Journalistieke gedachtepolitie
Dat onderhoud, ook als video verspreid, loopt vlotjes tot plots de journaliste Pauline Graulle het parlementslid sommeert: ‘Drie kranten, Mediapart, Politis en Regards hebben een oproep gelanceerd die ruim ondertekend werd, eerst door intellectuelen, door mensen uit de civiele samenleving, en daarna door politici. Ik meen dat Clémentine Autain als enige verkozene van La France insoumise [‘oproerig Frankrijk’, de linkse beweging van Mélenchon] de oproep heeft ondertekend. Maar waarom hebt u niet getekend?’
Het verbaast mevrouw Obono nu dat Mediapart haar ondervraagt over dat ‘Manifest voor de opvang van migranten’, door Mediapart gelanceerd. De journaliste dringt aan: ‘Het heeft ons verbaasd dat u bij een dergelijk onderwerp niet heeft gesigneerd.’
Mevrouw Obono, militante van de praktijk die in het parlement in de eerste linie streed tegen de immigratiewet die daar in de lente ter discussie stond, heeft de zaak van de immigranten hardnekkiger verdedigd dan velen van de ondertekenaars. ‘Al het werk dat wij de afgelopen maanden verzet hebben kan niet worden herleid tot het al dan niet ondertekenen van een petitie,’ pleitte zij. Te meer daar de volgens haar ‘gebrekkige’ tekst nalaat de verantwoordelijkheden van de regering aan te klagen. Maar door hem niet te tekenen ‘werden wij op één hoop gegooid, ook door Mediapart, met wat journalisten en commentatoren hebben benoemd als antimigratie-links. Een bijzonder heftige aanval!’
En dan werpt de interviewster haar dit onthutsende argument voor de voeten: ‘Als u die oproep had getekend, was er niet al die herrie geweest.’
Anders gezegd, het had volstaan dat de députée zich aan de politieke agenda van die informatie-site had onderworpen, en er was een eind gekomen aan de tormenten.
Spoelen we even terug: Mediapart lanceert met enkele andere kranten een petitie die bol staat van de goede intenties, maar wel voldoende vaag blijft om steun te vinden bij een reeks van ‘intellectuelen, creatieven, wijkmilitanten, syndicalisten en vooral burgers’ met uiteenlopende gevoeligheden. Vervolgens mediatiseren de bladen die de zaak in gang hebben gestoken hun eigen initiatief, en brengen het in de actualiteit. Eens de petitie zich in het centrum van het publieke debat heeft gewerkt, maakt ze tweets los, posts en stellingnames die het antagonisme tussen ondertekenaars en niet-ondertekenaars dramatiseren.
Aan het eind wordt de weerspannigen gevraagd hun houding te rechtvaardigen, waarbij men suggereert dat een weigering om zich te voegen, onoorbare connecties wil verdoezelen. ‘Wie de petitie ondertekent, wordt van zijn aansprakelijkheden ontlast,’ vat mevrouw Obono het samen, terwijl we ‘meerdere weken zowat voor bruin-roden versleten werden!’
Had zij zich naar de sommaties geschikt en ondertekend ‘dan was er niet al die herrie geweest.’… Tekenen, of we kloppen erop: deze vorm van journalistiek heeft waarachtig veel weg van een politiecommissariaat.