'Manspreading' is geen alleenstaand probleem
Er bestaan landen waar vrouwen niet in het openbaar mogen praten, laat staan lachen of zingen, en waar zij haar aanminnige verschijning deels of geheel moeten verbergen. Onze Europese feministen huldigen hierbij een aloud en eerbaar standpunt: ‘s lands wijs, ‘s lands eer. Terecht, tenslotte hebben zij wel andere problemen aan het hoofd.
Zo kaartte een jaar of tien geleden de Klara-presentatrice Heleen Debruyne het probleem van de manspreading aan. In Humo was dat meen ik, of anders in De Morgen, of anders nog elders. Het begrip manspreading was een goede tien jaar eerder al verspreid door Amerikaanse feministen en vervolgens overgewaaid naar de Oude Wereld, maar ik was Heleen hiervoor wel dankbaar. Ik verkeerde toen immers nog in onwetendheid. Volslagen onbewust van deze misstand. En al praktiseerde ik de wijdbeensheid niet altijd en overal, helemáál onschuldig was ik ook niet.
Manspreading is helaas niet het enige probleem dat onze moderne, westerse feministen kopzorgen bezorgt. In Le Monde zag ik een mooi artikel van hun chroniqueuse 'Guillemette' Faure, die nog een andere degoutante kwestie aansneed.
Misschien zullen sommigen haar artikel als satire beschouwen, maar net als bij de senior writer van De Morgen lijkt me dat een miskenning van haar eerlijke verontwaardiging, en een overschatting van haar stilistisch vermogen.*
Ongegeneerd sturen veel vaders ostentatief hun poussette met één hand. De houding van deze ‘één-hand-duwers’ is verre van onbeduidend, en lijkt een vorm van afstand tot hun vaderschap aan te geven.
________________
Geen opmerkingen:
Een reactie posten