13 juli 2011

Met ronde getallen werken

.
Om de wereld, en alles wat het geval is min of meer begrijpelijk te maken, heeft de mens nood aan een verhaal. Zonder dat kan hij de toevalligheden en grillen van het lot maar slecht verteren. Die behoefte aan een goed verhaal voelt de mens ook bij wat hijzelf onderneemt. Weinigen immers zullen bereid zijn om hun eigen daden toe te schrijven aan pure willekeur of dwaasheid. En groepen mensen doen dat nog minder graag dan enkelingen.

Dat zulke verklarende verhalen meestal gelogen zijn, is geen beletsel en doet niets af aan de zin die zij aan de gebeurtenissen verlenen.
De ijzeren kanselier Bismarck zei eens “dat er nooit zoveel gelogen wordt als vóór de verkiezingen, tijdens de oorlog en na de jacht”. Drie bezigheden die een soort groepsgevoel veronderstellen en het ook bevorderen. Bismarck wist hoe je een land bijeen moest krijgen.

In Belgenland is dit groepsgevoel vaak zoek, en bovendien is het jachtseizoen hier al lang voorbij. Ook verkiezingen wil bijna niemand. Dan blijft enkel nog de oorlog over, en gelukkig bood Libië ons die gelegenheid. De Kamerleden begrepen dit goed en stemden unaniem voor oorlog, alle 150.*
Weliswaar heette die oorlog nog anders op het moment van de stemming –het verhaal was dat er een vliegverbod moest komen ter bescherming van burgers– maar dat doet er nu niet toe, en het maakte de unanimiteit niet minder ontroerend.

Aan een professor emeritus in de Geschiedenis, die ik een dag of drie na die stemming ontmoette op een avond bij ’t Zal Wel Gaen in Gent, vroeg ik of deze unanimiteit in het Belgische parlement een unicum was. Neen, zei hij, het was nog eens voorgekomen. Sterker, in 1914 hadden Kamer en Senaat zelfs in Verenigde Zitting unaniem gestemd, en aan Duitsland de oorlog verklaard. Daar was toen veel voor te zeggen, want de vijand stond al in het land.

Hoe droevig is het dan om vast te stellen dat ons laatste Belgische project de laatste weken zoveel kritiek krijgt.

In een uitgebreid Frans rapport (Centre Français de Recherche sur le Renseignement, CF2R), lezen we dat de zaken in Libië de verkeerde kant opgaan. De revolutie die wij ondersteunen, in gehoorzame navolging van de Franse president, wordt er “niet democratisch, noch spontaan” genoemd. Het lijkt erop dat wij onbedoeld met een bende ongeregeld samengaan want: “De ware democraten zijn er slechts een minderheid, en zij moeten het vinden met ex-getrouwen van kolonel Khadaffi, met voorstanders van het herstel van de monarchie, en met voorvechters van een radicaal islamregime. [...] Het ziet er dus naar uit dat de Westerse mogendheden blijk hebben gegeven van voortvarend avonturisme toen zij in deze crisis tussenkwamen.”

Komt nog bij dat volgens sommige bronnen onze bombardementen stilaan de voornaamste doodsoorzaak zijn geworden. Honderden doden zijn er intussen, al is het met cijfers altijd uitkijken. In de Pharsalia, zijn verslag over de strijd tussen Caesar en Pompeius, merkte de dichter Lucanus al op: “Sommige slachtoffers vielen wellicht enkel om het getal rond te maken.”
.
.
Stukje verschenen in de Knack vandaag

________________
* correctie: er was één onthouding.
.

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html