De roep om censuur
.
Er zijn mensen die na lectuur van de Bijbel tot de conclusie komen dat ze de film The ten Commandments toch beter vonden.
Dat zijn uitzonderingen want meestal hoor je over boekverfilmingen het omgekeerde.
Kristien Hemmerechts, lees ik in De Standaard der Letteren, heeft zich twee DVD-s aangeschaft van The Postman Always Rings Twice. Ze heeft ook het boek gelezen van James M. Cain.
Over deze auteur zei de criticus Edmund Wilson: “A poet of the tabloid murder”. Later vond Tom Wolfe: “Nobody has ever quite pulled it off the way Cain does”. Albert Camus zei dat hij aan The Postman dacht toen hij L'Étranger schreef.°
Hemmerechts' oordeel is minder positief dan dat van deze groten, al vindt zij het boek toch beter dan de films:
Terecht een klassieker, ondanks het vaak schokkende racisme. Cora noemt haar man “a little soft greasy Greek guy with black kinky hair”. Het laatste wat ze wil is “a greasy Greek child”. Ze is woest wanneer Frank haar vanwege haar zwarte haar voor een Mexicaanse houdt. In 1934 was een Griek in Californië blijkbaar het equivalent van een moslimfundamentalist in Londen vandaag.
"Ondanks"? Ja, dat zulke zinnen als a little soft greasy Greek guy toen nog gedrukt mochten worden! Cora mag haar vent dan beu zijn, ze kon dat op een beleefdere manier gezegd hebben. Schokkend dus, sterk allitererend ook, maar racistisch zou ik haar zin niet meteen noemen, omdat ik geen apart ras van Grieken ken. En dan weigert die Cora ook nog om voor een Mexicaanse door te gaan, en Cain mag dat allemaal schaamteloos opschrijven. Auteurs hadden toen wel érg veel vrijheid.
Wat die Londense moslimfundamentalisten hier komen zoeken is mij niet duidelijk*, en dat spijt mij want er moet een logica zijn aangezien Hemmerechts het woord “blijkbaar” gebruikt. Misschien is dat een kleine stilistische zwakte in een weliswaar truttig, maar verder nog behoorlijk geschreven stukje.
DM: [...] En zo zijn we meteen beland bij het onderscheid tussen misdaadliteratuur en literatuur met grote L. Het is een cliché, maar heel wat sublieme Amerikaanse schrijvers stierven miskend in het gettogenre. Jim Thompson en James M. Cain, bijvoorbeeld.
Ellroy: Neem nu Cains De postbode belt altijd tweemaal. 2010 is het jaar waarin we Albert Camus herdenken (op 4 januari 1960 raakte de wagen waarin Camus en zijn uitgever Michel Gallimard naar Saint-Tropez reden van de weg; beiden waren op slag dood; deze vijftigste verjaardag vormt onder meer de aanleiding voor een Camusweek op het twintigste Prague Writers Festival in juni, JS). Zijn befaamdste boek is zoals iedereen weet De vreemdeling. Wat niemand echter weet, is dat Camus het idee voor De vreemdeling uit Cains De postbode belt altijd tweemaal haalde. Hij gaf het zelf grif toe. Het zijn twee korte boeken. Iedereen moet maar eens de tijd nemen ze meteen na elkaar te lezen. Als je nadien niet zegt dat je Cains werk beter vond dan dat van Camus, of gewoon verklaart dat De postbode belt altijd tweemaal een beter boek is dan De vreemdeling, wel dan, mijn beste, you don’t have a fuckin’ brain. Camus kreeg de Nobelprijs. En Cain? Wel, die kent men van de films noirs die op zijn boeken zijn gebaseerd. Tussen haakjes, Doodvonnis per verzekeringspolis (‘Double Indemnity’, JS) is nog beter dan De postbode belt altijd tweemaal.
Hemmerechts' oordeel is minder positief dan dat van deze groten, al vindt zij het boek toch beter dan de films:
Terecht een klassieker, ondanks het vaak schokkende racisme. Cora noemt haar man “a little soft greasy Greek guy with black kinky hair”. Het laatste wat ze wil is “a greasy Greek child”. Ze is woest wanneer Frank haar vanwege haar zwarte haar voor een Mexicaanse houdt. In 1934 was een Griek in Californië blijkbaar het equivalent van een moslimfundamentalist in Londen vandaag.
"Ondanks"? Ja, dat zulke zinnen als a little soft greasy Greek guy toen nog gedrukt mochten worden! Cora mag haar vent dan beu zijn, ze kon dat op een beleefdere manier gezegd hebben. Schokkend dus, sterk allitererend ook, maar racistisch zou ik haar zin niet meteen noemen, omdat ik geen apart ras van Grieken ken. En dan weigert die Cora ook nog om voor een Mexicaanse door te gaan, en Cain mag dat allemaal schaamteloos opschrijven. Auteurs hadden toen wel érg veel vrijheid.
Wat die Londense moslimfundamentalisten hier komen zoeken is mij niet duidelijk*, en dat spijt mij want er moet een logica zijn aangezien Hemmerechts het woord “blijkbaar” gebruikt. Misschien is dat een kleine stilistische zwakte in een weliswaar truttig, maar verder nog behoorlijk geschreven stukje.
*L'amalgame, c'est la défaite de la pensée, le degré zéro de la réflexion(Elisabeth Badinter)
° Postscriptum: De Morgen, 27 januari 2010.
'Liefdeshistories. Dat is de agenda’
Ellroy: Neem nu Cains De postbode belt altijd tweemaal. 2010 is het jaar waarin we Albert Camus herdenken (op 4 januari 1960 raakte de wagen waarin Camus en zijn uitgever Michel Gallimard naar Saint-Tropez reden van de weg; beiden waren op slag dood; deze vijftigste verjaardag vormt onder meer de aanleiding voor een Camusweek op het twintigste Prague Writers Festival in juni, JS). Zijn befaamdste boek is zoals iedereen weet De vreemdeling. Wat niemand echter weet, is dat Camus het idee voor De vreemdeling uit Cains De postbode belt altijd tweemaal haalde. Hij gaf het zelf grif toe. Het zijn twee korte boeken. Iedereen moet maar eens de tijd nemen ze meteen na elkaar te lezen. Als je nadien niet zegt dat je Cains werk beter vond dan dat van Camus, of gewoon verklaart dat De postbode belt altijd tweemaal een beter boek is dan De vreemdeling, wel dan, mijn beste, you don’t have a fuckin’ brain. Camus kreeg de Nobelprijs. En Cain? Wel, die kent men van de films noirs die op zijn boeken zijn gebaseerd. Tussen haakjes, Doodvonnis per verzekeringspolis (‘Double Indemnity’, JS) is nog beter dan De postbode belt altijd tweemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten