Een Turkse auteur over "dwanghuwelijken": ...de leergierige Patrick Dewael kan nu ook om raad vragen bij buurman Otto Schily.
Jullie tolerantie brengt ons in gevaar
Dwanghuwelijken als voorbeeld:
Waarom roodgroene „Islambegrijpers“ de situatie van moslimvrouwen enkel slechter maken
Essay van Necla Kelek
Hatin (Hatun) Sürücü werd 23 jaar geleden geboren als kind van een Turkse familie in Berlijn. De avond van 7 februari 2005 werd ze in Berlijn doodgeschoten. Ze was alleenstaande moeder van een jongen en bijna afgestudeerd als elektro-installateur. Het was een zelfbewuste, geëmancipeerde en geïntegreerde jonge vrouw. Moest Hatin Sürücü om die reden sterven?
Op haar vijftiende werd ze door haar ouders uitgehuwelijkt aan een neef in Istanbul. Bij Hatin ging het er wellicht net aan toe als in de gevallen die ik onderzocht heb: tijdens het schoolreces wordt het meisje met vakantie gestuurd naar verwanten in Turkije. De families hebben al een overeenkomst. In de islam is het huwelijk geen sacrament, maar een contract tussen twee families. Vaak wordt dit contract helemaal niet voor een ambtenaar van de burgerlijke stand afgesloten, maar enkel voor getuigen van de families. Dat is het zogenaamde imam-huwelijk dat vaak later pas, als de partners meerderjarig zijn, voor de staat gewettigd wordt. Elke zomer verdwijnen er honderden jonge Turkse meisjes uit Duitsland op die manier naar Turkije, tot nooit-meer-weerziens. Geen leraar, niemand van jeugdzaken, geen politieman die naar hen zoekt, niemand weet waar ze blijven.
Op haar zestiende had Hatin een zoon van haar neef in Turkije, maar ze verliet toch haar man en ging terug naar Berlijn. Ze legde haar hoofddoek af. Voortaan leefde ze alleen, met de steun van Jeugdzaken eerst in een home, dan in een eigen huis, maakte school af en ging een vakopleiding volgen.
Zulke vrouw is volgens de hadith, dat zijn de woorden en daden toegeschreven aan de profeet, verleidelijk en des duivels. Haar louter bestaan is een bedreiging, een bekoring voor de mannen. De man is volgens deze leer een driftmatig wezen dat voor de vrouw moet worden afgeschermd – het best door de vrouw in een huis of onder een hoofddoek te verbergen. “Vriendschap tussen een man en een vrouw is in de islam verboden”, staat er in een richtlijn voor moslims in Duitsland. De echt is derhalve de enig passende levenswijze voor een aan god welgevallig bestaan. En elke vrouw moet rein blijven, gevrijwaard van mannelijke blikken, in het bijzonder die der ongelovigen. Contact met de onreine – want onbesneden, want varkensvlees etende, alcohol drinkende en ongelovige – Duitsers zou haar onrein maken en de eer van de familie bezoedelen. Waar de islamitisch-turks-koerdische cultuur overheerst, daar behoort een mens niet aan zichzelf toe. Islam betekent letterlijk vertaald “overgave” of ook “onderwerping”.
Ik wil me afzetten tegen de in deze context vaak gebruikte term “eremoord”. Hij suggereert dat die daad een culturele achtergrond heeft. Daardoor komt het ook dat menige Duitse rechter zelfs een strafvermindering inwilligt bij “cultuurgebonden feiten”, zoals onlangs nog in Bremen, toen de Koerdische beulen van een jong paartje enkel werden bestraft voor doodslag.
Door hun geschiedenis bepaald, hebben de Duitsers een panische angst om voor racisten of voor vijanden van immigranten door te gaan. Ze zouden alles doen om migranten en hun cultuur “te begrijpen”. Daar is niets mis mee, maar het is niet bij begrip gebleven: dat begrip is veeleer tot een groot onbegrip geworden. Dat misverstand heeft er toe geleid dat men het islamisme is gaan accepteren, dat men tegenover vrouwendiscriminatie tolerant ging staan. En tot dit misverstand behoort ook het multiculturalisme zoals het door fracties van de roodgroene coalitie wordt voorgestaan en bedreven.
Elk jaar komen er ongeveer 20 000 Turkse migranten naar Duitsland. De meesten als gevolg van familiehereniging. De vrouwen die voor een huwelijk naar Duitsland komen, noemt men in het Turks “importgelin”, importbruiden. Ik heb met meer dan 50 van deze vrouwen gesproken. Geen van hen had haar man zelf gekozen, en evenmin hadden zij de keuze om helemaal niet te trouwen. De typische importbruid is net 18, ze komt uit een dorp, en heeft in vier of zes jaar gebrekkig leren lezen en schrijven. Ze wordt door haar ouders uitgehuwelijkt aan een haar onbekende Turkse man, mogelijk een neef. In enkele gevallen heeft de familie van de bruidegom een bruidschat betaald, bij anderen volstaat uitzicht op emigratie naar Duitsland als betaling. De vrouw komt na het huwelijk in Turkije in een Duitse stad, in een Turkse familie. Ze leeft uitsluitend binnen deze familie en heeft geen contact met mensen buiten de Turkse gemeenschap. Ze kent noch de stad, noch het land waar ze leeft. “Ik ben niet naar Duitsland gekomen”, zei me een bruid, “maar naar een familie”.
De “gelin”, de bruid, spreekt geen Duits, kent haar rechten niet en weet ook niet tot wie zij zich in haar nood zou kunnen wenden. De eerste tijd is ze totaal afhankelijk van een familie die haar vreemd is, want ze heeft geen eigen verblijfsvergunning. Ze zal dus moeten doen wat haar man en haar schoonmoeder van haar verlangen – anders wordt ze teruggestuurd, wat de sociale of echte dood zou betekenen. Spoedig heeft ze een of twee kinderen. Zonder kinderen is ze niets waard en wordt verstoten. Met de kinderen zal ze Turks spreken en hen opvoeden zoals zijzelf is opgevoed, volgens de islamtraditie. Ze zal in Duitsland leven, zonder ooit echt in Duitsland te zijn gearriveerd.
Volgens onderzoek van het Bondsministerie voor het Gezin wordt minstens één op de twee Turkse vrouwen uitgehuwelijkt, zoals hier geschetst. Het betreft elk jaar dus vele duizenden gevallen. Het gaat hier om vaste onderdelen van een praktijk die in de traditionele Turks-islamitische maatschappij gebruikelijk is. De jongste importbruid is elf. Die zaak ging niet door omdat het paar zich bij de Burgerlijke Stand van Düsseldorf wilde aanmelden. De officier van Justitie gaat nu na of hun kinderhuwelijk ook bij ons geldig is, want het werd rechtsgeldig in Thrakië afgesloten, volgens islamitisch recht uit 1914 (zie ook Welt van 25 februari).
De praktijk om importbruiden naar Duitsland te halen is een van de wezenlijke oorzaken van het feit dat de integratie van de Turken in Duitsland faalt, en dat anderzijds de parallelle moslimgemeenschappen zo schitterend gedijen.
Ik juich het toe dat tegenwoordig de SPD en de Grüne de constituerende elementen van het “gedwongen huwelijk” in het Strafwetboek wensen op te nemen, als zijnde een zware en ongeoorloofde dwang. Ik juich het initiatief toe van de regering van Baden-Württemberg, om het gedwongen huwelijk als een afzonderlijk misdrijf in te voeren. Maar de zaken die ik daareven heb geschetst zullen maar ten dele onder deze wetten vallen. Het pad tussen het “dwanghuwelijk”, afgedwongen dus, en het gearrangeerde huwelijk is smal. Stemt een meisje in een huwelijk toe, als ze enkel zwijgt of weent bij een huwelijksvoorstel van haar ouders? Of moet ze bij niet-akkoord roepen en tieren vooraleer het als dwanghuwelijk kan gelden?[*] In geen van beide gevallen kan zijzelf haar partner, of haar levenswijze kiezen.
