De vis en de saus
Na kookboeken horen reisgidsen tot de best verkopende literatuur vermoed ik. Stendhal schreef er verschillende over Italië, maar echte reisgidsen zijn het niet want zijn belangstelling betreft in de eerste plaats de Italianen, en de Italiaansen. Voor het precieze aantal schilderijen in een museum, of het aantal zuilen van een tempel kun je niet bij hem terecht. Andere gidsen, zegt Stendhal, geschreven door des voyageurs compteurs de colonnes, doen dat beter dan hijzelf het zou kunnen. Hij gebruikt die wel, maar pakt het anders aan:
Firenze, bestraat met grote blokken witte steen van onregelmatige vorm, is uitzonderlijk net; in de straten ruik je ik weet niet welk bijzonder parfum. Enkele Hollandse stadjes buiten beschouwing gelaten, is Firenze wellicht de properste stad van het universum, en zeker een van de elegantste.
Op reis zijn helaas ook ergernissen niet te vermijden: De beroemde Cascine, de promenade waar iedereen gaat paraderen, ligt daar zowat als hun Champs-Élysées. Wat mij tegenstaat is dat het er vol loopt met 600 Russen of Engelsen. Firenze is gewoon een museum vol buitenlanders en die brengen hun gewoonten met zich mee. En verderop zegt hij: Je fais, en Italie, un voyage en Angleterre.*
Onderweg leest Stendhal veel (als het regent) en bezoekt de bibliotheken en archieven van de steden die hij aandoet. Op deze lectuur geeft hij dan kritiek, en die komt geregeld neer op wat wij het verschil zouden noemen tussen ‘nieuws’ en ‘duiding’. Historici en auteurs nemen hun wensen al te graag voor werkelijkheid aan:
[Volterra, 31 januari 1817.] Ik vond een flink aantal leugens en overdrijvingen in de bladzijden die de heer Micali, auteur van l'Italie avant les Romains (l'Italia avanti il dominio dei Romani), aan Volterra wijdde. Wat Italiaanse geleerden het meest missen, naast duidelijkheid, is de kunst om de feiten die zij nodig achten, niet meteen als bewezen te beschouwen. Hun manier van redeneren is in dit opzicht ongelooflijk. Mijnheer Raoul Rochette heeft dit werk wel vertroeteld door het in het Frans om te zetten.** Mijnheer Niebuhr*** zou veel sterker zijn geweest dan dit alles, als niet de ongelukkige Duitse filosofie een dubieus waas had geworpen over de ideeën van deze geleerde Berlijner. Zal de toegeeflijkheid van de lezer zover gaan dat hij mij een gastronomische vergelijking vergeeft? We kennen allemaal dit vers van de heer Berchoux:
In Parijs worden de tarbot en de pikante saus apart geserveerd. Ik zou graag zien dat de Duitse historici deze goede gewoonte overnamen. De feiten die ze aan het licht hebben gebracht zouden ze apart van hun filosofische beschouwingen aan het publiek kunnen geven. Dan zouden we ons voordeel kunnen doen met de geschiedenis, en de lectuur van hun ideeën over het absolute kunnen uitstellen tot een beter moment. Deze twee goede dingen compleet dooreenhalen, maakt het moeilijk om het beste ervan te smaken.
_____________
**** Eerste zang in La Gastronomie van Joseph Berchoux (1762-1838). Nog van hem: Un poème jamais ne valut un diner.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten