Een Vlaamse gaai met pauwenveren
.
Marc Reynebeau moet ieders bewondering afdwingen. Elke dag wel staat er in de kwaliteitskrant een kolommetje van hem, of een volle pagina, soms twee. Een sterveling vraagt zich af waar die man zijn inspiratie blijft halen. Natuurlijk: zoals elke vogel, zingt ook hij zoals hij gebekt is, maar het aantal variaties dat hij weet te verzinnen op enkele luttele deuntjes verbaast gewoon. Zijn meest bekende liedje is misschien wel dat van de Identiteit. En onvermijdelijk overkomt het ook hem eens –het gebeurt niet vaak maar het gebeurt– dat zijn gezang wat schor gaat klinken. Een enkele keer is er zelfs een valse noot. Luisteren we even naar de laatste suskewiet van hem:
Het mag politiek dan wel een centraal thema zijn geworden, het blijft tobben over wat 'identiteit' nu precies betekent. En helaas, de zelfverklaarde spokenjager Kevin Absillis (DS 28 februari) zal toch wat beter zijn huiswerk moeten maken wanneer hij zich in dat debat mengt. […] Absillis [heeft] kennelijk geen benul van de moderne discussies over identiteit en natievorming. Voorts denk ik […] dat identiteiten vloeibaar, contingent en gelaagd zijn. Ik mag me, wat dat laatste betreft, de tevreden uitvinder van het begrip 'lasagne-identiteit' noemen.
Over vloeibaarheid, contingentie en gelaagdheid zullen we in een volgend blog Finkielkraut aan het woord laten, maar nu even gesproken over dat vaderschap. Altijd een heikele kwestie.
De term 'lasagne-identiteit' is zijn kind, vertelt ons Marc Reynebeau fier, maar dat is een fabeltje. Inderdaad gebruikte hij die term in 2005 in De Standaard. Maar eerder niet, zoals ik hier toen ook heb geschreven.
De term 'lasagne-identiteit' is zijn kind, vertelt ons Marc Reynebeau fier, maar dat is een fabeltje. Inderdaad gebruikte hij die term in 2005 in De Standaard. Maar eerder niet, zoals ik hier toen ook heb geschreven.
Matthias Storme, de jurist, gebruikte dat beeld echter al in de vorige eeuw, en hij vertelt ons ook waar: “…in mijn toespraak op 11 november 1999 in Antwerpen die in 2000 gepubliceerd werd onder de titel “Geworteld en gelaagd.”
Storme verwees toen naar de historica Anne Morelli die in 1995, of misschien eerder al, een gelijkaardig beeld had gebruikt: “L'identité pourrait ressembler à une pâte feuilletée.”
Een zin uit Storme zijn toespraak: “Zoals ik verder zal uiteenzetten sluit dit geen gelaagde identiteit uit, en met een knipoog naar het bladerdeeg van Anne Morelli mag U mij dan ook als een lasagne-nationalist beschouwen.”
Later diste hij diezelfde lasagne nog een paar keer op ...en toevallig ook in een Rondas-uitzending begin 2005, dus kort voor de uitvinding van Reynebeau.
En zeker, net zoals het warme water en het buskruit kan ook de lasagne opnieuw zijn uitgevonden, maar misschien besluiten we toch beter met een echt fabeltje:
Le Geai paré des plumes du Paon
Un paon muait: un geai prit son plumage;
. . Puis après se l'accommoda;
Puis parmi d'autres paons tout fier se panada,
. . Croyant être un beau personnage.
Quelqu'un le reconnut: il se vit bafoué,
. . Berné, sifflé, moqué, joué,
Et par messieurs les paons plumé d'étrange sorte;
Même vers ses pareils s'étant réfugié,
. . Il fut par eux mis à la porte.
Il est assez de geais à deux pieds comme lui,
Qui se parent souvent des dépouilles d'autrui,
. . Et que l'on nomme plagiaires.
Je m'en tais, et ne veux leur causer nul ennui:
. . Ce ne sont pas là mes affaires.
.
10 opmerkingen:
Of om de 'uitvinderstrots' van Reynebeau me een andere 'beau', nl. die van Comtesse de Beausacq te citeren: "De trots is het enige geneesmiddel tegen het lijden der eigenliefde."
Ik bedenk mij nu dat Eric Defoort dat begrip 'lasagne-identiteit' ook gebruikt in zijn 'Het klauwen van de historicus. Sfumato'. Zeker ben ik er niet van; kan het ook niet opzoeken. Al m'n boeken zijn ingepakt in dozen, wachtend op m'n verhuis volgende week.
Karl
Karl,
Dat klopt.
Brecht.
Waar hebt u die Franse vertaling naar Aesopus aangetroffen?
@ Krafft: zelf gemaakt!
'Imitation is the sincerest form of flattery', en het is dus wel fijn te mogen vaststellen dat Reynebau Matthias Storme zoveel bewondering toedraagt ;-)
LIVRE V, FABLE IX
sorry, LIVRE IV
Even erg en storend vind ik de dédain waarmee Reynebeau over Kevin Absillis schrijft.
M.Vergotte
@ M. Vergotte: ja, dat taaltje van Reynebeau is tegelijk schandelijk en meelijwekkend. Ik noemde zijn gezang alleen maar'schor', omdat het understatement zo'n fijn wapen is. Maar met zijn "vaderschap" is R. helemaal ridicuul, want ik geloof dat hij dat in zijn onschuldige verwaandheid nog meent ook.
Een reactie posten