Wat te verkiezen, de stad of het land?
Houellebecq heb ik op enkele korte stukken na niet gelezen, maar door zijn toedoen nam ik toch Joris-Karl Huysmans (1848-1907) ter hand. Die halve Hollander schrijft op een manier die je eigen misantropie, mocht die aanwezig zijn, sterk kan relativeren.
Iedereen kent het klassieke gedicht van de echte Hollander Jakobus Cornelis Bloem, anderhalve generatie na Huysmans, waarin hij de stad – Amsterdam in dit geval – verheerlijkt en de natuur tussen haakjes plaatst. Hij schrijft het zo mooi dat het hier moet staan – daarna komt ook Huysmans beter tot zijn recht:
De Dapperstraat
Domweg gelukkig in de Dapperstraat.
[...] cette honte du goût moderne, la rue; ces boulevards sur lesquels végètent des arbres orthopédiquement corsetés de fer et comprimés par les bandagistes des Ponts et Chaussées, dans des roues de fonte; ces chaussées secouées par d’énormes omnibus et par des voitures de réclame ignobles; ces trottoirs remplis d’une hideuse foule en quête d’argent, de femmes dégradées par les gésines, abêties par d’affreux négoces, d’hommes lisant des journaux infâmes ou songeant à des fornications et à des dols le long de boutiques d’où les épient pour les dépouiller, les forbans patentés des commerces et des banques […].
Hij, anders dan Bloem, moet de stad uit: fuyant dans les au-delà, planant dans le rêve, loin des excrémentielles idées, secrétées par tout un peuple.
Ongetwijfeld zal de natuur hem een troost zijn? bijvoorbeeld in een villa of landhuisje dicht bij een vaart of een bos? Of anders de kunst, een mooi natuurschilderijtje misschien?
La nature a fait son temps; elle a définitivement lassé, par la dégoûtante uniformité de ses paysages et de ses ciels […] quel monotone magasin de prairies et d’arbres, quelle banale agence de montagnes et de mers! (À Rebours, 1884)
Zulke dingen lezen doet een mens deugd aan het hart. Chesterton had gelijk: ‘Unfortunately, good temper is sometimes more irritating than bad temper.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten