“Islamofobie” bestaat binnenkort 10 jaar
Het wordt steeds moeilijker om een antwoord geven op de vraag wat nu de allerdomste, of de meest onbeschofte zin is die ooit uit de mond van Bert-A van de sp.a is gekomen. Muzikanten zullen hem misschien kwalijk nemen dat hij niet weet hoeveel mensen er in een kwintet zitten, maar dat is nog tot daaraan toe. Anderen zullen opmerken dat hij als enige de roman “De Nachten” van Gerard Reve kent, maar ook dat is niet erg. Niemand kan alles weten, en niet iedere kop bevat precies evenveel. “Il faut de tout pour faire un monde”, zegt de Fransman. “God moet zijn getal hebben”, zeggen wij.
Maar een zin als: “Mijnheer Vermeersch, je doet, je doet aan euh, euh kom, ge zijt aan het zeveren, ge zijt ónvoorstelbaar aan het zeveren”, is van een heel andere orde. Hier is het geen kwestie meer van verstand of gebrek aan verstand. Hier gaat het over beschaving.
Te zijner verontschuldiging: Bert-A zat in zijn tv-gesprek met Etienne Vermeersch enigszins in de nesten, want hij wilde het over “islamofobie” hebben maar kon die term niet duidelijk uitgelegd krijgen.
Toch vond Bert-A dat de professor zelf aardig in de buurt kwam van zijn intuïtieve begrip:
Bert-A: Ja maar, chô, nogmaals, het is niet aan mij om te gaan bepalen of mijnheer Vermeersch islamofoob is, ik heb het gevoel dat hij alles doet om islamofoob over te komen.
Prof. Vermeersch: Nee.
Bert-A: U doet er alles aan, jawel, jawel, u doet er alles aan, jawel. […] Je hebt een hemels genoegen om mensen te kwetsen.
Prof. Vermeersch: De islam is geen mens, maar een systeem.
Nu is een definitie van “islamofobie” helemaal niet zo moeilijk te vinden, en alvast een doctorandus mag daartoe in staat worden geacht zelfs als het een doctorandus is die de vormen “jij”, “gij” en “u” niet uit elkaar weet te houden.
Laten we hem even helpen, en bijna tien jaar in de tijd teruggaan.
In 2004 was Turkije gastheer van de 31ste zitting van de Islamitische Conferentie der Ministers van Buitenlandse Zaken, en daar kreeg het begrip “islamofobie” een soort definitie. Deze conferentie van 53 landen, waaronder enkele van de meest wrede dictaturen op aarde, vond dat het begrip “mensenrechten”, zoals bijvoorbeeld de UNO dit hanteert, ondergeschikt moest blijven aan de sharia, die immers van goddelijke oorsprong is. Gastheer Recep Tayyip Erdoğan zei bij deze gelegenheid dat de sharia een “waardevolle verrijking” was voor het begrip mensenrechten, en hij steunde dus een resolutie waarin de EU als “islamofoob” veroordeeld werd omdat de EU de steniging verwerpt. Dat was beledigend voor de islam, een duidelijk geval van “islamofobie”.
Nu goed, dat weet Bert-A allemaal niet, want ik neem aan dat ook hij de steniging hier niet ingevoerd wil zien. Misschien leert onze man wel iets uit de volgende paragrafen, geschreven door de geleerde broer van Gerard Reve, Karel.
In 1990 bestond de term “islamofobie” nog niet, maar wat Karel van het Reve toen schreef, zou daar nu zeker onder vallen:
Stel iemand zegt of schrijft iets smalends en lasterlijks over Neptunus? Of over Tiberius? Tiberius is na zijn dood tot god verklaard. Caligula al tijdens zijn leven. Moet daarom het uitgeven van Tacitus en Suetonius verboden worden door de rechter?
In Dantes Inferno (XXVIII, 22sqq.) wordt Mohammed telkens opnieuw van kop tot kont door een zwaard gespleten, zodat zijn darmen ('l triste sacco/che merda fa di quel che se trangugia': de treurige zak die poep maakt van wat hij opslokt) uit zijn lijf hangen. Smalende laster zou ik zeggen. Moeten wij er nu begrip voor hebben als Dantes graf in Ravenna door gekwetste volgelingen van de profeet verwoest wordt? […]
Dat mensen goden en profeten willen aanbidden, al dan niet met gebruik van afgodsbeelden, is hun zaak. Maar anderen moeten de volle vrijheid hebben om daar smalende en lasterlijke opmerkingen over te maken. Natuurlijk is het onaardig om voortdurend gelovigen te pesten, en het is redelijk om iemands lichtgeraaktheid te ontzien, of het nu zijn gedichten, zijn moeder, zijn god, zijn inkomen of zijn oorlogsverleden betreft – maar je mening moet je kunnen zeggen, ook op smalende toon, lichtgeraaktheid of niet.
2 opmerkingen:
Heeft het woord 'doctorandus' een andere betekenis in het Zuidnederlands? Ik woon zelf al enige jaren in het buitenland, dus mogelijk ben ik niet meer mee met de ontwikkelingen die het Nederlands heeft ondergaan. Maar met zekerheid kan ik zeggen dat ik vroeger de titel 'drs.' uitsluitend ben tegengekomen als de Nederlandse tegenhanger van het Belgische liceniaatsdiploma.
De onlineversie van Van Dale lijkt me dat te bevestigen.
doctorandus doc•to•ran•dus/dɔktorɑndʏs/
zelfstandig naamwoord; de (m); meervoud: doctorandi, doctorandussen
(1790) middeleeuws Latijn (doctor moetende worden, hij die doctor moet worden)
1. (in het Nederlandse universitaire onderwijssysteem van voor 2002) iem. die het doctoraal examen heeft gedaan en dus tot de promotie is toegelaten vrouw: doctoranda
2. promovendus in het Belgische universitaire systeem vrouw: doctoranda
Een reactie posten