De journalist Éric Zemmour gaat door voor de baarlijke duivel (toen hij in Brussel kwam spreken een paar jaar terug raakte je de zaal niet in zonder politiecontrole). Nu werd Zemmour vorige week in Parijs achtervolgd, uitgescholden en bespuwd door een moslim, terwijl hij haastig naar huis ging met zijn coronaboodschappen. De jonge schoft filmde ook nog eens zijn heldendaad (Zemmour is wel een groot intellectueel, maar misschien niet zo'n grote atleet), gaf er zelfs wat uitleg bij en zette alles op het web. Ach, een
fait divers blijkbaar, en alleen de sociale media plaatsten het filmpje meteen.
De grote media schoten wel in actie toen enkele politici hun afschuw uitspraken over deze terreurdaad, en zeker nadat Emmanuel Macron Zemmour opbelde en drie kwartier met hem aan de lijn bleef. Een tegenstander is nog geen vijand vindt hij blijkbaar, een houding die je niet in alle landen ziet en waarvan Zemmour de élégance bewonderde.
In
Face à l’Info, een programma van Christine Kelly op CNews, zit Zemmour samen met drie anderen in haar vaste panel, en hij gaf daar maandag
enige toelichting bij de gebeurtenis.
Eerst stak een ander panellid, de auteur
Marc Menant een lofrede op Zemmour af, waarna deze blozend zei dat die op zijn begrafenis niet zou misstaan. Ik geef er een stukje van, vertaald, maar zoals ook alle volgende fragmenten is het hierna getranscribeerd en beluisterbaar.
Marc Menant: Dit is de confrontatie van de intelligentie met een schoft. Aan de ene kant de kracht van het geciseleerde woord van een man die zich telkens weer uitspreekt, niet om zomaar lucht te geven aan een vaststaande mening, maar die van een argumentatie ook de uitgangspunten opdiept. Dit is de stralende kracht van de intelligentie, en onvermijdelijk is die storend voor wie slechts een woesteling is, een gevallene die niets soortgelijks bezit, en wie slechts de kracht van de vuist rest.
oOo
Christine Kelly vroeg hem, met die fluwelen stem van haar, of de steunbetuigingen van de politici, meestal niet zijn vrienden, hem geraakt hadden:
Éric Zemmour: Wel, ik meen inderdaad dat men aan deze mensen een hommage moet brengen, wat ik ook doe en ik ben hen daar erkentelijk voor. Voor mij zijn dit authentieke democraten, mensen dus die hun tegenstanders niet als vijanden beschouwen. Dit is zowat de hele theorie van Benjamin Constant, de liberale democratie in de echte zin van het woord. Men bestrijdt ideeën, de tegenstander maar niet de man, zo zit dat. Dat is mooi en volkomen eerbaar vind ik.
Weet u, mijn meningsverschil met die mensen gaat niet over de democratie – ook ik respecteer mijn tegenstanders – het gaat over onze analyses. Ik sta nu eenmaal achter een historische, een tragische analyse van de situatie. Zij blijven bij een individualiserende analyse. Zij denken dat het om het individu gaat …dat in verwarring is enzovoort. Maar u weet goed, al tien keer heeft men mij dat horen zeggen, dat sommige dingen het individu overstijgen: ‘De doden regeren over de levenden’ met de bekende formule van Auguste Comte.
Geweld vinden wij schokkend, want wij hebben een samenleving die geen geweld meer verdraagt. Marc verhaalde ons – ik meen dat het vorige week was dat hij over Danton sprak – ik bedoel maar: toen kreeg je voor een scheef woord de guillotine.
Marc Menant: En de anarchisten.
Éric Zemmour: En de anarchisten die dingen lieten ontploffen …die op de President van de Republiek schoten en die …dat was geweld, ziet u, en dat is er nog. Wij zijn gewend geraakt aan een hyper-gepacificeerde samenleving. Als ik u spreek over een oorlog tussen beschavingen, dan is dat vanuit de gedachte dat hier verschillende tijdsschalen spelen. Anders gezegd, er zijn mensen die uit andere streken komen en andere tijdsschalen belichamen, andere culturen, andere beschavingen, en zij willen ons systeem niet accepteren. Bijgevolg botsen die mensen uit hypergewelddadige culturen met mensen – met ons dus – die in een hyper-gepacificeerde maatschappij leven. En dat is …dat is echt een ontzettende cultuurschok.
oOo
Er waren echter ook politici die over het voorval in alle talen zwegen. Zemmour noemde
La France insoumise bij naam:
Éric Zemmour: Dat betekent dat die mensen duidelijk in het kamp van het moslimuitschot en de islamgauchisten staan. Goed, zij hebben hun kamp gekozen, zoals ik mijn kamp heb gekozen. Ten tweede, in tegenstelling tot de democraten die ik daarnet een saluut bracht, hebben zij van democratie niets begrepen. Democratie betekent juist dat het geweld van woorden voor daadwerkelijk geweld in de plaats komt. Dat is de geschiedenis van de democratie ten voeten uit. Weet u, de debatten in de Assemblée nationale, Kamer van Volksvertegenwoordigers destijds in de Derde Republiek, met mensen als Clemenceau of Jaurès, die waren verschrikkelijk heftig. Wij zijn er kinderen bij. En zij kwamen daarna niet snotteren van: aah! hij heeft gediscrimineerd, aah! hij is stout geweest met mij! Ik mag u wel zeggen, u moet die debatten eens nalezen.
Weet u, ik leg dat al zoveel jaar uit: zodra er geen gedeeld cultureel erfgoed meer is, geen gemeenschappelijke burgerzin, strijdt men niet langer over ideeën, niet langer over culturen, men strijdt over identiteiten, want om iets aan te vallen… aangezien men niet dezelfde identiteit heeft, aangezien men de opname in een gemeenschappelijke schoot afwijst, kijk, voor een strijd is er…Gambetta was van Italiaanse afkomst, en men maakte hem uit voor Italiaan, maar hij had dezelfde cultuur als diegenen die hem uitmaakten en dus trok hij zich daar geen bal van aan, ziet u. Maar nu verdedigt vanzelfsprekend elk zijn eigen identiteit, want er is geen gemeenschappelijke cultuur. Een intellectuele strijd is uitgesloten, er kan enkel nog een strijd over identiteiten.
oOo
Zemmour benadrukt sterk de rol van de sociale media, die hij echter helemaal anders ziet dan de filosoof Raphaël Enthoven.
Éric Zemmour: Ik merk wel dat in deze geschiedenis het de sociale netwerken zijn die alles schragen. U hebt dat ook gemerkt. De traditionele media spreken hier niet over. De sociale netwerken van hun kant zien hier de realiteit van, wat heel interessant is aangezien ze voortdurend onder vuur liggen.
Een jongen als Raphaël Enthoven bijvoorbeeld geeft volgende verklaring: het is tenslotte het eigentijdse narcisme, zegt hij. Om zich in de kijker te werken, om zich te kunnen aanschouwen in de spiegel van de sociale media is men bereid om het even wat te doen, en dus te beledigen, geweld te gebruiken enzovoort. Ik van mijn kant beken dat ik bij mijn historische verklaring blijf.
Weet u, u hebt mij dat nog horen zeggen, ik denk dat dit moslimtuig – aangezien hijzelf dit woord gebruikt, en hen dus zo aanduidt – dat dit moslimtuig de gewapende arm is van een beschavingsoorlog op ons grondgebied, van een permanente jihad die jacht maakt op de ongelovigen en hen verdrijft. Weet u, wat mij is overkomen was voor mij vervelend, maar het overkomt voortdurend, elke dag en al jaren, al decennia, miljoenen Fransen die door dit moslimuitschot worden aangevallen, bedreigd, beledigd, bestolen, en als het jonge vrouwen zijn verkracht, en soms zelfs vermoord.
Christine Kelly: Bij u was het in naam van uw ideeën.
Éric Zemmour: Ja, in naam van mijn ideeën, maar weet u wat het is? Het is gewoon dat ik in deze beschavingsstrijd in de voorste linie sta. Ik getuig van die agressie, van die jihad, en dus komen ze achter mij aan. Maar de gewone man zit daar voor niets tussen, en wordt evengoed aangevallen en verjaagd.
oOo
Is die rol van de sociale media dan zo positief? Ja, want de traditionele media proberen veel te verzwijgen zegt Zemmour:
Éric Zemmour: Laat ik zeggen dat ze het minstens mogelijk maken om de mainstream te omzeilen, zoals Harold zou zeggen.
Éric Zemmour: Nee, maar u begrijpt wat ik bedoel: de traditionele media hebben het debat vaak verstikt, en de sociale media maken het mogelijk daaromheen te gaan en het te laten ontploffen. Dat is niet zo kwaad. Ik geloof niet dat dit geweld uit de sociale media voortkomt zeg ik u, en dat is het echte meningsverschil, en ik heb Raphaël Enthoven genoemd die op de lijn van Harold zit. Ik geloof dat niet.
Ik denk dat het geweld voortkomt, historisch zei ik bijna, uit een botsing van beschavingen op ons grondgebied. Die sociale media zijn maar een voorwendsel. Als bijvoorbeeld – ik geef u nu een voorbeeld – in de banlieues schoften de brandweerlui aanvallen die kwamen om een brand te blussen of een zieke te helpen enzovoort, als dan de flikken arriveren om de pompiers bij te staan, dan filmen zij ook! Nu gaat u me niet vertellen dat ze dat doen louter om te filmen. Nee! Zij filmen inderdaad omdat dat in deze tijd zo gaat, zover volg ik u wel, maar zij doen dat omdat zij van oordeel zijn dat dit hún territorium is, en dat de pompiers en de politiemannen vreemde machten zijn, die komen koloniseren wat zij als hun eigen territorium zien. Het gaat dus om een territoriumoorlog.
Harold Hyman: En dat is geen creatie van de sociale netwerken, zijzelf zijn het die de netwerken gebruiken.
Éric Zemmour: Ja, zo is het precies. Maar ik zeg het nog eens, meer speciaal tegen Enthoven want die denkt dat de netwerken hier een beslissende rol spelen, een beetje zoals u eerst zei: ik geloof dat niet.
o-o-o-o-o
Marc Menant: C’est l’intelligence face à la brute. C’est-à-dire que d’un côté il y a la force du verbe qui est ciselé, l’homme qui à chaque fois ne s’exprime pas uniquement au nom d’une conviction mais qui va puiser dans les racines une argumentation. C’est la force de l’intelligence qui rayonne et ça, ça dérange forcément celui qui n’est qu’un énergumène. Qui a déchu, qui n’a plus rien de l’espèce en tant que telle, et qui n’a que la force du poing.
Éric Zemmour: Alors, je trouve que effectivement il faut rendre hommage à ces gens et d’ailleurs je le fais, je leur en sais gré. Je pense que ce sont d’authentiques démocrates, c’est-à-dire des gens qui pensent que leurs adversaires ne sont pas des ennemis. C’est un peu toute la théorie de Benjamin Constant, la démocratie libérale au sens propre du terme, c‘est-à-dire : on combat les idées, l’adversaire mais on ne combat pas l’homme, donc voilà. C’est bon et je trouve ça tout à fait honorable. Vous savez, le désaccord que j’ai avec ces gens, il n’est pas sur la démocratie – moi aussi je respecte l’adversaire – il est sur l’analyse. C’est que moi je fais une analyse historique, tragique de la situation. Eux ils en sont sur une analyse individualiste. Ils pensent que c’est l’individu qui est… se trompe et-cetera. Vous savez bien, on m’a entendu dire ça dix fois, qu’au-dessus des individus il y a ‘les morts gouvernent les vivants’ selon la célèbre formule d’Auguste Comte.
Éric Zemmour: Nous sommes choqués par la violence parce que nous vivons dans une société qui ne supporte plus la violence. Marc raconte – ou la semaine dernière je crois nous a raconté Danton. Je veux dire, là, pour un mot de travers on a la guillotine.
Marc Menant: Et les anarchistes.
Éric Zemmour: Et les anarchistes qui faisaient sauter …qui tiraient sur le Président de la République et qui …ça c’était de la violence, vous comprenez, et on l’a encore. On s’est habitué à une société hyper-pacifiée. Quand je vous parle de guerre des civilisations, je pense qu’il y a des temporalités différentes. C’est-à-dire qu’il y a des gens qui viennent d’autres contrées, et qui sont représentants d’autres temporalités, d’autres cultures, d’autres civilisations, et qui ne veulent pas accepter notre système. Et donc il y a un choc entre les gens qui viennent des sociétés hyper-violentes, et des gens qui vivent, nous, dans une société hyper-pacifiée. Et cela c’est… il y a vraiment un choc des cultures terrible.
Éric Zemmour: C’est que ces gens-là sont clairement dans le camp des islamoracailles et des islamogauchistes, bon, ils ont choisi leur camp, comme moi j’ai choisi mon camp. Deuxièmement, contrairement aux démocrates que je saluais tout à l’heure, ils n’ont rien compris à la démocratie. Parce que la démocratie c’est justement la violence des mots pour se substituer à la violence des gestes. C’est toute l’histoire de la démocratie. Vous savez, les débats à l’Assemblée nationale, et à la Chambre des Députés à l’époque sous la troisième République, avec des gens comme Clemenceau ou Jaurès, c’était d’une violence terrible. On est de enfants à côté. Et ils n’allaient pas pleurnicher ensuite en disant : ah! il a fait de la discrimination, ah! il a été méchant avec moi. Je vous assure, il faut relire les débats.
