Voorspellingen zijn altijd gewaagd
Stendhal beweerde dat hij niet voor zijn tijdgenoten schreef, maar voor de lezer van 1985.* Hij wilde zogenaamd dat zijn boeken in een oplage
van 40 exemplaren gedrukt werden «je voudrais que l'on pût n'imprimer que pour quarante personnes», en besloot zijn teksten vaak met «to
the happy few», een woord dat hij misschien bij Shakespeare inpikte: «We few, we
happy few, we band of brothers» (Henry V, IV, 3), of anders bij Oliver
Goldsmith (The Vicar of Wakefield), twee auteurs die hij zeer bewonderde, in
tegenstelling tot bijvoorbeeld Chateaubriand die in 1985 volkomen vergeten zou zijn. Die laatste voorspelling is me dunkt niet helemaal uitgekomen:
De ideeën van de vrouwen zelf waren niet gebaseerd op boeken, want gelukkig lazen ze weinig: zij putten die uit de natuur der dingen, en de gelijkheid van beide seksen bracht een verbluffende hoeveelheid gezond verstand in de Italiaanse hoofden. Ik ken honderd gedragscodes die we elders nog altijd moeten bewijzen en die in Rome als axioma's gelden. De toelating van vrouwen tot volmaakte gelijkheid zou het zekerste teken van beschaving zijn; het zou de intellectuele kracht van het menselijk ras en zijn kansen op geluk verdubbelen. In de Verenigde Staten van Amerika staan vrouwen veel dichter bij de gelijkheid dan in Engeland. Ze hebben in Amerika wettelijk wat ze in Frankrijk hebben in de vorm van milde omgangsvormen en de vrees om zich belachelijk te maken. In welk Engels stadje ook, is een koopman die 200 louis verdient met zijn handel heer en meester over zijn vrouw net als over zijn paard. Bij de koopmansklasse van Italië zijn de achting, de vrijheid en het geluk van de vrouw evenredig met haar schoonheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten