22 december 2004

Aan de Standaard: Nieuws is geen confectiepakje dat je kan ophalen bij de wetenschappelijke stomerij


.Met een artikel als dat van woensdag, "Spiegeltje, spiegeltje..." op p.9, waar de "impressiescores" van een aantal politici worden vergeleken: daarmee gaat deze tabloid een stap te ver! Om op de pagina "politiek" een verhaaltje te moeten lezen dat volledig speelt in de virtuele kinderwereld van enquêtes en "politieke communicatie" ...dat is teveel gevraagd van uw publiek. Twee politieke "wetenschappers" hebben zichzelf werk verschaft op kosten van de gemeenschap: dat is zowat het enige dat een ernstige mens hier kon opsteken.

Over het statuut van hun tak der wetenschappen zou veel te vertellen zijn, en iemand als Karl Popper, of bij ons Karel van het Reve, heeft dat gedaan. Het komt erop neer dat woorden als "communicatie", "beeldvorming" &cet. helemaal niet behoren tot enige wetenschap, maar wel verdoken propaganda- en reclame-instrumenten zijn.

Neem liever een voorbeeld aan een krant als Het Parool, om er één te noemen, en doe aan reporting, ipv van aan zogenaamde duiding. Zo gaf Het Parool gisteren het bericht over de terechtstelling van kinderen in Iran. Dit is een FEIT, zij het een nogal confronterend feit, niet passend in de jongste "presidentiële" toespraak van Guy Verhofstadt.
Of zeg eens iets over de nieuwe Rushdie-affaire in Birmingham? Dat de auteur moet onderduiken. Het Parool doet dat wél.

Probeer dus, geachte redactie, in het vervolg zulke artikels als "Spiegeltje..." aan het jarige Dag Allemaal te slijten, en vertel uw lezers wat er gaande is in de echte wereld.

Om er even Timothy Garton Ash bij te halen, in The Guardian juni vorig jaar:


"What can we do against this real-life Matrix? Find the facts, and report them. "Facts are subversive," said the great American journalist IF Stone. A friend and I have long had a fantasy of starting a newspaper called, simply, The Facts. Not The Truth: that is so difficult to find, and so much a matter of interpretation. Just the facts."

20 december 2004

Karel de Gucht heeft zichzelf gedeclasseerd

.
Hoe beschamend is het niet dat De Gucht (in de Zevende Dag) de feitelijke maar wederrechtelijke bezetting van een stuk van Griekenland heeft erkend: "Heb je al eens gezien waar Cyprus ligt?" zei hij aan Vanhecke, "...dat ligt nog onder Turkije ! onder die bocht! het is nog verder dan Turkije!".

Dat klopt maar half (Turkije loopt nog wel iets verder door naar het Oosten) maar daar gaat het niet om: De Gucht was even buiten adem en wist gewoon niet meer wat gezegd. Dat kan gebeuren. Buitenlandse Zaken is een moeilijk departement, en de wereldkaart is groot. En, zoals geloof ik Bomans opmerkte: een klein land heeft meer buitenland dan een groot.

In plaats van er onder omstandigheden het zwijgen toe te doen, als een verstandig man, permitteerde De Gucht zich liever een ongelooflijke lichtzinnigheid (die overigens aan de ingebedde moderator ontsnapte).

Voor wie een moment nadenkt is De Guchts feitelijke erkenning van de Turkse bezetting van Cyprus volslagen eerloos, maar hijzelf dacht blijkbaar dat het wel zou passeren, al was zijn uitspraak tegen het volkenrecht in.

En zo'n man zetten wij aan tafel bij de komende "onderhandelingen" met Turkije ...een man die al lang blij is als Erdoğan een vage, mondelinge toezegging doet over een soort van handelsovereenkomst met Nicosia. Een gebaar in het najaar volstaat voor onze neofiet.

Stelt u zich even in de plaats van een christen burger van Nicosia: wat zou u denken als u de vertaling onder ogen kreeg van wat Karel De Gucht daar in de Zevende Dag uit zijn nek heeft gekletst? "Die minister geeft blijkbaar weinig om óns Europees burgerschap", zal hij zeggen; of, "Burgerschap is voor jullie misschien iets anders dan voor ons ...maar ja, wij nieuwkomers stellen ons allicht te veel voor"?

Nu geloof ik nooit dat De Gucht zelf de draagwijdte van zijn woorden heeft beseft: kwaadaardig is die man immers niet ...al kan hij beter stevig aan de leiband worden gehouden.

Aan die Nicosiaan zou ik de situatie zo uitleggen: Wat die minister zei was niet meer dan een duizeling, een dwaasheid, een zwakte, een lafheid in de hitte van het debat. Kortom wat wij hier noemen: "een slechte communicatie".

Maar ik vrees dat hij antwoordt: De consequenties van wat uw minister De Gucht heeft gezegd, die blijven! en die zullen in Ankara, iets voorbij Cyprus, uitstekend ontvangen zijn..

..

17 december 2004

Is Yves Desmet een intellectueel?

.
Ik las in De Morgen van 20 november:

De enige beperking op de vrije meningsuiting, zei oud-president Jefferson ooit, is dat je niet 'Brand' mag roepen in een overvolle theaterzaal.

Enkele opmerkingen: Jefferson heeft dat misschien ooit gezegd, maar op Desmet na heeft niemand daar weet van. De uitspraak wordt algemeen toegeschreven aan opperrechter Oliver Wendell Holmes, Jr. (geboren in 1841, jaren na Jeffersons dood). Holmes beriep zich hiervoor op John Locke. Detail: Holmes sprak van "een volle zaal", niet van een "overvolle". Zo'n hype-adjectief als "overvolle" is ten gronde een afzwakking van Holmes' uitspraak, maar alla, het is Desmet vergeven want hij is het zo gewend. Blijft dat de intellectuele eerlijkheid verbiedt om met namen te pochen die men niet eerst heeft gecheckt.

Nog een detail, alweer een kwestie van stijl: waarom hem oud-president Jefferson noemen? Gewoon president toch? de man is dood. Anderzijds, je kunt inderdaad spreken over Caesar als de ex-keizer van Rome.

Nog een Terzijde. Desmet begint al eens een stukje met: Ik heb vroeger al geprobeerd uit te leggen dat…
Als lezer word je bij zo’n zinnetje overvallen door een bepaald schuldgevoel. Zóveel parels heeft die man al voor de zwijnen gegooid. We zullen in het vervolg aandachtiger zijn bij de lectuur!

Maar nu Terzake:

De kinderen van de Verlichting hebben in hun vooruitgangsdenken de kapitale fout gemaakt te denken dat de Romantiek definitief had afgedaan, dat er voor die schim uit het verleden geen plaats meer was [deze zin gaat nog een tijdje door, en ik wil mijn lezer de vele adjectieven en bijwoorden besparen; hetgeen hierna volgt is zelfs wat betreft interpunctie eigenaardig, maar het stond er zo. Desmet besluit:] Dat het ideale maatschappijmodel van die Romantiek nooit bestaan heeft en dus een volslagen mythe is, is: daarbij geen punt, maar zelfs een element van aantrekking. Eigenlijk hoeft dat niet eens zo verrassend te zijn voor wie zijn geschiedenis een beetje kent. […] Dat maakt het politieke gevecht zo moeilijk, en tegelijk de fascinatie voor het Belang begrijpelijk: net omdat de partij in een totaal ander politiek paradigma speelt, dat van de Romantiek, botsen alle tegenargumenten van de Verlichting erop af. Sterker, ze dringen er zelfs in door.

Ja, voor wie zijn geschiedenis een beetje kent heeft “De Verlichting” nooit één argument gegeven tegen “de Romantiek”, om de uitstekende reden dat de Romantiek later kwam.
(Hier moeten we voorzichtig zijn; niet overal in Europa liep de geschiedenis synchroon. Duitsland, Engeland, vervolgens Frankrijk: zo ongeveer ging het met "de Romantiek". Zou het kunnen dat zijn menselijkerwijs beperkte, Vlaamse herinnering Desmet hier parten heeft gespeeld? In onze gewesten kwam de Verlichting inderdaad pas zéér laat. Wanneer eigenlijk?)

Goed, waarschijnlijk drukt Desmet zich enkel onhandig uit; er zijn tenslotte ook waardevolle denkers die niet over de vlotste pen beschikken. Toch is een heldere stijl vaak een uitvloeisel van een heldere gedachtegang. Desmet babbelt losjes over "verlichting" en "romantiek", daarbij nergens vermeldend wat hij precies bedoelt met deze begrippen, noch bijvoorbeeld welke personen onder zijn mooie, maar raadselachtige begrip "kinderen van de Verlichting" vallen. Dat maakt zijn geschrijf geheel vrijblijvend, en naar willekeur aanpasbaar aan de wisselende actualiteit.