Bijgevolg lijken de wetswijzigingen, zoals ze nu in Duitsland zijn opgezet, iets weg te hebben van een alibi want je kunt je nauwelijks voorstellen dat een dochter die in gehoorzaamheid is opgevoed haar moeder of vader zou aangeven. Wij moeten het probleem grondiger te lijf gaan. Daartoe heb ik in mijn boek enkele aanbevelingen gedaan.
Ik sta gunstig tegenover de nieuwe wet op de inwijking, die elke immigrant verplicht om Duits te leren, en die hem de mogelijkheid biedt om kennis te nemen van zijn rechten in onze democratie. Een civiele maatschappij leeft niet van verbodsbepalingen, maar van normen en waarden waarrond de samenleving een consensus heeft bereikt. Het zijn ook niet in de eerste plaats verbodsbepalingen die de dwanghuwelijken en gearrangeerde huwelijken zullen verhinderen; het is eerder zo dat die pas dan niet meer zullen voorkomen, als het voor iedereen duidelijk is dat onze samenleving ze niet accepteert.
Deze politieke wil moet dan ook in duidelijke maatregelen tot uitdrukking komen. Wij moeten de zwaksten in deze maatschappij beschermen. Hier zijn dat de importbruiden en de vrouwen die zulke familiestructuren achter zich wensen te laten. Maar we moeten ook het debat over onze maatschappij aangaan. Ik zou de wens willen uitspreken dat wij Duitse, en van origine Turkse democraten in dit land, met meer zelfbewustzijn de verworvenheden van onze Republiek zouden verdedigen.
De moord op Hatin moet niet enkel tot een strenge vervolging der daders voeren, maar ook tot een debat. Discriminatie van vrouwen en geweld tegen hen – om welke culturele of religieuze reden ook – , miskenning van onze Grondwet en Wet, een verachtend discours over onze vrijheid vanwege de apostelen der orthodoxe islam-moraal, kunnen door onze democratische samenleving niet worden geduld, en behoren bijgevolg vogelvrij te worden verklaard. En wij – daarmee bedoel ik elkeen die zich voor deze democratie verantwoordelijk voelt – moeten jonge vrouwen als Hatin beschermen. Zij hebben recht op onze bescherming.
[*] Ik vermoed dat Etienne Vermeersch, conform zijn advies inzake gedwongen uitwijzing, het onrechtvaardig zou vinden als enkel de schreeuwers op onze solidariteit konden rekenen. [mv]
Necla Kelek schreef het boek: "Die fremde Braut. Ein Bericht aus dem Inneren des türkischen Lebens in Deutschland" (Kiepenheuer und Witsch), dat vrijdag in Berlijn is voorgesteld door Otto Schily, Bondsminister voor Binnenlandse Zaken.
"Le Monde" berichtte pas op 8 maart over deze moord, maar had een goed artikel: ik vermoed nu dat nog binnen de week ook de Belgische kranten lucht zullen krijgen van deze affaire?
[...] Le meurtre de Hatun Sürücü a aussi mis en lumière le "continent noir" que constituent les mariages forcés – "50% de tous les mariages dans la communauté turque", estime Necla Kelek, une universitaire, auteure d'un livre sur la question – et les "crimes d'honneur" qui en sont parfois la conséquence.
Alors qu'aucune statistique fiable ne permet de mesurer l'ampleur réelle du phénomène, une avocate d'origine turque, interrogée par le quotidien Berliner Zeitung, estime que le chiffre des crimes "augmente". Marius Fiedler, chef de la prison pour jeunes de Plötzensee, établissement qui recueille les adolescents impliqués dans de tels crimes, évalue leur nombre à cinq depuis octobre 2004 ; d'autres parlent de six, voire, comme la chaîne de télévision ARD dans une récente enquête, de dix depuis l'été 2004.
Selon les animateurs de Papatya, programme du gouvernement de Berlin qui vient en aide aux jeunes filles et aux femmes immigrées en difficulté avec leur famille, il y aurait eu en Allemagne, depuis 1996, 46 "crimes d'honneur".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten