Spreekwoorden bevatten altijd een waarheid
Ἀπελλῆς, Appelles van Kos, was de grootste schilder van de
oudheid. Hij stond erom bekend dat hij zo natuurgetrouw werkte dat de vogels
aan zijn geschilderde bessentrossen kwamen pikken. Alexander de Grote liet zich
uitsluitend door hem portretteren. Ook diens mooiste maîtresse mocht Appelles schilderen,
en zoals dat dat gaat: hij werd verliefd op zijn onderwerp. Alexander toonde
zich niet kinderachtig, en uit dankbaarheid voor alle mooie portretten schonk
hij hem deze maîtresse.
Goed, maar op een dag werd Appelles toch terechtgewezen door een
schoenmaker, die hem opmerkte dat er iets mis was met een sandaal op een van
zijn schilderijen, er ontbrak een vetergaatje. Appelles corrigeerde dat meteen,
maar nu werd de schoenmaker overmoedig, en begon ook opmerkingen te
maken over andere details. Daar kreeg onze schilder het van op de heupen en –
de Griekse woorden hebben we niet meer, maar volgens Plinius de Oudere heeft
hij toen gezegd “ne supra crepidam sutor iudicaret” – een schoenmaker kan beter enkel
over sandalen oordelen – en Plinius voegde nog toe dat deze vermaning spreekwoordelijk
was geworden: quod et ipsum in proverbium. Inderdaad zeggen wij nu nog “schoenmaker
blijf bij uw leest”.
Ik moest hieraan denken toen ik vanmorgen een
artikeltje zag in Knack, dat over een schoenmaker ging die ook over veel
dingen spreekt, Wouter Torfs namelijk.
Dat artikeltje was niet ondertekend, en
terecht want het was zó stuitend slecht geschreven, en daarbij zo serviel dat
Torfs aan deze onbekende misschien geen maîtresse, maar toch een paar sandalen cadeau mag doen.
2 opmerkingen:
Het zal niet aan jou gelegen hebben als (if, niet when) onze klassieke erfenis te loor gaat :-)
:-)
Een reactie posten