Vous savez, j’explique ça depuis des années. À partir du moment où il n’y a plus de corpus culturel, civilisationnel commun, on ne se bat plus sur des idées, on ne se bat plus sur des cultures, on se bat sur des identités, puisque quand on attaque quelque chose …puisqu’on n’a pas la même identité, puisqu’on refuse de rentrer dans un giron commun. Vous voyez, avant il y a un combat, Gambetta il est d’origine italienne, on le traite d’Italien, mais lui il a la même culture que ceux qui le traitent d’Italien, vous comprenez, donc il s’en fout. Tandis que là aujourd’hui, comme il n’y a pas la même culture, eh bien évidemment chacun défend son identité. On ne peut plus avoir un combat intellectuel, on ne peut avoir un combat que des identités.
Éric Zemmour: Je remarque que dans cette histoire, c’est les réseaux sociaux qui font tout. Vous avez remarqué. Les médias traditionnels n’en parlent pas. Les réseaux sociaux eux font là une réalité, c’est très intéressant, quand on les critique tout le temps. Par exemple un garçon comme Raphaël Enthoven, explique ainsi : il dit que c’est le narcissisme contemporain, en fait. Pour s’afficher, pour se mirer dans le miroir des réseaux sociaux, on est prêt à faire n’importe quoi, et donc à insulter, à violenter, à …et-cetera. Moi je vous avoue que je m’en tiens à mon analyse historique. Vous savez, vous m’avez déjà entendu dire ça, je pense que ces islamoracailles – puisque il emploie lui-même le mot, donc c’est comme ça qu’il les appelle – sont le bras armé d’une guerre de civilisations sur notre sol, d’un jihad permanent, et qui chasse et pourchasse les infidèles.
Vous savez, ce qui m’est arrivé, c’était embêtant pour moi, mais ça arrive tout le temps, tous les jours depuis des années, depuis de décennies à des millions de Français, qui sont agressés insultés, menacés, volés, violées euh pour des jeunes femmes, et même parfois tués par ces islamoracailles.
Christine Kelly: Vous, c’était au nom de vos idées.
Éric Zemmour: Mais, au nom de mes idées, mais vous savez, qu’est-ce que c’est ? C’est que justement je suis en première ligne dans ce combat de civilisations. Je dénonce cette agression, ce jihad, et donc ils m’en veulent. Mais les gens ils y sont pour rien, mais ils se font agresser quand même, ils se font chasser.
Éric Zemmour: Je dois dire que au moins ça permet de contourner le mainstream comme dirait Harold.
Éric Zemmour: Non, mais vous voyez ce que je veux dire : les médias traditionnels ont étouffé le débat souvent, et donc les réseaux sociaux permettent de le contourner, de le faire exploser. C’est pas un mal.
Je ne pense pas que cette violence soit le prolongement des réseaux sociaux. Je vous dis, et c’est ça le vrai désaccord, et je vous ai cité Raphaël Enthoven, il est sur la même thèse qu’Harold. Je n’y crois pas.
Éric Zemmour: Je pense qu’il y a une violence, j’allais dire historique, d’un affrontement de civilisations sur notre sol. Et les réseaux sociaux ne sont qu’un prétexte. Quand par exemple …je vous donne un exemple : dans les banlieues quand il y a des racailles qui agressent des pompiers qui sont venu éteindre un incendie et-cetera, ou aider un malade. Quand les flics arrivent puisque …pour aider les pompiers, ils filment aussi ! Mais vous n’allez pas me dire qu'ils font tout ça pour filmer ? Non ! Ils filment parce que c’est l’époque, je suis d’accord avec vous, mais ils font ça parce qu’ils estiment que c’est leur territoire, et que les policiers et les pompiers sont des puissances étrangères, colonisatrices, et que eux c’est leur territoire. Et voilà c’est une guerre de territoire…
Harold Hyman: Ce n’est pas les réseaux qui ont crée cela, c’est eux qui utilisent les réseaux.
Éric Zemmour: Oui voilà, exactement. Mais je vous dis, Enthoven en occurrence, lui il pense que c’est les réseaux qui sont déterminant. Un peu comme vous avez dit au début. Moi, je ne pense pas.