beloven, laat staan zeventig of is het tweeënzeventig maagden.

La nature d'une civilisation, c'est ce qui s'agrège autour d'une religion. Wat zich rond een religie samenkoekt is het wezen van een beschaving, zei André Malraux.

Zélf atheïst zijn mag wel, maar met atheïsme alléén –nochtans een kind van het christendom– komen we er niet. Voor de goede orde in een maatschappij kun je niet buiten een religie om zullen onze voorbeeldige auteurs gedacht hebben, en zo leren ook de jezuïeten, en althans hierin trad hun vijand Voltaire hen bij (terecht, want daar is veel voor te zeggen). Hijzelf was een ongelovige hond, een kafir kunnen we nu beter zeggen, maar hij bouwde wel een kerk voor zijn dorpsgenoten en zag ook liever dat zijn huispersoneel katholiek was. 'Ze stelen dan minder' zou hij gezegd hebben, maar net als met krantenkoppen is het met Voltaire-citaten altijd uitkijken.

Nu iets ernstigs: hieronder geef ik een tekst van Heine waarin merkwaardige paralellen met de bovenstaande bekeringen te ontdekken vallen  en we lezen ook over de religie als opium, een beeld dat later Karl Marx overnam: 

“Van miserie katholiek worden” luidt een Duits spreekwoord waarvan de vervloekt diepe betekenis me nu pas duidelijk wordt. – Is niet het katholicisme de meest verlokkende bloesem van die doctrine van de wanhoop, waarvan de snelle verspreiding over de aarde niets minder dan een groot wonder lijkt als je bedenkt in welke erbarmelijke, pijnlijke toestand de hele Romeinse wereld wegkwijnde... Zoals een individu zich zielsbedroefd de aderen opende en toevlucht zocht in de dood, tegen de tirannie van de Caesars, zo wierp de grote menigte zich in de ascese, in de leer van versterving, in martelaarschap, in de hele zelfmoord van de Nazarener-religie, om de kwelling van het leven in die tijd van zich af te werpen en de beulsknechten van het heersende materialisme te trotseren...

   De hemel werd uitgevonden voor mensen aan wie de aarde niets meer te bieden heeft... Heil aan deze uitvinding! Heil aan een religie die een paar zoete, slaapverwekkende druppeltjes in de bittere kelk van de lijdende mensheid goot, geestelijk opium, een paar druppels liefde, hoop en geloof!

   Ludwig Börne

was, zoals ik in het eerste deel al zei, van nature een geboren christen,* en deze spiritualistische neiging moest wel naar het katholicisme overslaan toen de wanhopige republikeinen na de pijnlijkste nederlagen hun krachten samenbundelden met de katholieke partij. – In hoeverre is deze alliantie serieus? Dat kan ik niet zeggen. Sommige republikeinen zijn misschien echt van miserie katholiek geworden. Niettemin, in hun hart verafschuwen de meesten hun nieuwe bondgenoten, en er wordt komedie gespeeld aan beide kanten. Er is alleen de gemeenschappelijke vijand om tegen te vechten, en inderdaad, de combinatie van de twee fanatismen, religieus en politiek, is extreem bedreigend. Soms gebeurt het echter dat mensen zich verliezen in hun rol en het sluwe spel plompweg ernst wordt; zo zal menig republikein wel geflirt hebben met de katholieke symbolen totdat hij er uiteindelijk echt in geloofde, en menige lepe geestelijke zal wel de Marseillaise gezongen hebben totdat het zijn lievelingslied werd en hij de mis niet meer kon lezen zonder in de melodie van dit strijdlied te vervallen.**

    Wij arme Duitsers, die helaas geen grapjes verstaan, hebben de verbroedering van het republicanisme en het katholicisme heel serieus genomen, en deze vergissing kan ons op een dag duur komen te staan. Arme Duitse republikeinen, jullie die Satan met Beëlzebub willen uitbannen, als jullie in zo'n uitdrijving slagen, zullen jullie van de vurige regen in de vlammende drop komen! Ik kan niet begrijpen hoe sommige Duitse patriotten, om zich tegen protestantse regeringen te verzetten, gemene zaak maken met de katholieke partij.

_____________

  * Gemene spotternij: Juda Löb Baruch was natuurlijk een jood zoals Heine zelf. Beiden bekeerden zich noodgedwongen tot het protestantisme: 'mijn entreebiljet tot de Europese cultuur', zei Heine. Börne zei dan weer over Heine dat hij alleen maar geestig was: Im Dienste der Wahrheit genügt es nicht, Geist zu zeigen, man muß auch Mut zeigen. Hun vriendschap was al een tijd voorbij.
** Faites semblant de croire, et bientôt vous croirez, zong Brassens.

Ludwig Börne. eine Denkschrift. Viertes Buch (1840)
in: Heinrich Heines Sämtliche Werke
herausgegeben von Prof. Dr. Ernst Elster, 1893
Kritisch durchgesehene und erläuterte Ausgabe
Siebenter Band, S. 116
Meyers Klassiker-Ausgaben, Leipzig und Wien


Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html