Er zijn nochtans goede boeken die deze materie behandelen, bv. over de rol van Herder &cet. als reactie op Kant &cet.
Zodus: beginnen met een goede algemene inleiding zou ik aan Yves Desmet willen suggereren. Misschien Isaiah Berlin’s postume “On Romanticism” ?

Basic! hoor ik hem kraaien ...maar toch niet slecht, vind ik.

o-o-o-o-o
.

16 december 2004

Europese democraten rest enkel nog de INNERE EMIGRATION

.
De feiten vandaag zijn, wat onze politici ten gerieve van hun "achterban" ook mogen vertellen: nog vijf-zes jaar en Turkije is volwaardig lid van de Europese Unie, en er gelden géén voorwaarden meer voor de uitzwerming van miljoenen Turken over ons oude continent.

Bij hun beslissing hebben onze politici aangetoond dat ze geen enkel eergevoel hebben, en ze hebben ook alle logica met voeten getreden: als zelfs de brave Standaard vandaag schrijft, post factum dus …dat de hele Turkije-kwestie puur een Amerikaans verzinsel is! Bushblair heeft Europa in het hart getroffen, en bediende zich daartoe van het "Europarlement" als van een stel draadpoppen.

Ernstige argumenten, geografische, historische, religieuze, culturele argumenten zijn door die perspectiefloze politici weggeblazen. Wie over zulke zaken nog maar begint, wordt op de meest geniepige manieren verdacht gemaakt. Zelfs hun eigen schertsargumenten, de zogenaamde “Kopenhagencriteria” hebben ze noodgedwongen ingeslikt, want het rapport daaromtrent zei dat Ankara simpelweg aan geen énkel van deze criteria voldoet. “Er werden grote inspanningen geleverd, dus zijn er geen beletsels meer”, heet het nu... credo quia absurdum.

Noch het Turkse negationisme wat betreft de volkerenmoord, 1915 en later, op de Armeense christenen (“in dit stadium is het te laat om daarover te beginnen”), noch de wederrechtelijke bezetting van een stuk van Europa (“in dit stadium is het te vroeg om daarover te beginnen”) tellen nog mee.
Al nemen zij vaak woorden als “historische kans” in de mond: onze politieke ignoramussen hebben geen besef van geschiedenis en zijn daar nog fier op ook, want zij kijken vóóruit en niet de hele tijd achteruit! (Karel de Gucht)

Een onbenullige democratische bemerking: de Europese bevolking is tégen deze “toetreding”, enkel de “volksvertegenwoordigers” zijn er voor. En dan hoor je Karel Pinxten op de radio het woord “geloofwaar­digheid” in de mond nemen. Pinxten over geloofwaardigheid, mijn God !

In de Standaard van de week dacht deze Karel nog een heel slim argument te hebben gevonden om Turkije "Europees" te verklaren. Eén van zijn medewerkers moet hem een tekst in de hand hebben geduwd, waarin stond dat tsaar Nikolaas I. ooit sprak over Turkije als "de zieke man van Europa". .Dus! zegt onze historicus Pinxten: hier zie je toch, Turkije wordt al lang als een deel van Europa beschouwd.

Helaas voor hem, a bit of learning can be a dangerous thing! Wat Nikolaas bedoelde was namelijk heel iets anders. Er is daaromtrent een geschreven bron, maar die lag verder dan de armlengte van de VLD-studiedienst.

De Britse gezant in StPetersburg, Sir G.H. Seymour schrijft op 22 januari 1853 een brief aan Lord John Russell en rapporteert daarin dat de tsaar tijdens een onderhoud: het Byzantijnse Rijk "een man" had genoemd, en die man was na de eindeloze reeks Turks-Russische oorlogen "in een staat van aftakeling" geraakt. Er zijn ook aanwijzingen dat de tsaar iets zei in de aard van: dat Rijk is zo ziek en zo verzwakt, dat het voor het grijpen ligt voor een Europese staat, Frankrijk, of eerder nog Engeland. Ze konden het zo koloniseren! In dát opzicht noemde hij "Turkije" ...van Europa.

Mijn vraag is nu: kun je van alle hout pijlen maken? Zeker, Cupidon fait flèche de tout bois, maar mogen politici dat ook?
Of anders gezegd: gesteld dat Pinxten van het bovenstaande kennis had gehad ...dit gesteld, zou hij dan afgezien hebben van zijn aanlokkelijke en erudiete "argument"?

