Apenrechten en Mensenrechten
.
In Spaanse kranten stond het bericht dat een volksvertegenwoordiger aan sommige apensoorten mensenrechten wilde toekennen. Dat idee werd overal weggelachen, en intussen werd het genuanceerd, maar ik meen dat er voor het oorspronkelijk voorstel wel iets te zeggen viel. Tenminste als men het begrip mensenrechten op zijn waarde bekijkt, zoals Galiani dat in de XVIIIe E. al deed.
Trouwens ook de dichter Heinrich Heine zou het voorstel niet zomaar hebben weggelachen. In zijn Memoiren (1855-56) vergelijkt hij terloops apen en mensen, en laatstgenoemden komen er bekaaid af.
Ik vertaal een fragmentje en situeer even: Heine heeft het eerst nog over het soort van Duits dat er in zijn geboortestad Düsseldorf gesproken werd, en hij vergelijkt het met het mooie Duits van Hannover, de geboortestad van zijn vader. Al vond Düsseldorf nog enige genade want het was vooral in Keulen dat ze afschuwelijk praatten. Keulenaren hadden een tongval die klonk als rotte eieren. En ook wij Nederlandssprekenden komen goed aan onze trekken:
Je kunt in de uitspraak van de Düsseldorfers al een overgang bemerken naar het kikvorsgekwaak van de Hollandse moerasgronden. Om de dooie dood wil ik hier de merkwaardige schoonheden van de Hollandse taal niet ontkennen, alleen moet ik toegeven dat mijn oren er niet naar staan. En laat het dan waar zijn dat onze eigen Duitse taal enkel een bedorven Hollands is, zoals patriottische linguïsten in Nederland wel hebben beweerd; onmogelijk is dat niet.
Het doet mij wel denken aan de bewering van een kosmopolitische zoöloog, die de apen tot voorouders van het mensengeslacht verklaart; naar zijn mening zijn de mensen alleen maar ontwikkelde apen – overontwikkeld. Als nu de apen spreken konden, dan zouden zij wellicht beweren dat mensen alleen maar ontaarde apen zijn, dat het Mensdom een bedorven Apendom is, juist zoals de Hollanders menen dat de Duitse taal eigenlijk een bedorven Hollands is.
[In een ander geschrift, Gedanken und Einfälle, zei H. eerder: Die Affen sehen auf die Menschen herab wie auf eine Entartung ihrer Rasse, so wie die Holländer das Deutsche für verdorbenes Holländisch erklären. De bewering van die Hollandse linguïsten zat hem nogal dwars.]Ik zeg: “als de apen spreken konden”, al ben ik van dat onvermogen tot spreken niet echt overtuigd. De negers in Senegal verzekeren bij hoog en bij laag dat apen mensen zijn – juist zoals wij, maar dan slimmer want zij onthouden zich van het spreken om niet als mensen herkend te worden en vervolgens tot werken gedwongen. Hun potsierlijke apenstreken zijn gewoon leepheid, waarmee ze bij de machthebbers van deze aarde ongeschikt willen schijnen om net zoals wij uitgebuit te worden.
Dat zij zomaar van alle ijdelheid zouden afzien, en een woordeloos INCOGNITO volhouden, en zich onderwijl misschien vrolijk maken over onze simpelheid: dat zou mij een heilig ontzag inboezemen voor deze mensen. Zij leven in vrijheid in hun wouden en verzaken nooit aan hun ware natuur. Met recht mogen zij beweren dat de mens enkel een ontaarde aap is.
Waarschijnlijk hadden onze voorzaten in de achttiende eeuw al zo’n vermoeden. Zij voelden instinctmatig aan dat heel die schijnheilige overbeschaving van ons enkel een geverniste vuilnis was, en dat het hoog tijd was om terug te keren naar de natuur. Daarom probeerden zij om opnieuw dichter bij ons oertype te komen – het natuurlijke apendom. Ze deden er alles aan, en toen er uiteindelijk alleen nog een staart ontbrak om helemaal aap te zijn, vingen zij dat gemis op door de haarvlecht. Zo beschouwd is die vlechtenmode een betekenisvol symptoom van een ernstig gemis en niet zomaar een frivool spelletje – –
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten