1 september 2016

Eerste dag van het schooljaar


Heb vandaag al geleerd, en het is nog maar middag, dat FLIK waarschijnlijk een vroeg zestiende-eeuws Duits woord is.

Bij van Dale staat dat wij – de Vlamingen, niet de Nederlanders – het woord hebben van de Fransen, en dat klopt natuurlijk. “Politieagent” is overigens pas de vierde betekenis:
1flik : (geen afbreking) zelfstandig naamwoord; de (m); meervoud: flikken (gewestelijk).
1. slag  •een flik om zijn oren
2. uitgestoken stuk veen

2flik : de (m); g.mv. (1684 ‘spel kaarten’) vermoedelijk klankschilderend (Bargoens). 
1. krant
2. stel kaarten
3. taal  •gekke flik

3flik : de (m); meervoud: flikken; (meestal verkleinvorm) genoemd naar Caspar Flick, een 18e-eeuwse fabrikant.
1. klein rond chocolaatje met een platte en een bolle zijde

4flik : de (m); meervoud: flikken (na 1950) ontleend aan Frans flic.
1. (Belgisch-Nederlands, spreektaal) politieagent, smeris

In de onvolprezen ATILF (Analyse et Traitement Informatique de Langue Française), gaat men iets verder terug:


Prononc. : [flik]. Étymol. et Hist. [1828 « agent de police » ds ESN.]; 1836 flique (Parent-Duchâtelet, De la prostitution dans la ville de Paris, I, 137 ds Fr. mod. t. 15, p. 199); 1856 flic (Michel). Prob. empr. à l'arg. des malfaiteurs all. où flick est attesté dès 1510 au sens de « jeune homme, garçon » (cf. FEW t. 15, 2, p. 143a et F. KLUGE, Rotwelsch; Quellen und Wortschatz der Gaunersprache und der verwandten Geheimsprachen p. 53, 76, 79 et passim).

Verwijzingen naar Le Robert (zes delen van elk een kleine duizend bladzijden) vind je niet op Atilf, misschien een kwestie van auteursrechten, maar in dit geval is dat niet erg want in deel drie lezen we enkel dit:


Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html