P.S. (noot van 24 maart 2006) De genaamde Karel Pinxten heeft dit bericht, dat hij persoonlijk heeft gekregen, nooit beantwoord. Iedereen mag daar het zijne van denken, maar ik denk dat hij te laf is om zijn mond open te doen als hij iemand tegenkomt die zijn halfbakken wijsheden ontmaskert. En het zijn niet eens zijn eigen wijsheden... hij heeft ze ook maar van horen zeggen, en is al lang blij dat hij mee mag blaten met de andere schapen.

15 december 2004

Dreigen met terrorisme IS al terrorisme !

.

,,Als de Europese Unie denkt dat ze simpelweg een christelijke club kan blijven, kan ik daar niets aan doen. Maar als ze de bruggen naar de rest van de wereld verbrandt, zal de geschiedenis haar dat niet vergeven.'' Dat zei de Turkse premier Tayyip Erdoğan afgelopen weekeinde bij de opening van het eerste moderne-kunstmuseum in Istanbul. Volgens hem kan een weigering van Turkije als EU-lid zelfs leiden tot meer geweld van islamitische terroristen, omdat de EU zich dan nog verder zou verwijderen van de islamitische wereld.


Mooie woorden zijn dat van vriend Tayyip Erdoğan, en voor ons Europeanen zijn ze erg leerzaam.

Vooraf: omschrijvingen als "christelijke club" zou een beleefd aankloppend kandidaat-lid achterwege mogen laten. Een beschaafd en welopgevoed mens zegt zoiets niet, en geeft vooraf géén kwalificaties aan een "club" waar hij dolgraag lid wil van worden, en die hij bijgevolg geacht wordt te respecteren in de vorm waarin hij nu bestaat.

Erdoğans omschrijving is echter behalve primitief, ook leugenachtig en hypocriet.

Leugenachtig omdat Europa een seculier land is, niet puur formeel zoals Turkije, maar in de harten van de Europese mensen! Dat Europa christelijke wortels heeft betwist niemand, maar dat er in Europa naast de christenen ook een groot deel atheïsten en andere niet-gelovigen leven, in onderling respect, dàt moet Erdoğan eens uitleggen aan zijn bevolking die zo graag christelijke kerken vernietigt. Hier in Europa leven tientallen miljoenen honden en varkens, zoals de islam ongelovige mensen betitelt. Europa is voor een belangrijk deel een zwijnenstal in plaats van een "christelijke club" en de Europese christenen, die een heel beschavingsproces achter de rug hebben, zien daar geen been in! Het Europese wij-gevoel, dat wel degelijk bestaat, is juist daarop gebaseerd. Galatasaray is een club, maar Europa is iets anders, beste heer.

Hypocriet is Erdoğan omdat hij aan zijn muzelmannen probeert wijs te maken dat Europa voorlopig nog niet islamitisch is, maar toch toebehoort aan "een volk van het boek", de Bijbel, wat voor islamieten nog net verteerbaar is (zij het niet in de praktijk, toch in theorie). Over dat Europese atheïsme houdt Erdoğan echter zijn besnorde bek als hij een "museum voor moderne kunst" opent.

De tweede uitlating is minder leugenachtig of hypocriet, maar wel even schandalig: Erdoğan zegt noch min noch meer dat zijn land potentiëel een terroristische staat is, en hij wil dus onder bedreiging lid worden van Europa. Nu, dreigen met terrorisme is al terrorisme!

Erdoğan beseft blijkbaar heel goed dat hij zelfs met zulke adelbrieven wel wegkomt bij figuren als Balkenende of Verhofstadt of Schröder: die willen immers meteen met hem aan tafel, ook al erkent Turkije niet eens alle landen van hun "club".

10 december 2004

Valt "negationisme" onder een soortement gedoogbeleid ...volgens Karel De Gucht?

.
Enkele dagen geleden verklaarde Karel De Gucht, na een vraag over de Turkse genocide op de christelijke Armenen: dat we in de eerste plaats vooruit moeten kijken en niet achteruit.

Die houding van “zand erover” is echter onwaardig, schandelijk, en ik meen strafbaar naar vigerende wet.

Aan Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken, moet een aantal zaken worden herinnerd tenzij, wat ik niet durf te denken, ze nieuw voor hem zouden zijn.

Ten eerste: die genocide is wel degelijk een historisch feit, en het gaat over grote cijfers. Ik neem aan dat De Gucht dat weet.
Ten tweede: aan Franse journalisten heeft, via zijn woordvoerder de Turkse buitenlandminister recent nog laten weten: "Notre position est bien connue [...] nous ne reconnaissons aucun soi-disant génocide et nous ne le reconnaîtrons jamais". Dat is duidelijke taal Karel. Abdullah Gül bedoelt natuurlijk: ook niet tijdens de komende toetredingsonderhandelingen.

Nu is het niet meer dan normaal dat er aan iemand die nieuw is op een departement als Buitenlandse Zaken veel zaken ontgaan, en De Gucht is zeker niet slechter dan die cocasse voorganger van hem (die met zijn ski’s, zijn motorfiets en zijn prille democratieën) maar er zijn toch enkele zaken die De Gucht beter onder ogen zou nemen: zo heeft nog in 2001 Turkije een aantal bestellingen van Franse wapens afgezegd, en heeft het land ook officiële bezoeken afgezegd, omdat er in Franse media nogal wat te doen was over die Turkse genocide op de Armenen.

Zulke details kunnen een minister ontgaan, maar niettemin vraag ik aan De Gucht en aan de regering: is er in dit land, tegen de wet in, een soort van gedoogbeleid voor negationisten afgekondigd? Kunnen wij bijgevolg met een gerust hart aan tafel gaan zitten met mestkevers die misdaden tegen de mensheid, niet enkel ontkennen maar blijven ontkennen?
Zulk gedoogbeleid zou verstrekkende gevolgen hebben, ook voor de binnenlandse politiek.
Moet kunnen zegt Karel De Gucht, want hij wil met de Turken aan tafel. Trouwens: “zoals wij zelf weten: het vraagt tijd om met het eigen verleden in het reine te komen”.

Ik neem aan dat De Gucht, pas terug van zijn eerste grote missie, hiermee ons koloniaal verleden bedoelde? Welnu: met die slachting destijds in Kongo, daar hebben wij allemaal, op de bende van Laken na, allang mee afgerekend. Je hoort geen Vlamingen zeggen, ook al hadden de meesten part noch deel in de misdaden van de Coburgs: "et nous ne le reconnaîtrons jamais".
Iemand moet trouwens aan De Gucht eens uitleggen wat zijn Turkse collega bedoelt met het woordje "jamais"; Elio di Rupo moet dat kunnen.

De Gucht heeft nu twee mogelijkheden:
–– óf hij ageert om de wetten op negationisme &cet. af te schaffen (niet omdat hij vindt dat er nooit een shoa is geweest, maar omdat er geen wetten kunnen bestaan die aberrante meningen verbieden)
–– óf hij aanvaardt het gezelschap van Adolf Hitler, die ook vond dat je niet telkens het verleden moest oprakelen, en die vlak voor zijn inval in Polen in een speech verwees naar de Armeense kwestie, en daarbij het De Gucht-standpunt vertolkte: "Wie zou er nu nog denken aan de volkerenmoord in Armenië?"[1]

_____________
[1] "Wer denke schon noch an den Völkermord in Armenien?" De Turken ontkennen natuurlijk ook dat Hitler dat zou hebben gezegd; consequent als je het feit zelf van die genocide tot op de dag van vandaag ontkent, maar in 1985 werden de geheime notities van admiraal Wilhelm Canaris gepubliceerd, en daarin komt die zinsnede wel degelijk voor.
cfr. K.B. Bardakjian, Hitler and the Armenian Genocide (Cambridge, MA: Zoryan Institute, 1985)

.

8 december 2004

Las u dat "Ontwerp van een Europese Grondwet" ?

.


Ik las het gedeeltelijk... vooral de pagina’s over de Grondrechten interesseerden mij.
__________

De oorspronkelijke Belgische Grondwet was een staaltje van gedegen juridisch denkwerk leerden wij allemaal. Een voorbeeld voor de rest van de wereld toen. Haar bepalingen waren bondig, duidelijk, eenvoudig, principieel. Vaag of nietszeggend waren ze nergens, en de rechtsleer spreekt tot op onze dagen van een liberale wet. Die grondwet was niet aristocratisch maar juist burgerlijk en emanciperend.

Wat vorm en stijl betreft ademde het wetboek nog helemaal in de weldoende geest van de achttiende eeuw. Logische fouten en overbodigheden had men vrijwel vermeden. Het geheel bezat een bijna mathematische, juridische elegantie.

In dat laatste opzicht was die Grondwet een kind van de Napoleontische wetboeken, die eenzelfde bekoorlijkheid uitstraalden, soms ook voor niet-juristen. Stendhal, ongemakkelijk gezeten op het scharnier tussen de XVIIIde en de XIXde eeuw, zei over “goede stijl” het volgende: "Je ne vois qu’une règle : le style ne saurait être trop clair, trop simple […]. J’ai horreur de la phrase à la Chateaubriand." Hij was als de dood voor hoogdravende en nietszeggende frasen.
’s Ochtends, alvorens hij zich aan het schrijven zette, en om zichzelf te behoeden, las Stendhal wel eens enkele artikelen uit de Code Civil. "En composant la Chartreuse, pour prendre le ton, je lisais de temps en temps quelques pages du Code civil". Hij nam eerst zijn medicamenten, zei geloof Victor Hugo.

Terug naar onze tijd. Het ontwerp van “Europese Grondwet”, met daarin een aantal “grondrechten”, gaat zowel inhoudelijk als stilistisch in tegen de rationele XVIIIde-XIXde E.'se regels.[1]

Laat ik ter verduidelijking eerst een klassieke Nederlandse auteur aanhalen, namelijk Gerard (Cornelis van het) Reve.[2] Die man zegt, in een ontroerende volzin van hem: “Hoofdzaak is dat wij zuiverheid betrachten op eigen lichaam en geest, eerbied tonen jegens de Natuur, en lief zijn jegens dieren en vogels, gekooid of in vrijheid, die net als wij, in angstige barensnood, wachten op verlossing.”

Bij dit morele voorschrift van Reve zal een logicus of jurist opmerken dat het niet nodig was om de vogels, wezen zij gekooid of in vrijheid, te onderscheiden van de dieren. Waarschijnlijk zal hij daaraan toevoegen dat, ten principale en voor de vogelbescherming, zulk een onderscheid eerder een verzwakking inhoudt.

Onze zelfbenoemde Europese grondwetgever doet nochtans net hetzelfde. Een voorbeeld uit vele.
Behalve tegen de lengte van de opsomming hebben weinigen bezwaar tegen een bepaling als:
Artikel II-21: 1. Iedere discriminatie, met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuigingen, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, is verboden.
Als je daar echter aan toevoegt:
Artikel II-23: De gelijkheid van mannen en vrouwen moet op alle gebieden worden gewaarborgd, met inbegrip van werkgelegenheid, beroep en beloning
dan stelt zich niet enkel een probleem van elegantie en stijl, maar ook van doelmatigheid.
Latere jurisprudentie zal er immers niet omheen kunnen, en moeten besluiten dat, om een voorbeeld te nemen uit artikel II-21: 1., ... de gelijkheid van man en vrouw nooit als volledig gelijk kan zijn bedoeld! Immers artikel II-23 geeft aansluitend een opsomming van omstandigheden waarin die gelijkheid speciaal van toepassing is …en elke opsomming is beperkend, nolens volens.
Van deze logische fout zijn er meerdere voorbeelden te geven, ook als we ons beperken tot het gedeelte “grondrechten”.

Een ander probleem is de ongebreidelde groei van het aantal grondrechten.
Grondrechten zijn prioriteiten en ze gaan aan een aantal gewone rechten vooraf. En die gewone rechten kunnen best groot in aantal zijn. De Europese “grondwetgever” lijkt dit niet te beseffen, en hij doet niet onder voor sommige regeringen, die al eens enkele dozijnen “prioriteiten” durven aankondigen.

Wat te zeggen bijvoorbeeld over een grondrecht als het “recht op arbeid”? Of sterker nog, het daaruit afgeleide grondrecht op 'kosteloze arbeidsbemiddeling' (artikel II-29)?
Staat, in de geest van deze wetgever dit recht op één lijn met principes als “alle burgers zijn gelijk voor de wet”? of met het recht op vrije meningsuiting, inclusief de keuze van een religie? of met het recht op vrijheid van vereniging? of het eigendomsrecht?

Hadden Valéry Giscard d’Estaing, Giuliano Amato en Jean-Luc Dehaene, voor ze de pen ter hand namen, toch maar één medicament genomen! Bijvoorbeeld een paragraaf van Ferdinando Galiani, een man die in de XVIIIde E. al vond dat men met “grondrechten” uiterst voorzichtig moest omgaan. Voor hem gingen sommigen toen al te ver…
De consequentie van een ongebreidelde groei, zei hij, was dat wij op den duur nog elkeens grondrecht om te stappen zouden erkennen, en bijgevolg ook het grondrecht om binnenshuis te stappen, en bijgevolg het grondrecht op pantoffels.
Le droit naturel que tous les hommes ont à marcher et aux moyens de marcher, est tellement le premier de nos droits fondamentaux, que, sans lui, nous ne pourrions plus remuer nos pieds. Nous aurions peut-être des béquilles très anciennes, mais non des pantoufles fondamentales. Non, si nous ne remontons au droit de marcher pour trouver le premier principe de toutes les Pantoufles, il n’en est pas une dont nous puissions montrer la raison essentielle et primitive […]”[3]

Moeten wij, dit gelezen hebbende, het voorliggend “ontwerp van Grondwet” ernstig nemen?
Geen burger zal om zijn mening worden gevraagd, maar velen zullen zeggen: moi pas "raisonner pantoufle" !
_________________

[1] Ik heb het nu even niet over het feit dat wij burgers deze “Grondwet” nooit zullen mogen beoordelen, ook al staat boven de Preambule ervan een woord van de geschiedschrijver Thucydides: Xρώµεθα γάρ πολιτεία ... καί όνοµα µέν διά τό µή ές ολίγους áλλ’ ές πλείονας οικεĩν δηµοκρατία κέκληται : onze constitutie ... wordt democratisch genoemd, omdat de macht niet in handen is van een minderheid, maar van de grootst mogelijke meerderheid
[2] Volgens een Vlaamse minister van cultuur is Reve de schrijver van het boek “De Nachten” !… dat die minister op recepties nog kan verschijnen zonder dat iedereen dubbel gaat van de lach bewijst dat de problemen van de “Vlaamse cultuur” waarschijnlijk onoplosbaar zijn. Diezelfde kerel, in zijn dagboek had het ook even over onze door allochtonen "verreikte" samenleving". De dag daarop was het al "verrijkte" maar who cares! Dat is toch onbelangrijk voor een politicus die vanuit zijn buik redeneert.
[3] Grondrechten als Pantoufles fondamentales: Galiani verwijst naar een toen bekende uitdrukking; "raisonner pantoufle": faire des raisonnements de travers (dictionnaire de l’Académie française, 1789)
.

7 december 2004

di Rupo en het referendum over de Europese grondwet

.
Volgens de Standaardjournalist Verschelden heeft di Rupo in de senaat verklaard: “Een volksraadpleging kan het debat over Europa grondig verstoren. Het zal aanleiding geven tot xenofobe en zelfs racistische opmerkingen. We hebben al een koningskwestie gehad over een volksraadpleging en doen er goed aan een nieuw avontuur te vermijden”.

Laten we deze drie zinnen afzonderlijk bekijken.
–”Een volksraadpleging kan het debat over Europa grondig verstoren.”: dat is ongetwijfeld zo, en logisch mankeert er aan deze zin niets, maar hetzelfde kan over gelijk welke verkiezing worden gezegd.
–”Het zal aanleiding geven tot xenofobe en zelfs racistische opmerkingen.” Elio di Rupo vreest die reacties niet, hij lijkt er wel zeker van te zijn dat ze onvermijdelijk zullen volgen. Ik vermoed dat in zijn geest die reacties vooral Vlaams zullen zijn?
–”We hebben al een koningskwestie gehad over een volksraadpleging en doen er goed aan een nieuw avontuur te vermijden.” Hier moet aan Verschelden worden opgemerkt dat hij waarschijnlijk het omgekeerde bedoelt van wat hij schrijft. Maar, ter verontschuldiging: wat di Rupo in het Frans zei was even goed naast de kwestie. Een lukrake bewering kan de aandacht afleiden van de echte vragen zal die hebben gedacht.

Le Soir” vond het ook nog de moeite waard om de waarschuwingen van di Rupo aan te halen in verband met de “forces centrifuges” in dit land, en ze citeerden verder ook: “Ce qui est normal dans d'autres pays ne l'est pas forcément en Belgique où cohabitent plusieurs entités fédérées”. Waarschijnlijk herinnerde di Rupo zich hier de woorden van Marc Eyskens, zijn medestander in dit verband. Deze minister verklaarde ooit: “In elk serieus land zou ik ontslag genomen hebben, maar niet in België”, of woorden van die strekking. Deze olijkerd gaat bij velen nog steeds door voor iemand die respect heeft voor de democratische spelregels! Blijkbaar is ook volgens di Rupo België een uitzondering op de gewone gang van zaken.

