24 mei 2013

Vrezen of versmaden ?


Journalisten en politici gebruiken dagelijks de term “islamofobie”. Zij vinden hem heel nuttig en hanteerbaar. Maar hem eens netjes definiëren, dat doen ze nooit. De term dekt willekeurig veel ladingen. Zoveel zelfs dat de vraag naar een definitie op zich al een symptoom van islamofobie zou kunnen zijn.

Nochtans, wie graag wil weten waar dit merkwaardige neologisme vandaan komt, of wie het begrip ooit gelanceerd heeft en waarom, die kan zonder veel moeite de geschiedenis ervan natrekken. Voor veertien dagen stond in Doorbraak al een aanzet daartoe: Mijnheer Vermeersch zevert.

De term weerstaat slecht aan analyse, zoveel is duidelijk. Om te beginnen aan taalkundige analyse niet, en nog slechter aan inhoudelijke analyse. “Islamofobie” wordt altijd in moreel afkeurende zin gebruikt, maar een fobie is een ziekteverschijnsel en moreel gesproken is een ziekte niet verwerpelijk.

Nu kun je zeggen: als het kind maar een naam heeft. Maar dan moet je minimaal toch weten over welk kind je het hebt. Eenzelfde naam voor een hoop kinderen schept verwarring.

Met het oog op intellectuele zindelijkheid zouden de journalisten en politici beter een ander woord in gebruik nemen, en ik wil voorstellen: islamospernie. Hier geen Griekse uitgang zoals “fobie”, maar een Latijnse, afkomstig van het werkwoord “spernere”: versmaden, afwijzen, verwerpen, geringschatten. Meteen is de morele afkeuring in de term zelf dan inbegrepen. 

Hij zou bijvoorbeeld goed toepasbaar zijn op Gustave Flaubert die in 1878 in een brief aan madame Roger des Genettes schreef dat hij “in naam van de Mensheid” graag zou zien dat de zwarte steen van Mekka vergruizeld, en het graf van Mohammed geschonden werd. “Op die manier zou men het Fanatisme kunnen ontmoedigen”, besloot hij.

Klaarblijkelijk vergat Flaubert dat Mohammed, gezeten op zijn paard ten hemel is opgenomen, en het paard zelf ook trouwens (al stierf hij daarna ook nog eens voor echt, gewoon in zijn bed, en bestaat er dus ook een graf).
Gustave was zo te zien niet bang van de islam, maar van iemand die niet geïnteresseerd is in de historische feiten rond deze leer kun je in elk geval zeggen dat hij blijk geeft van islamospernie.

Toch zou het jammer zijn, mocht de term “islamofobie” totaal verdwijnen. In beperkte zin blijft hij bruikbaar, bijvoorbeeld voor mensen die heel bang zijn voor het woord “islam” zelf.
David Cameron, met zijn “sickening individuals”, of Rik Coolsaet, met zijn ontkenning van het bestaan van al Qaeda, of zelfs Ruth Joos die laatst donderdag op Radio1 in een gesprek van bijna tien minuten over de islamitische moordaanslag in Londen over alles en nog wat kwetterde en zuchtte en babbelde, maar het woord “islam” angstvallig heeft kunnen vermijden.

Drie duidelijke gevallen van islamofobie.


Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html