Misschien komen er over de democratische opvattingen van Elio di Rupo of over de Europese grondwet nog wel ernstige artikels en commentaren in de kwaliteitskrant, maar die artikels zullen niet van de hand van Wouter Verschelden zijn, want deze reporter zag enkel dit: “De paarse meerderheid kibbelt ondertussen in de commissie Grondwet nog steeds over het voorstel.

Ik zou aan Peter Vandermeersch willen suggereren om Verschelden in het vervolg niet meer te storen voor kibbelpartijtjes, en hem enkel nog in te zetten als er raadplegingen of verkiezingen op til zijn die er werkelijk toe doen. Misschien bij de komende Castar-verkiezing al?

3 december 2004

Donatus Kwik in Goudland; plus deel 2: Donatus Kwik in Olieland

.

Bij vuurgevechten in het Wilde Westen kwam het wel eens voor dat iemand van een gewisse dood werd gered door het bijbelboek dat hij in zijn borstzak meedroeg. Een kogel die recht op het hart afging was in die bijbel blijven steken. Hendrik Conscience vermeldt dit niet in Goudland, maar er waren krantenberichten, en het kwám voor.
Het spreekt dat het gehavende boek nog jaren op allerhande bijeenkomsten als bewijs werd vertoond. Tot slot van zijn relaas riep de gelukkige eigenaar meestal uit: “If it weren’t for the Bible, the bullet would've gone thru my heart!” Sterke scène, bij welke gelegenheid niet weinigen tot inkeer kwamen.

Tegenwoordig lees je die dingen nooit meer in de krant, terwijl ze toch ook in onze dagen nog zullen voorkomen? Natuurlijk wel! Alles hangt af van de bladen die je leest.
Het Amerikaanse blad Businessweek zou je bijvoorbeeld kunnen lezen. De naam spreekt voor zich: een matter-of-fact-blad dat zijn lezers niet lastig zal vallen met artikelen over de artikelen des geloofs, noch over onderwerpen als homeopaten of handopleggers, of de mirakelen van Lourdes – uitzondering gemaakt, periodiek, voor de bespreking van de handelsbalansen dezer firma's.
Ernstige mannen daar; nauwelijks enquêtes zelfs in Businessweek!

Wel, in april 2003, toen alles nog uitstekend ging in Irak – mission accomplished had je bijna gezworen – deed dit blad verslag van volgende opmerkelijke gebeurtenis, die er geloof ik op wijst dat de Amerikaanse zakenwereld al in die dagen moet hebben ingezien dat, nuchter beschouwd enkel een mirakel nog redding kon brengen. In verband met zulke inzichten sprak de dichter Heine van de “dierlijke zekerheid van de weerkikvors”, waarmee hij bedoelde: de manier waarop zaken- of beursmensen de wereld onder ogen nemen heeft een bepaalde objectiviteit, al was het maar omdat zij geheel vrij zijn van morele overwegingen, om het even of het de politiek van hun eigen regering betreft of die van een andere.

The Humvee of Laptops. ["Humvee" (High-Mobility Multipurpose Wheeled Vehicle) betekent zoveel als: "Porsche Cayenne voorzien van kogelvrij glas". Populair voertuig in gebruik bij de jongens in Irak.]

Humvee, model 1025

Early in the war in Iraq, a firefight broke out in a neighborhood that had supposedly been secured by coalition forces. As bullets whizzed by, a U.S. soldier did what came naturally: he held up his laptop computer, a Toughbook 72 from Panasonic Computer Solutions Co. Unlike most plastic-covered laptops, this "semi-rugged" model has a hard magnesium shell and steel-reinforced innards. The improvised shield did the trick. "There's a bullet lodged in his hard drive," marvels Maria Leadingham, who manages technology for the Civil Affairs Psychological Operations Center at Fort Bragg, N.C.

Post Scriptum: afgezien van dit knappe, zij het enigszins bragging verslag: ook die "psychological operations", en daarvoor het woord "civil", vind ik bijzonder sterk! U2, master Goebbels?
Post Post Scriptum: het christelijk fundamentalisme lijkt op de terugweg in de V.S.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html